Medicijnenfluoxetine bij kinderen

fluoxetine bij kinderen

Medicijnenfluoxetine bij kinderen

fluoxetine bij kinderen

Waar is dit medicijn voor?Ervaring bij kinderenHoe werkt dit medicijn en welk effect heeft het?Hoe lang duurt het voordat dit medicijn werkt?Hoe moet uw kind dit medicijn gebruiken?BijwerkingenHoe is dit medicijn verkrijgbaar?Meer informatie
  • Fluoxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's.
    Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

    Artsen schrijven fluoxetine voor bij kinderen met:

    • ernstige depressie;
    • dwangstoornis;
    • angststoornissen, zoals
      • separatieangststoornis
      • sociale fobie
    • boulimia nervosa.
    • Verschijnselen
      Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen depressieve mensen snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

      Behandeling
      Depressieve klachten kunnen behandeld worden met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, of met een combinatie van beide. De arts zal samen met uw kind bepalen welke behandeling voor hem het beste is. Het hangt vervolgens van de persoonlijke situatie af en van het soort depressie wat de behandeling wordt.

      • Verschijnselen
        Een dwangstoornis, zoals smetvrees, is een angststoornis waarbij mensen de drang voelen om voortdurend bepaalde handelingen uit te voeren, zoals overdreven vaak schoonmaken en wassen. Een medische term voor een dwangstoornis is een 'obsessief-compulsieve stoornis'.

        Behandeling
        Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer uw kind bijvoorbeeld ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan de arts uw kind adviseren ook fluoxetine te gebruiken.

        • Verschijnselen
          Iedereen is wel eens angstig. Angst is een normale reactie bij dreigend gevaar. Het leidt tot voorzichtigheid of tot vluchten, en is dus een nuttige vorm van zelfbescherming.

          Soms is iemand angstig terwijl daar weinig aanleiding voor is, bijvoorbeeld als iemand niet naar buiten durft, of geen boodschappen durft te doen in een drukke winkel. We spreken dan van een angststoornis.

          Angst geeft vaak klachten als hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en prikkelbaarheid. Hevige angst kan leiden tot hartkloppingen, benauwdheid, zweten, pijn op de borst, trillen, het gevoel flauw te vallen of tintelingen in de armen en benen.

          Separatieangststoornis
          Vooral zeer jonge kinderen kunnen angstig zijn om van huis weg te zijn of bij scheiding van personen waaraan het gehecht is. Enige 'verlatingsangst' is normaal. Het is een separatieangststoornis wanneer de angst veel groter is dan het zou moeten zijn.

          Behandeling
          Angstgevoelens en gespannenheid worden meestal behandeld met psychotherapie (gesprekken) of met medicijnen, zoals fluoxetine of met een combinatie van beide. De arts zal samen met uw kind afwegen welke aanpak het beste is in zijn situatie.

          • Verschijnselen
            Bij een sociale fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor kritiek van anderen. Men heeft daarbij last van lichamelijke verschijnselen, zoals trillen, zweten, blozen en hartkloppingen. Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last.

            Bij een kind kan deze angst komen in situaties waarin het kind ‘beoordeeld’ wordt, bijvoorbeeld bij het houden van een spreekbeurt, of bij een uitvoering.

            Behandeling
            Als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze het welzijn van uw kind sterk verminderen.

            Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer uw kind ook last heeft van angstgevoelens, dan kan de arts uw kind adviseren ook fluoxetine te gebruiken.

            • Verschijnselen
              Iemand met boulimia heeft eetbuien. Uw kind eet dan heel veel. Daarna doet uw kind iets om niet dikker te worden. Bijvoorbeeld overgeven.

              Behandeling
              Bij deze ziekte is een behandeling door een psychiater of psycholoog noodzakelijk. Fluoxetine kan helpen bij deze behandeling, vooral als uw kind ook depressieve klachten of angstgevoelens heeft.
               

            • In de bijsluiter kunt u terugvinden dat fluoxetine wordt gebruikt bij:

              • kinderen vanaf 8 jaar met ernstige depressie.

              Fluoxetine is bij deze ziekte en leeftijd officieel geregistreerd. Registratie betekent dat de fabrikant fluoxetine bij kinderen uitgebreid heeft onderzocht. De overheid heeft vervolgens goedgekeurd dat het medicijn verkrijgbaar is. Uit het onderzoek van de fabrikant blijkt dat het bij kinderen hierbij werkt. Het mag bij kinderen alleen voorgeschreven worden door een kinder-of jeugdpsychiater en het mag alleen gegeven worden in combinatie met psychotherapie.

              Er is ook onderzoek gedaan naar fluoxetine bij:

              • kinderen vanaf 8 jaar met dwangstoornis;
              • kinderen vanaf 8 jaar met angststoornissen, zoals separatieangststoornis en sociale fobie;
              • kinderen vanaf 12 jaar met boulimia nervosa.

              Deze ziektes en leeftijden staan niet in de bijsluiter. Maar ook in deze gevallen blijkt fluoxetine te werken. Daarom schrijft de arts fluoxetine soms ook voor bij kinderen met deze ziektes en van deze leeftijden. Dit wordt off-label-gebruik genoemd. Het mag bij kinderen alleen voorgeschreven worden door een kinder-of jeugdpsychiater en het mag alleen gegeven worden in combinatie met psychotherapie.

              Bij kinderen die dit medicijn gebruiken, kunnen ernstige bijwerkingen voorkomen. Daarom schrijven artsen dit medicijn niet zo vaak voor, maar alleen als zij denken dat dit de best mogelijke behandeling is voor het kind. De arts houdt uw kind dan extra goed in de gaten.

                • Depressie: fluoxetine vermindert de depressieve klachten. Uw kind voelt zich energieker en zijn stemming verbetert.
                • Angstgevoelens en gespannenheid, separatieangststoornis, dwangstoornis, sociale fobie: fluoxetine vermindert vooral de angstgevoelens zoals piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.
                • Boulimia nervosa: fluoxetine vermindert het aantal eetaanvallen en vermindert de neiging om te braken na het eten.
                  • Depressie: het kan 4 tot 6 weken duren voordat uw kind het effect van fluoxetine merkt.
                  • Angstgevoelens en gespannenheid: Het kan 1 tot 3 maanden duren voordat uw kind het effect van fluoxetine merkt. De eerste 2 weken van de behandeling kunnen de angstklachten zelfs toenemen.
                  • Dwangstoornis: Het kan 1 tot 3 maanden duren voordat uw kind het effect van fluoxetine merkt.
                  • Sociale fobie: Uw kind merkt het effect van fluoxetine niet meteen. Dit kan 4 weken duren.
                  • Boulimia: Het kan 6 tot 8 weken duren voordat uw kind het effect merkt.

                  De eerste weken kan uw kind wel last krijgen van de bijwerkingen en angstgevoelens. Laat uw kind dan niet stoppen met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als uw kind gewend is geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

                  • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

                    Hoe?

                    Hieronder vindt u per toedieningsvorm hoe uw kind het medicijn het beste kan innemen.

                    • Oplostabletten ('dispers'): laat de tablet uiteenvallen in een glas water, roer even en laat het kind dit opdrinken. Spoel het glas daarna om met een beetje water en laat het kind dit ook opdrinken.
                    • Capsules: laat uw kind de capsule zonder kauwen innemen met een half glas water.
                      • In plaats van met water kan uw kind sommige capsules ook innemen met bijvoorbeeld melk, limonade of vruchtensap, of met zacht voedsel zoals een lepel appelmoes, jam of vruchtenyoghurt. Vraag na bij de apotheker wat de mogelijkheden zijn.
                      • Heeft uw kind moeite met het heel doorslikken van een capsule? Bekijk dan het instructiefilmpje 'Slikken van medicijnen'. Hierin kunt u zien hoe uw kind de capsule het beste kan innemen.
                      • Heeft dat onvoldoende effect? Neem dan contact op met de apotheker. Sommige capsules mag u openmaken. Maar let op: er zijn ook capsules die u niet mag openmaken omdat het medicijn dan minder goed of zelfs niet meer werkt. Soms kan door het openmaken het medicijn vies smaken. Of uw kind krijgt eerder last van bijwerkingen, zoals maagklachten. Vraag dit dus eerst aan de apotheker.

                    Blijft uw kind problemen houden met het innemen van het medicijn? Vraag dan aan de arts of apotheker of er een andere toedieningsvorm is die uw kind gemakkelijker kan innemen.

                    Wanneer?

                    Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag uw kind dit medicijn neemt. Als uw kind veel last heeft van de versuffende werking, laat uw kind het dan 's avonds voor het slapengaan innemen. Kan uw kind er juist slecht door slapen, dan kan hij het beter 's ochtends innemen.

                    Hoe lang?

                    • Depressiviteit. Als het medicijn na 9-12 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met de arts. Na verbetering van de klachten moet uw kind het meestal 6 maanden blijven gebruiken. Dan heeft uw kind minder kans dat de depressiviteit terugkomt.
                    • Angstgevoelens, gespannenheid en sociale fobie. Als het medicijn na 3 maanden geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met de arts. Na verbetering van de klachten moet uw kind het meestal een jaar blijven gebruiken.
                    • Dwangstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met de arts. Als het goed werkt moet uw kind het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
                    • Boulimia nervosa. Als het medicijn na 6-8 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met de arts.

                    Bespreek gedurende de hele behandeling alle veranderingen in het gedrag of de stemming van uw kind steeds met de arts. Het kan zijn dat uw kind niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert en misschien meer baat zal hebben bij een ander medicijn.

                    • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De meeste bijwerkingen die bekend zijn, zijn gemeld bij volwassenen. Over bijwerkingen bij kinderen is minder bekend dan bij volwassenen. Waarschijnlijk kunnen de bijwerkingen die bij volwassenen gemeld zijn, ook voorkomen bij kinderen. Zie voor deze bijwerkingen en hoe vaak deze voorkomen de informatie over fluoxetine bij volwassenen.

                      Bijwerkingen waarvan bekend is dat ze kunnen voorkomen, zijn:

                      • Sufheid, slaperigheid, duizeligheid

                        En minder goed kunnen reageren, concentreren en coördineren. Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij kinderen moeten opletten. Zoals bij het fietsen, spelen, leren of op school.

                      • Stemmingsverandering, toename van depressieve gedachten en vijandige gevoelens naar zichzelf of naar anderen. Het kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord.

                        Het is niet bekend hoe vaak deze bijwerking voorkomt. Neem contact met de arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren. Jongeren onder de 18 jaar hebben meer kans op deze bijwerkingen.

                      • Manische reactie. Dit is een periode waarin uw kind te blij is en te veel energie heeft, waardoor het bijvoorbeeld niet genoeg slaapt. Soms kan men dingen gaan denken of geloven die niet kloppen (wanen) en gaan zien, horen of voelen die er niet zijn (hallucinaties).

                        Het is niet bekend hoe vaak deze bijwerking voorkomt.

                      • Groeiachterstand

                        De arts zal daarom de groei en ontwikkeling van uw kind in de gaten houden. Het is niet bekend hoe vaak deze bijwerking voorkomt.

                      • Mogelijk tijdelijke seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en een vertraagde zaadlozing

                        Deze bijwerkingen gaan over als uw kind met het medicijn stopt. Neem contact op met de arts als uw kind hier last van heeft. Het is niet bekend hoe vaak deze bijwerking voorkomt.

                      • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, krampen, braken en verminderde eetlust

                        Dit gaat meestal binnen enkele dagen over, als uw kind gewend is geraakt aan het medicijn. Uw kind heeft minder last van deze bijwerkingen als hij het medicijn met wat voedsel inneemt. Heeft uw kind ooit een maag- of darmzweer gehad, of een andere ernstige maag- of darmziekte, zoals een maag- of darmbloeding? Uw kind heeft dan meer kans op bijwerkingen op maag en darmen. Overleg met de arts. Mogelijk schrijft de arts behalve dit medicijn ook een maagbeschermend medicijn voor.

                      • Droge mond. Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in het gebit van uw kind ontwikkelen.

                        Poets en flos daarom extra goed bij uw kind als u merkt dat hij last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

                      • Gewichtsverandering

                        Vraag de huisarts om een verwijzing naar een diëtist als de gewichtsverandering te groot en ongewenst is.

                      • Problemen met plassen, zoals veel moeten plassen of niet kunnen plassen

                      • Spierpijn, trillen

                        Het is niet bekend hoe vaak deze bijwerking voorkomt.

                      • Hartkloppingen

                        Raadpleeg de arts als uw kind hier veel last van heeft.

                      • Hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid

                      • Slapeloosheid

                        Heeft uw kind hier last van, laat uw kind het medicijn dan altijd 's ochtends innemen.

                      • Nachtmerries

                        Het is niet bekend hoe vaak deze bijwerking voorkomt.

                      • Moeilijk kunnen stilzitten en rusteloosheid

                        Raapleeg de arts als dit gebeurt, mogelijk moet de dosering van dit medicijn worden verlaagd.

                      • Angst

                        Het is niet bekend hoe vaak deze bijwerking voorkomt.

                      • Huiduitslag, galbulten en jeuk

                        Raadpleeg in dat geval de arts. Zeer zelden komt dit door een allergische reactie op het medicijn en moet uw kind met het medicijn stoppen.


                      Heeft uw kind last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                      • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                        Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                        Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                        Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                        • Fluoxetine is voor kinderen te verkrijgen in:

                          • oplostabletten;
                          • capsules.
                          • Meer informatie over dit medicijn vindt u bij fluoxetine bij volwassenen. In deze tekst vindt u onder andere informatie over:

                            • wat u moet doen als een dosis is vergeten;
                            • of het mogelijk is om zomaar met dit medicijn te stoppen;
                            • of het medicijn samen mag met andere medicijnen.

                            Voor deze onderwerpen is de informatie voor kinderen en volwassenen hetzelfde, of is er geen specifieke informatie voor kinderen bekend.

                            Daarnaast kunt u op de site van het Kenniscentrum Kinder-en Jeugdpsychiatrie meer informatie vinden over fluoxetine bij kinderen.

                            Laatst bijgewerkt op 10-03-2022

                            Disclaimer

                            Deze tekst is geschreven door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Voor het opstellen van deze teksten is gebruik gemaakt van het Kinderformularium van het NKFK en andere wetenschappelijke bronnen. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.

                            Vond u deze informatie nuttig?

                            Vind een apotheek

                            Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                            Vind een apotheek blob

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.
                            Informatie wordt bijgewerkt: