Medicijnenolanzapine bij kinderen

olanzapine bij kinderen

Medicijnenolanzapine bij kinderen

olanzapine bij kinderen

Waar is dit medicijn voor?Ervaring bij kinderenHoe werkt dit medicijn en welk effect heeft het?Hoe lang duurt het voordat dit medicijn werkt?Hoe moet uw kind dit medicijn gebruiken?BijwerkingenHoe is dit medicijn verkrijgbaar?Meer informatie
  • Olanzapine hoort bij de atypische antipsychotica. Het zorgt dat natuurlijk voorkomende stoffen in de hersenen minder werken, vooral dopamine. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.

    Artsen schrijven olanzapine voor bij kinderen met:

    • psychose en psychotische crises, bijvoorbeeld bij schizofrenie;
    • manie;
    • autisme;
    • anorexia nervosa.

    • Verschijnselen
      Bij een psychose ziet iemand zichzelf en de wereld om zich heen anders dan hoe dit eigenlijk is. Dit worden wanen en hallucinaties genoemd. Psychotische mensen wantrouwen hun omgeving vaak en zijn in de war. Een psychose kan voor de patiënt en de omgeving erg beangstigend zijn.

      Oorzaken
      Psychosen kunnen in verschillende situaties optreden. Dit kan bijvoorbeeld bij schizofrenie, infecties en hoge koorts. Ook kan het optreden bij een tekort aan voedingsmiddelen en vitamines, alcoholontwenning, bij vergiftigingen zoals van alcohol, drugs en sommige medicijnen. Kinderen met een psychose zijn vaak prikkelbaar of angstig. De arts kan dan een antipsychoticum te geven. Bijvoorbeeld olanzapine.

      • Schizofrenie is een psychische ziekte met psychoses. U kind kan last hebben van dingen zien, horen of voelen die er niet zijn. Ook kan uw kind in de war zijn. Vaak worden de schoolprestaties slechter.

        Kinderen met deze ziekte kunnen vaak moeilijk hun emoties laten zien. Bij een emotionele situatie laten zij geen reactie in bijvoorbeeld hun stem of gezichtsuitdrukking zien. Ze kunnen vaak moeilijk sociale contacten leggen en ze sluiten zich af van de buitenwereld. Dit heten de `negatieve verschijnselen' van schizofrenie.

        • Verschijnselen
          Een manie is een periode van overdreven opgewektheid, met veel onhaalbare plannen en acties. Tijdens een manie kan de slaap van het kind verstoord zijn en kan het kind agressief worden. Het kind kan soms ook last hebben van wanen en hallucinatie. Vaak worden de schoolprestaties slechter.

          Meestal krijgen personen die manische depressiviteit hebben een manie. Bij deze ziekte wisselen ernstig depressieve periodes zich af met manische periodes.
          Soms komen ze min of meer tegelijk voor en zijn er tijdens de manische periode ook depressieve gevoelens.

          Behandeling
          Heeft uw kind ook last van psychoses of erg extreem gedrag? Dan kan de arts er voor kiezen om een antipsychoticum te geven. Bijvoorbeeld olanzapine.

          • Kinderen met autisme kunnen soms erg onrustig zijn en driftaanvallen hebben. Ook is er vaak sprake van zich herhalende handelingen ('stereotiep gedrag') en zichzelf kwaad doen.

            Behandeling
            Als dit niet op een andere manier goed te behandelen is, schrijven artsen rustgevende medicijnen voor. Een voorbeeld is olanzapine. Olanzapine zorgt voor mindere hevige onrust.

            • Verschijnselen
              Bij anorexia nervosa eet uw kind minder omdat hij/zij zichzelf te dik vindt. Ook is uw kind bang om aan te komen. Uw kind heeft dan een verstoord beeld van zichzelf: vaak is hij/zij juist te dun. Uw kind kan somber en moe zijn. Of juist (te) druk bezig zijn met sporten en gezonde voeding.

              Anorexia heeft veel gevolgen voor het lichaam van uw kind, hoe hij/zij naar zichzelf kijkt en ook voor de omgeving.

              Oorzaken
              Hoe anorexia ontstaat is niet helemaal duidelijk. Wel is het zo dat anorexia bestaat uit een lichamelijk deel (niet eten, te dun zijn) en een psychisch deel (weinig zelfvertrouwen, somber zijn). Daarom bestaat de behandeling ook uit meerdere onderdelen. Medicijnen kunnen één van die onderdelen zijn.

              Behandeling
              Olanzapine zorgt ervoor dat uw kind meer honger krijgt. Daardoor kan hij/zij weer op een gezond gewicht komen.

            • Olanzapine is niet geregistreerd bij kinderen. Dit betekent dat de fabrikant olanzapine niet heeft onderzocht bij kinderen. Het gebruik bij kinderen staat daarom niet in de bijsluiter. Maar er is wel ander onderzoek gedaan naar olanzapine bij kinderen vanaf 9 jaar. Uit dit onderzoek blijkt dat het bij kinderen werkt en veilig is. Daarom schrijft de arts olanzapine ook voor bij kinderen vanaf 9 jaar. Dit heet off-label-gebruik.

              Olanzapine mag alleen worden voorgeschreven door een specialist in de kinder-en jeugdpsychiatrie.

              • ​Olanzapine zorgt dat natuurlijk voorkomende stoffen in de hersenen minder werken, zoals dopamine.

                • Psychose (bijvoorbeeld bij schizofrenie): olanzapine zorgt voor minder verschijnselen van een psychose. Mogelijk werkt het ook een beetje tegen de 'negatieve verschijnselen'.
                • Manie: olanzapine werkt vooral goed bij mensen die tijdens een manie ook depressieve gevoelens hebben.
                • Autisme: olanzapine zorgt voor minder onrust, angst en agressiviteit.
                • Anorexia nervosa: olanzapine verhoogt de eetlust.
                • Een tablet werkt binnen een paar uren. Eén dosis werk minimaal 24 uur.

                  • Kijk voor de dosering op het etiket van de apotheek. Download het instructieblad slikken van medicijnen.

                    Hoe?

                    • Gewone tabletten: laat uw kind de tablet innemen met een half glas water of met een ander drinken.
                      • In plaats van met water kan uw kind sommige tabletten ook innemen met ander drinken. Zoals melk, limonade of vruchtensap. Of met zacht eten. Zoals appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag aan de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
                      • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een tablet? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe een kind de tablet het beste kan innemen.
                      • Werkt dat onvoldoende? Neem dan contact op met de apotheker. Sommige tabletten mag u fijnstampen of uiteen laten vallen in water. Maar let op: er zijn ook tabletten die u niet mag fijnstampen of uiteen mag laten vallen. Omdat het medicijn dan minder goed of zelfs niet meer werkt. Soms kan het medicijn hierdoor vies smaken. Of uw kind krijgt eerder last van bijwerkingen, zoals maagklachten. Vraag dit dus eerst aan de apotheker.
                      • Blijft uw kind problemen houden met het innemen van het medicijn? Vraag dan aan de arts of apotheker of er een andere toedieningsvorm is die uw kind gemakkelijker kan innemen.
                    • Smelttabletten ('Velotab'): laat uw kind de tablet in de mond smelten en dan doorslikken. Ook kunt u het smelttablet eerst in een glas water of een andere drank (bijvoorbeeld melk, koffie, appelsap of sinaasappelsap) uiteen laten vallen. Laat uw kind dit dan opdrinken.

                    Wanneer?

                    Uw kind kan het medicijn het best 's avonds innemen.

                    Hoe lang?

                    Psychose (bij schizofrenie)
                    Is de psychotische periode voorbij, dan zal uw kind dit medicijn meestal nog lange tijd moeten gebruiken. Anders is de kans op een nieuwe psychose (terugval) groot. De arts zal de dosering in die periode meestal wel verlagen.

                    • Heeft uw kind voor het eerst een psychose gehad? Dan moet hij dit medicijn meestal nog tot 1 of 2 jaar na herstel gebruiken. Hierna kan hij proberen te stoppen. Alleen in bijzondere gevallen mag uw kind na een half jaar stoppen. Bijvoorbeeld als uw kind erg snel is hersteld. Dit moet dan wel onder goede begeleiding en de kans op terugval is dan nog steeds groter.
                    • Heeft uw kind al eerder een psychose gehad? Dan moet hij meestal de rest van zijn leven een antipsychoticum blijven gebruiken.

                    Manie
                    Zijn de ergste onrustige verschijnselen verdwenen? Dan kan de arts adviseren het gebruik van olanzapine langzaam af te bouwen. Soms adviseert de arts om door te gaan met olanzapine, om een nieuwe manie te voorkomen.

                    • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De meeste bijwerkingen die bekend zijn, zijn gemeld bij volwassenen. Over bijwerkingen bij kinderen is minder bekend dan bij volwassenen. Waarschijnlijk kunnen de bijwerkingen die bij volwassenen gemeld zijn, ook voorkomen bij kinderen. Zie voor deze bijwerkingen en hoe vaak deze voorkomen de informatie over olanzapine bij volwassenen.

                      Bijwerkingen waarvan bekend is dat ze kunnen voorkomen, zijn:

                      • Sufheid, slaperigheid, duizeligheid en het minder worden van het reactie-, concentratie- en coördinatievermogen.

                        Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw kind goed moet kunnen opletten. Zoals tijdens het fietsen, spelen, leren of op school.

                      • Vermoeidheid en slapte.

                        Deze bijwerking komt soms voor.

                      • Gewichtstoename, door meer eetlust en een veranderde stofwisseling.

                        Raadpleeg de arts of een diëtist als uw kind hier veel last van heeft. De arts zal de bloeddruk, het gewicht en de lengte van uw kind opmeten voordat hij met olanzapine begint. Vaak zal ook wat bloed geprikt worden.

                      • Teveel glucose (suiker) in het bloed.

                        Deze bijwerking komt zelden voor. Raadpleeg de arts als uw kind ongewoon veel dorst heeft en veel moet plassen. Als uw kind diabetes heeft, is het belangrijk vaker de bloedglucose te controleren. Dit medicijn kan namelijk de hoeveelheid glucose in het bloed verhogen.

                      • Teveel cholesterol en andere vetten in het bloed.

                        Deze kunnen zich ophopen in de bloedvaten, waardoor trombose kan ontstaan. De arts zal elk jaar het cholesterol en/of vetgehalte controleren. Heeft uw kind al een te hoog cholesterol en/of vetgehalte in het bloed? Dan zal de arts uw kind daar extra op controleren.

                      • Droge mond, keelpijn, verstopte neus en slikklachten.

                        Deze bijwerking komt zelden voor. Als uw kind veel last heeft van een droge mond kan hij de aanmaak van speeksel stimuleren. Dit kan met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Deze klachten gaan meestal over als uw kind gewend is geraakt aan dit medicijn.

                      • Verstopping (obstipatie)

                        Eet vezelrijke voeding en drink veel. Het gaat meestal over als uw kind gewend is geraakt aan dit medicijn.

                      • Duizeligheid of zwart voor de ogen, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel. Mensen met een hart dat minder goed pompt (hartfalen) kunnen hier meer last van hebben.

                        Dit gaat in het algemeen over als het lichaam van uw kind zich heeft ingesteld op het medicijn. Dit is meestal binnen een paar dagen tot weken. Als uw kind zich duizelig voelt, laat hem dan niet te snel opstaan uit bed of van een stoel. Uw kind kan dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft uw kind last houden, bespreek dit dan met de arts. Mogelijk kan uw kind het medicijn 's avonds innemen, dan heeft hij overdag minder last van duizeligheid.

                      • Bewegingsstoornissen. Bijvoorbeeld stijve spieren, beven, moeite met lopen of praten, rusteloosheid en plotselinge spiertrekkingen. Als u dit merkt, waarschuw dan uw arts.

                        Als uw kind dit medicijn langdurig gebruikt, kunt u zeer zelden een ander soort bewegingsstoornissen zien die lijken op tics. Zoals vreemde bewegingen van tong en mond, zoals smakken, zuigen of kauwen, en vreemde gezichtsuitdrukkingen. Verder buigen en strekken van vingers en tenen, zwaai- en draaibewegingen van schouders en bekken. Als uw kind dit medicijn een lange tijd gebruikt, is de kans op deze bijwerkingen groter. Raadpleeg de arts als uw kind al lijdt aan een bewegingsstoornis. De verschijnselen kunnen door dit medicijn erger worden. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven.

                      • Maligne neurolepticasyndroom. Dit is te merken aan onverklaarbare koorts, erg stijve spieren, sufheid, hartkloppingen en ernstig zweten. Neem bij deze verschijnselen direct contact op met uw arts.

                        Als het optreedt, is dat meestal tijdens de eerste 2 weken van het gebruik. Of binnen 2 weken na een verhoging van de dosering.


                      Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                      • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                        Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                        Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                        Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                        • Olanzapine is voor kinderen te krijgen in:

                          • tabletten;
                          • smelttabletten.
                          • Meer informatie over dit medicijn vindt u bij olanzapine bij kinderen bij volwassenen. In deze tekst vindt u onder andere informatie over:

                            • wat u moet doen als een dosis is vergeten;
                            • of het mogelijk is om zomaar met dit medicijn te stoppen;
                            • of het medicijn samen mag met andere medicijnen.

                            Voor deze onderwerpen is de informatie voor kinderen en volwassenen hetzelfde, of is er geen specifieke informatie voor kinderen bekend.

                            Laatst bijgewerkt op 25-10-2022

                            Disclaimer

                            Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Voor het opstellen van deze teksten is gebruik gemaakt van het Kinderformularium van het NKFK en andere wetenschappelijke bronnen. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                            Vond u deze informatie nuttig?

                            Vind een apotheek

                            Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                            Vind een apotheek blob

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                            Informatie wordt bijgewerkt: