Klachten & ZiektesSpruw (Candida-infectie in de mond)

Spruw (Candida-infectie in de mond)

Klachten & ZiektesSpruw (Candida-infectie in de mond)

Spruw (Candida-infectie in de mond)

Wat is Spruw (Candida-infectie in de mond)?Hoe herken ik Spruw (Candida-infectie in de mond)?Kan ik er zelf iets tegen doen?In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?Wat kan de apotheker voor mij doen?Welke medicijnen worden gebruikt bij Spruw (Candida-infectie in de mond)?
  • Bij spruw heeft je baby witte plekjes in de mond.
    De plekjes gaan niet weg als je er met je vinger overheen gaat. Is dat wel zo, dan zijn het restjes melk en is het geen spruw.

    Vooral baby's die jonger zijn dan 6 weken krijgen spruw.

    Spruw komt door een gist. Dit is een soort schimmel. De gist heet Candida albicans.

    Bij veel mensen zit deze gist op de huid en in de slijmvliezen. Dit geeft geen klachten.

    De gist kan op verschillende manieren bij je baby komen:

    • tijdens de geboorte, als je schimmel in je vagina hebt
    • via je tepel als de gist daarop zit
    • via een speen of vinger waar de gist op zit
    Kijk voor meer informatie over Spruw (Candida-infectie in de mond) op www.thuisarts.nl
    • Dit kun je bij je baby merken

      Bij spruw krijgt je baby witte plekjes in de mond. Meestal zitten die tegen de wangen, op de tong en het gehemelte.

      Soms merk je ook dit aan je baby met spruw:

      Dit kun je bij jezelf merken

      Als moeder kun je tepelpijn hebben. Je tepels kunnen glimmen. Ook kunnen er velletjes op zitten.

      Je kunt een brandende of stekende pijn voelen in je borst die niet weggaat na een voeding.

      Kijk voor meer informatie over Spruw (Candida-infectie in de mond) op www.thuisarts.nl
      • Als je denkt dat je baby spruw heeft, is het extra belangrijk dat alles goed schoon is.

        • Was je handen nadat je naar de wc bent geweest en als je je baby een schone luier hebt gegeven.
        • Was je handen goed voordat je je baby gaat voeden.
        • Was alle kleren en handdoeken waar voeding of spuug op komt in de wasmachine op 60 graden.
        • Als je baby een fop-speen gebruikt: kook de speen elke dag uit. Laat het 3 minuten koken.
        Als je borstvoeding geeft
        • Maak je tepels schoon met lauw water voor je gaat voeden.
        • Laat na de voeding je tepels goed drogen voordat je je bh aantrekt.
        • Gebruik schone zoog-compressen. Die vangen de melk op die uit je borsten lekt. Zo houden ze je bh en tepels droog.
        • Als je kolft: kook alle kolf-spullen waar melk opkomt uit nadat je ze gebruikt hebt. Laat de spullen goed drogen.
        Als je flesvoeding geeft
        • Kook spenen van flesjes elke dag uit. Laat ze 3 minuten koken.
        • Bewaar de spenen op een droge en schone plek.
        Kijk voor meer informatie over Spruw (Candida-infectie in de mond) op www.thuisarts.nl
        • Bel de huisarts bij 1 of meer van deze dingen:

          • Je baby drinkt slecht.
          • Je baby is tijdens de voeding erg onrustig.
          • Je baby heeft plekken op de billen waardoor de huid stuk gaat.
          • De spruw is na 2 tot 3 weken nog niet weg. 
          Kijk voor meer informatie over Spruw (Candida-infectie in de mond) op www.thuisarts.nl
              • Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

                • Receptcontrole

                De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

                • Overzicht van uw medicijnen

                Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

                • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

                Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

                • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

                Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

                • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

                De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

                • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

                Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

                • Medicatiebeoordeling

                Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

                • Zelfzorg

                Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

                • Bezorgservice

                Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

              • Antischimmelmiddelen om in te nemen
                Zelden ontstaat spruw bij volwassenen door een verlaagde weerstand of medicijnen die de afweer aantasten. Dan kunnen antischimmelmiddelen voorgeschreven worden.

                Antischimmelmiddelen beschadigen de celwand van de gist, waardoor de gist afsterft. Voorbeelden zijn fluconazol en itraconazol.

                Laatst bijgewerkt KNMP: 17-06-2015

                Laatst bijgewerkt NHG: 31-01-2023

                Disclaimer

                Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                Vond u deze informatie nuttig?

                Thuisarts.nl

                De informatie over bovenstaande aandoening is geschreven door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Wilt u meer lezen over deze of andere aandoeningen? Ga dan naar www.thuisarts.nl

                Thuisarts.nl

                Vraag het de webapotheker

                Vraag het de webapotheker

                Vraag het de webapotheker

                Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                Informatie wordt bijgewerkt: