Medicijnendesmopressine bij kinderen

desmopressine bij kinderen

Medicijnendesmopressine bij kinderen

desmopressine bij kinderen

Waar is dit medicijn voor?Ervaring bij kinderenHoe werkt dit medicijn en welk effect heeft het?Hoe lang duurt het voordat dit medicijn werkt?Hoe moet uw kind dit medicijn gebruiken?BijwerkingenHoe is dit medicijn verkrijgbaar?Meer informatie
  • Desmopressine lijkt sterk op ADH. ADH is een hormoon dat wordt gemaakt door de hypofyse (een klier in de hersenen). Het regelt bijvoorbeeld de hoeveelheid water die de nieren uitscheiden.

    Artsen schrijven desmopressine voor bij kinderen:

    • met een tekort aan ADH (diabetes insipidus);
    • bij bedplassen;
    • bij bloedingen bijsommige afwijkingen in de bloedstolling.

    Desmopressine wordt soms ook een keer gebruikt om de werking van de nieren te testen.

    • Bij deze ziekte scheiden de nieren veel meer water uit dan normaal.

      Verschijnselen
      Bij diabetes insipidus heeft uw kind heel veel dorst en moet hij veel drinken en erg veel plassen. De verschijnselen lijken wel op suikerziekte (diabetes mellitus). Hier komt ook de naam vandaan. Maar de oorzaak is heel verschillend. Door het vaak plassen kan uw kind uitgedroogd raken.

      Oorzaak
      Diabetes insipidus ontstaat door een tekort aan een bepaald hormoon, het antidiuretisch hormoon (ADH), ook wel vasopressine genoemd. Dit hormoon wordt gemaakt door een klier in de hersenen (hypofyse). Het regelt de hoeveelheid water die de nieren uitscheiden. Een tekort kan aangeboren zijn. Het kan ook komen door een beschadiging van de hypofyse, bijvoorbeeld door een tumor, een operatie, infectie of ongeluk. Ook kunnen de nieren onvoldoende gevoelig zijn voor ADH.

      Test werking nieren
      Desmopressine wordt soms ook een keer gebruikt om te testen of de nieren goed werken.

      • Plast een kind tussen de 5 en 7 jaar in 3 maanden minimaal 2 keer in een week in bed? Dan is dit bedplassen. Is uw kind ouder dan 7 jaar? Dan is het een probleem als dit vaker dan 1 keer per maand gebeurt. Als er geen andere ziekte de oorzaak kan zijn, zal de arts adviezen geven voor de behandeling.

        Oorzaak
        Om in de nacht de plas op te houden moeten de hersenen, zenuwen, blaas en spieren van de bekkenbodem samenwerken. Bedplassen bij kinderen kan komen doordat  het kind niet opmerkt dat de blaas vol is en dat het moet plassen. Kinderen die zich minder snel ontwikkelen hebben vaker last van bedplassen. Ook bij psychische problemen komt bedplassen vaker voor.

        Bedplassen is niet het gevolg van te veel drinken of te diep slapen. Een kind plast ook niet expres in bed.

        Behandeling
        Er werken een paar dingen bij kinderen die bedplassen. Dit zijn:

        • laten plassen voor het naar bed gaan;
        • in de nachts nog een keer laten plassen;
        • een beloning geven voor elke droge nacht (motivatiemethode);
        • het gebruik van een plaswekker.

        Overleg met uw huisarts wat de beste aanpak is voor uw kind.

        Artsen schrijven desmopressine alleen voor als een andere aanpak niet heeft geholpen.

        • Hemofilie A en de ziekte van von Willebrand type I zijn ziektes waarbij de bloedstolling is verstoord.

          Oorzaak
          Bij bloedstollingsziekten is er een tekort aan bepaalde stoffen in het bloed. Dit zijn stoffen die het bloed laten stollen en zo een bloeding stoppen. Deze stoffen heten stollingsfactoren. Bij hemofilie A ontbreekt de factor VIII. Bij de ziekte van von Willebrand ontbreekt een bepaald eiwit dat bloedplaatjes aan elkaar laat plakken.

          Verschijnselen
          Bij hemofilie stolt het bloed langzamer dan normaal. Hierdoor ontstaan er soms zomaar bloedingen. Bijvoorbeeld in de gewrichten, spieren of onder de huid.

          Bij de ziekte van von Willebrand komen veel spontane tandvleesbloedingen en bloedneuzen voor. Ook kan je langer nabloeden na bijvoorbeeld een operatie.

          Behandeling
          Bij ernstige bloedingen kan de missende stollingsfactor direct worden ingespoten. Dit stopt het bloeden. Als de bloeding minder ernstig is, kan ook desmopressine worden gebruikt. Of als er kans is op een bloeding, bijvoorbeeld bij een operatie.

        • In de bijsluiter kunt u terugvinden dat desmopressine wordt gebruikt bij:

          • kinderen met diabetes insipidus;
          • kinderen vanaf 6 jaar bij bedplassen;
          • kinderen met bloedingen bij bepaalde afwijkingen in de bloedstolling;
          • kinderen om de werking van de nieren te testen.

          Desmopressine is bij deze aandoeningen en leeftijden officieel geregistreerd. Registratie betekent dat de fabrikant desmopressine bij kinderen uitgebreid heeft onderzocht. De overheid heeft goedgekeurd dat het medicijn te krijgen is. Maar kinderen tot 3 jaar hebben meer kans op bijwerkingen. Kinderen jonger dan 3 jaar krijgen desmopressine daarom alleen onder extra controle van een arts.

          • Desmopressine regelt de hoeveelheid water die de nieren uitscheiden.

            • Diabetes insipidus: desmopressine werkt op dezelfde manier als het lichaamseigen ADH. Uw kind merkt dat het werkt doordat hij minder plast en minder dorst heeft.
            • Bedplassen: desmopressine zorgt 's nachts voor minder urineproductie wanneer het voor het slapengaan wordt gebruikt. Desmopressine lost het bedplassen niet helemaal op. Wel plast uw kind 's nachts minder. Ook is het bed dan minder vaak nat. Maar vaak blijft het bed niet helemaal droog. Na stoppen met het medicijn keert het bedplassen vaak terug.
            • Afwijkingen in de bloedstolling: dit medicijn verhoogt de hoeveelheid van sommige stollingsfactoren in het bloed. Het helpt ook bij sommige andere stollingsziekten dan hemofilie A en de ziekte van von Willebrand. Als het voor een operatie wordt gebruikt komen minder vaak gevaarlijke bloedingen voor. Ook is er dan minder vaak een bloedtransfusie nodig.
              • Diabetes insipidus:
                • Gewone tabletten: het werkt na ongeveer 1 uur. Dit houdt 6 tot 14 uur aan.
                • Tabletten voor onder de tong ('melt'): deze tabletten werken na een half tot 1 uur. Dit houdt 6 tot 14 uur aan.
                • Neusdruppels en neusspray: deze beginnen te werken na 1 uur en werken 10 tot 20 uur.
              • Bedplassen:
                • Gewone tabletten en tabletten voor onder de tong: het werkt meestal na een paar dagen.
              • Afwijkingen in de bloedstolling:
                • Neusdruppels, neusspray en infuus: de werking is maximaal na 1 tot 2 uur. Gebruikt uw kind dit medicijn om bloedingen bij een operatie te voorkomen? Dan moet het een half uur tot anderhalf uur voor de operatie worden gegeven.
              • Kijk voor de dosering op het etiket van de apotheek.

                Hoe?

                Te veel drinken kan een watervergiftiging veroorzaken. Vooral jonge kinderen (met slechte nieren) kunnen hier gevoelig voor zijn. Laat uw kind daarom vanaf 1 uur voor tot 8 uur na het gebruik van desmopressine alleen drinken als hij dorst heeft.
                Is uw kind jonger dan 3 jaar of lichter dan 20 kg? Dan mag hij tot 12 uur na het gebruik van desmopressine niet meer drinken dan 100 ml.
                Hefet uw kind diabetes insipidus? Vraag advies aan de arts over de hoeveelheid vocht die uw kind mag innemen.

                Hieronder vindt u hoe uw kind het medicijn het beste kan innemen.

                • Tabletten: laat uw kind de tablet innemen met een half glas water.
                  • In plaats van met water kan uw kind sommige tabletten ook innemen met ander drinken. Zoals melk, limonade of vruchtensap. Of met zacht eten. Zoals appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag aan de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
                  • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een tablet? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe een kind de tablet het beste kan innemen.
                  • Werkt dat onvoldoende? Neem dan contact op met de apotheker. Sommige tabletten mag u fijnstampen of uiteen laten vallen in water. Maar let op: er zijn ook tabletten die u niet mag fijnstampen of uiteen mag laten vallen. Omdat het medicijn dan minder goed of zelfs niet meer werkt. Soms kan het medicijn hierdoor vies smaken. Of uw kind krijgt eerder last van bijwerkingen, zoals maagklachten. Vraag dit dus eerst aan de apotheker.
                • Smelttabletten voor onder de tong: laat uw kind de smelttablet onder de tong houden. Laat uw kind wachten totdat de tablet is opgelost in de mond. Daarna moet uw kind het speeksel doorslikken.
                • Neusspray:
                  1. Gebruikt u de spray voor het eerst? Druk dan het pompje een paar keer in, in de lucht. De spraykamer kan zich dan vullen met de oplossing. De volgende keren is dit niet meer nodig.
                  2. Laat uw kind het hoofd rechtop houden. Breng de tuit in 1 neusgat. Houd het andere neusgat dicht. Druk het pompje een keer in. Uw kind mag de vloeistof niet opsnuiven.
                  3. Moet uw kind de spray 2 keer of meer gebruiken? Gebruik dan afwisselend het linker- en het rechterneusgat.
                  4. Sluit de spray na gebruik goed af met het beschermdopje.
                • Neusdruppels: bij het flesje wordt een slangetje geleverd waarmee de dosering kan worden afgemeten, de 'rhinyle'.
                  1. Vul de 'rhinyle' volgens de instructies in de bijsluiter.
                  2. Schuif de 'rhinyle' ongeveer 2 cm in de neus van uw kind. Neem het andere uiteinde in uw mond.
                  3. Laat uw kind de adem inhouden en het hoofd achterover houden. Blaas hierna de inhoud van de 'rhynile' zacht in de neus. Op deze manier komt de inhoud op de goede plaats in het neusslijmvlies. Uw kind mag de vloeistof niet opsnuiven.
                  4. Spoel de 'rhinyle' na gebruik schoon met lauw water en sluit de flacon goed af.
                • Injectie: de injectie zal meestal door een verpleegkundige of door een arts worden gegeven.

                Wanneer?

                • Bij diabetes insipidus: verdeel de dosis zo goed mogelijk over de dag. Dan werkt het het beste. Kies vaste tijden, dan vergeet u minder snel een dosis.
                  • Gebruikt uw kind het medicijn 2 keer op een dag? Laat het hem dan 's ochtends en 's avonds gebruiken.
                  • Gebruikt uw kind het medicijn 3 keer op een dag? Laat uw kind het dan 's ochtends, 's middags en 's avonds voor het slapengaan gebruiken.
                • Bij bedplassen: laat uw kind het medicijn een keer op een dag vóór het slapengaan gebruiken.
                • Bij bloedstollingsziekten om een bloeding bij een operatie te voorkomen: de neusspray een half tot anderhalf uur voor de operatie gebruiken. De injectie kan ook vlak voor de operatie worden gegeven.

                Hoe lang?

                • Diabetes insipidus: de kans is groot dat uw kind dit medicijn zijn hele leven moet gebruiken.
                • Bedplassen: bij kinderen tot 12 jaar mag dit medicijn alleen kort en in speciale gevallen worden gebruikt. Zoals bij een logeerpartij of op vakantie. Bij kinderen ouder dan 12 jaar wordt het medicijn soms langer gebruikt. Maar niet langer dan 3 maanden achter elkaar.
                • Stollingsstoornissen: meestal wordt dit medicijn voor een korte tijd gebruikt. Bijvoorbeeld om een bloeding te stoppen. Of vlak voor een operatie om het bloedverlies te beperken.
                • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De meeste bijwerkingen die bekend zijn, zijn gemeld bij volwassenen. Over bijwerkingen bij kinderen is minder bekend dan bij volwassenen. Waarschijnlijk kunnen de bijwerkingen die bij volwassenen gemeld zijn, ook voorkomen bij kinderen. Zie voor deze bijwerkingen en hoe vaak deze voorkomen de informatie over desmopressine bij volwassenen.

                  Bijwerkingen waarvan bekend is dat ze kunnen voorkomen, zijn:

                  • Hoofdpijn

                    Deze bijwerking komt zelden voor. Als uw kind erge hoofdpijn krijgt kan dat wijzen op te weinig natrium (= zout) in het bloed. Waarschuw dan direct een arts.

                  • Watervergiftiging

                    Deze bijwerking komt zeer zelden voor. Het komt vooral voor als uw kind te veel drinkt.
                    Watervergiftiging treedt vaker op bij gebruik via de neus. Kinderen jonger dan 3 jaar mogen de neusspray en de neusdruppels daarom niet gebruiken.

                  • Bij gebruik via de neus: verstopte neus, ontsteking van het neusslijmvlies en koorts.

                     Deze bijwerkingen komen soms voor.

                  • Bij gebruik via de neus: irritatie van de neus of bloedneus, slapeloosheid, maag-darmonsteking en agressie, nervositeit en nachtmerries. 

                    Deze bijwerkingen komen zelden voor. Raadpleeg de arts als uw kind hier last van heeft.

                  • Bij gebruik via een injectie: hartkloppingen en blozen. 

                    Raadpleeg de arts als uw kind hier last van heeft.

                  • Bij gebruik via een injectie: stemmingswisselingen, zoals agressie, opwinding, nervositeit, in de war zijn, psychose. 

                    Deze bijwerking komt zeer zelden voor. Waarschuw dan een arts.


                  Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                  • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                    Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                    Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                    Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                    • Desmopressine is voor kinderen te krijgen in:

                      • tabletten;
                      • smelttabletten voor onder de tong;
                      • neusspray;
                      • neusdruppels;
                      • injecties.
                      • Meer informatie over dit medicijn vindt u bij desmopressine bij kinderen bij volwassenen. In deze tekst vindt u onder andere informatie over:

                        • wat u moet doen als een dosis is vergeten;
                        • of het mogelijk is om zomaar met dit medicijn te stoppen;
                        • of het medicijn samen mag met andere medicijnen.

                        Voor deze onderwerpen is de informatie voor kinderen en volwassenen hetzelfde, of is er geen specifieke informatie voor kinderen bekend.

                        Laatst bijgewerkt op 18-10-2023

                        Disclaimer

                        Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Voor het opstellen van deze teksten is gebruik gemaakt van het Kinderformularium van het NKFK en andere wetenschappelijke bronnen. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                        Vond u deze informatie nuttig?

                        Vind een apotheek

                        Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                        Vind een apotheek blob

                        Vraag het de webapotheker

                        Vraag het de webapotheker

                        Vraag het de webapotheker

                        Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                        Informatie wordt bijgewerkt: