Klachten & ZiektesTrombosebeen

Trombosebeen

Klachten & ZiektesTrombosebeen

Trombosebeen

Wat is Trombosebeen?Hoe herken ik Trombosebeen?In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?Wat kan de apotheker voor mij doen?Welke medicijnen worden gebruikt bij Trombosebeen?
  • Bij een trombosebeen zit er een bloedprop in een ader van je been.

    De prop kan langzaam groter worden. Zo groot dat het bloedvat dicht gaat zitten.

    Je bloed kan dan niet meer goed van je onderbeen naar je hart stromen. Daardoor wordt je onderbeen dik en pijnlijk.

    Bij trombose ontstaat er een bloedprop in een ader.

    Dit kan komen door deze dingen:

    • Het bloed in je been stroomt langzamer. Dat gebeurt als je je kuit lang niet beweegt. Bijvoorbeeld omdat je veel ligt na een operatie.
    • De stoffen in je bloed zijn anders. Dat is bijvoorbeeld zo als je hormonen slikt, zoals de pil. Of als je zwanger bent of net bevallen.
    • De wand van een bloedvat is beschadigd. Er zitten dan kleine wondjes aan de binnenkant van je bloedvaten.
      Bijvoorbeeld door ouderdom of roken. Of doordat je eerder trombose hebt gehad.
    Kijk voor meer informatie over Trombosebeen op www.thuisarts.nl
    • Trombose in je been kan 1 of meer van deze klachten geven:

      • Je kuit is dik en glanst. 
      • Je been doet pijn.
      • Je been voelt warm.
      • Je been is roder. Bij een lichte huid is dat goed te zien, bij een donkere huid minder goed. 

      Je kunt deze klachten opeens krijgen. Of langzaam in een paar dagen.

      Kijk voor meer informatie over Trombosebeen op www.thuisarts.nl
      • Spoed: Bel direct je huisarts of de huisartsen-spoedpost in deze situaties:

        • Je kuit is dik, glanst, doet pijn en is warmer dan normaal. 
        • Je ademt sneller dan normaal en ademen doet pijn. Dit kunnen klachten zijn van een bloedprop in een long
        Kijk voor meer informatie over Trombosebeen op www.thuisarts.nl
            • Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

              • Receptcontrole

              De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

              • Overzicht van uw medicijnen

              Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

              • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

              Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

              • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

              Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

              • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

              De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

              • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

              Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

              • Medicatiebeoordeling

              Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

              • Zelfzorg

              Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

              • Bezorgservice

              Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

            • Antistollingsmiddelen
              Antistollingsmiddelen remmen de vorming van bloedpropjes af en verminderen zo de kans op afsluiting van een bloedvat. Hierdoor wordt de kans op het krijgen van hart- en vaatproblemen verkleind. Voorbeelden zijn acenocoumarol, fenprocoumon, apixaban, dabigatran en rivaroxiban.

              Salicylaten
              Salicylaten hebben remmende werking op het samenklonteren van de bloedplaatjes en verminderen zo de kans op afsluiting van een bloedvat. Hierdoor wordt de kans op het krijgen van hart- en vaatproblemen verkleind. Voorbeelden zijn acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium.

              Dipyridamol
              Dipyridamol remt de samenklontering van de bloedplaatjes en vermindert zo het ontstaan van bloedpropjes in de bloedvaten. Hierdoor wordt de kans op hart- en vaatproblemen verkleind. Meestal wordt dipyridamol samen met één van bovengenoemde medicijnen, die ook de bloedstolling remmen, gebruikt.

              Kankerremmende stoffen
              Bepaalde kankerremmende stoffen worden gebruikt bij trombocytose en polycythemie vera.

              Bij trombocytose heeft u te veel bloedplaatjes in het bloed. Bloedplaatjes zorgen voor de bloedstolling. Als er te veel van in het bloed zijn kunnen bloedpropjes ontstaan.

              Bij polycythemia vera (ziekte van Vaquez-Osler) zijn er te veel rode bloedcellen in het bloed, doordat het beenmerg te veel rode bloedcellen en bloedplaatjes aanmaakt. Door de rode bloedcellen wordt het bloed te stroperig. Hierdoor kan het niet goed doorstromen. Bloedplaatjes zorgen voor de bloedstolling. Als er te veel van in het bloed zijn, kunnen bloedpropjes ontstaan.

              Bepaalde kankerremmende stoffen verminderen de aanmaak van rode bloedcellen en bloedplaatjes. Voorbeelden zijn busulfan, hydroxycarbamide en melfalan.

              Urokinase
              Urokinase wordt gebruikt om de bloedstolsels in het been op te lossen. Zo kan het bloed weer goed stromen en krijgt het been weer voldoende zuurstof.

              Laatst bijgewerkt KNMP: 14-12-2021

              Laatst bijgewerkt NHG: 14-11-2023

              Disclaimer

              Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

              Vond u deze informatie nuttig?

              Thuisarts.nl

              De informatie over bovenstaande aandoening is geschreven door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Wilt u meer lezen over deze of andere aandoeningen? Ga dan naar www.thuisarts.nl

              Thuisarts.nl

              Vraag het de webapotheker

              Vraag het de webapotheker

              Vraag het de webapotheker

              Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
              Informatie wordt bijgewerkt: