MedicijnenHib-vaccin bij kinderen

Hib-vaccin bij kinderen

MedicijnenHib-vaccin bij kinderen

Hib-vaccin bij kinderen

Waar is dit medicijn voor?Ervaring bij kinderenHoe werkt dit medicijn en welk effect heeft het?Hoe lang duurt het voordat dit medicijn werkt?Hoe moet uw kind dit medicijn gebruiken?BijwerkingenHoe is dit medicijn verkrijgbaar?Meer informatie
  • Het Hib-vaccin bevat onschadelijk gemaakte onderdelen van de Haemophilus influenzae-bacterie.

    Het beschermt tegen een infectie met de Haemophilus influenzae-bacterie en daardoor ook tegen bepaalde vormen van hersenvliesontsteking.

    Het wordt gegeven als vaccinatie aan kinderen bij wie een dergelijke infectie zeer ernstig kan verlopen.

    Het is een van de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma.

    • Rijksvaccinatieprogramma
      Het Hib-vaccin wordt gegeven aan kinderen die extra kans lopen op een infectie met Hib-bacteriën, zoals:

      • kinderen onder de 5 jaar. Vandaar dat kinderen worden gevaccineerd als ze 3, 5 en 11 maanden zijn. Soms ook bij 2 maanden. Het consultatiebureau voert de inenting meestal uit in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma;
      • kinderen die geen milt (meer) hebben, of met een slecht functionerende milt;
      • sommige kinderen met een sterk verminderde afweer.

      Kinderen die deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma, zijn na de derde injectie langdurig beschermd tegen Hib, waarschijnlijk levenslang.

      • Hib is een afkorting voor een bacterie genaamd Haemophilus influenzae type B.

        Deze bacterie kan vrij onschuldige ziektes geven, zoals verkoudheid en keel-, oor- en bijholteontsteking. Het kan echter ook ernstige aandoeningen veroorzaken, zoals hersenvliesontsteking, zwelling van het strotklepje waardoor kinderen kunnen stikken, bloedvatverstoppingen en bloedvergiftiging.

        Vooral bij kinderen tot 6 jaar kunnen deze ernstige infecties ontstaan.
        Uw kind kan tegen een Hib-infectie worden gevaccineerd met een injectie.

        • Dit vaccin wordt gebruikt om hersenvliesontsteking door Hib te voorkomen. Hersenvliesontsteking wordt ook wel meningitis of nekkramp genoemd.

          Verschijnselen
          Verschijnselen van hersenvliesontsteking zijn koorts, spierpijn, koude rillingen, hoofdpijn, misselijkheid, verwardheid, overgevoeligheid voor licht en geluid, en lusteloosheid. Vaak ontstaat nekstijfheid, het kind kan de kin dan niet meer op de borst doen.

          Kleine baby’s zien er vaak ziek en grauw uit, huilen veel, vooral bij het wisselen van de luier (luierpijn), kreunen, willen niet drinken en zijn moeilijk wakker te krijgen.

          Oorzaak
          Hersenvliesontsteking is een ontsteking van de vliezen rond de hersenen door bepaalde virussen of bacteriën. Het wordt door verschillende soorten bacteriën veroorzaakt, zoals Haemophilus influenzae B (Hib), meningokokken groep B en groep C en pneumokokken. Bij baby’s en kinderen onder de 5 jaar wordt hersenvliesontsteking vaak veroorzaakt door Hib-bacteriën. Deze leven in neus en keel en kunnen zich door bijvoorbeeld hoesten of niezen, verspreiden van mens tot mens. Ook kunnen ze worden overgedragen door zoenen. Gelukkig wordt slechts een klein deel van de besmette personen ziek.

          Bij sommige kinderen kan een hersenvliesontsteking zeer ernstig verlopen. Vandaar dat die kinderen gevaccineerd worden tegen Hib. Sinds 1993 worden kinderen ingeënt tegen Hib, sinds 2002 tegen meningokokken C en sinds 2006 ook tegen pneumokokken. Meningokokken B komen het meest voor in Nederland, maar daar bestaat nog geen vaccin tegen.

        • Het Hib-vaccin is officieel geregistreerd bij kinderen. Registratie betekent dat de fabrikant het Hib-vaccin bij kinderen uitgebreid heeft onderzocht. De overheid heeft vervolgens goedgekeurd dat het medicijn verkrijgbaar is. Uit het onderzoek van de fabrikant blijkt dat het bij kinderen werkt en veilig is.

          • Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen de bacterie. Als uw kind dan in aanraking komt met levende Hib-bacteriën, kan het lichaam ze effectief bestrijden.

            • Zover men weet duurt de bescherming van de gemaakte afweerstoffen levenslang. Kinderen die tegen Hib zijn ingeënt, kunnen wel nog hersenvliesontsteking krijgen die door een andere bacterie of virus wordt veroorzaakt.

              • Hoe?

                De arts of verpleegkundige geeft de injectie in de spier van de bovenarm of dijbeen.

                Wanneer?

                Kinderen jonger dan 1 jaar krijgen in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma 3 of 4 keer een HiB-prik. Gebruikelijk krijgt uw kind een prik met 3, 5 en 11 maanden. En soms een extra prik met 2 maandne. Het HiB-vaccin wordt gelijk in 1 prik gegeven met het DKTP-vaccin en het hepatitis B-vaccin.

                De prik moet het eerste jaar zo vaak worden herhaald, omdat bij jonge kinderen het afweersysteem nog niet optimaal is ontwikkeld.

                Bij kinderen vanaf 1 jaar is 1 prik voldoende voor langdurige bescherming.

                De overige vaccinaties in het Rijksvaccinatieprogramma zijn terug te vinden in het volledige inentingsschema.

                • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat het afweersysteem van uw kind denkt dat er een echte infectie is. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin werkt.

                  Bijwerkingen waarvan bekend is dat ze bij kinderen kunnen voorkomen, zijn:

                  • Pijn op de plaats van de injectie, soms met roodheid, zwelling of harde plek onder de huid

                    Deze bijwerking komt soms voor.

                  • Prikkelbaarheid of onrust

                    Deze bijwerking komt soms voor.

                  • Verminderde eetlust

                    Deze bijwerking komt soms voor.

                  • Huilerigheid en abnormaal huilen bij kleine kinderen

                    Dit komt zelden voor en gaat vanzelf over.

                  • Maagdarmklachten, zoals braken en diarree

                    Deze bijwerking komt zelden voor.

                  • Koorts

                    Deze bijwerking komt zelden voor.

                  • Huiduitslag

                    Deze bijwerking komt zeer zelden voor. Neem bij ernstige jeukende huiduitslag contact op met de arts. Er kan dan sprake zijn van overgevoeligheid voor het vaccin.

                  • Overgevoeligheid. Deze bijwerking komt zeer zelden voor. U merkt dat aan huiduitslag, galbulten of jeuk.
                    In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, opgezwollen lippen, tong of gezicht, flauwvallen of een ernstige huidafwijking. Waarschuw dan meteen de arts.

                    In beide gevallen mag uw kind dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat uw kind overgevoelig is voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat uw kind dit vaccin niet opnieuw krijgt.

                  • Stuipen, soms met koorts

                    Deze bijwerking komt zeer zelden voor bij kinderen onder de vijf jaar. Waarschuw dan de arts.

                  • Blauw-rode verkleuring van de benen, enkele uren na de injectie

                    Deze bijwerking komt zeer zelden voor bij kinderen onder de vijf jaar. Dit gaat vanzelf over.

                  • Stokkende ademhaling, waardoor het kind blauw kan aanlopen en flauwvallen

                    Deze bijwerking komt zeer zelden voor bij kindren die te vroeg zijn geboren. Dit kan er heel beangstigend uitzien. Maar het is niet ernstig omdat het kind vanzelf weer gaat ademen op het moment dat het flauwvalt.


                  Raadpleeg de arts als uw kind veel last heeft van bovengenoemde bijwerkingen of als uw kind andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.

                  Sommige ouders zijn bang dat vaccinaties kans geven op ernstige ziekte, autisme, of zelfs overlijden. Hier is onderzoek naar gedaan en het blijkt dat deze ziektes niet vaker voorkomen bij gevaccineerde kinderen dan bij kinderen die niet gevaccineerd zijn. Wel heeft een kind dat niet is gevaccineerd een veel grotere kans op blijvende schade of overlijden als het de ziekte krijgt waartegen het vaccin beschermt.

                  Wilt u meer weten over welke bijwerkingen wel en welke bijwerkingen niet voorkomen na vaccineren? Hier kunt u meer informatie vinden per bijwerking.

                  Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum Lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden.

                  • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                    Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                    Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                    Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                    • Het HiB-vaccin is voor kinderen te verkrijgen in injecties.

                      Het HiB-vaccin wordt bij kinderen ook gebruikt in combinatie met het DKTP-vaccin en Hepatitis-B-vaccin.

                      • Meer informatie over dit medicijn vindt u bij Hib-vaccin bij kinderen bij volwassenen. In deze tekst vindt u onder andere informatie over:

                        • wat u moet doen als een dosis is vergeten;
                        • of het mogelijk is om zomaar met dit medicijn te stoppen;
                        • of het medicijn samen mag met andere medicijnen.

                        Voor deze onderwerpen is de informatie voor kinderen en volwassenen hetzelfde, of is er geen specifieke informatie voor kinderen bekend.

                        Laatst bijgewerkt op 26-03-2020

                        Disclaimer

                        Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Voor het opstellen van deze teksten is gebruik gemaakt van het Kinderformularium van het NKFK en andere wetenschappelijke bronnen. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                        Vond u deze informatie nuttig?

                        Vind een apotheek

                        Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                        Vind een apotheek blob

                        Vraag het de webapotheker

                        Vraag het de webapotheker

                        Vraag het de webapotheker

                        Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                        Informatie wordt bijgewerkt: