Veilig in de zon
De UV-straling in zonlicht kan de huid beschadigen en ervoor zorgen dat uw huid verbrandt. Bescherm uzelf en draag kleding, gebruik een zonnebrandcrème en blijf tussen 12.00 en 15.00 uur uit de zon.
De ultraviolette straling (UV-A en UV-B) van de zon kan de huid beschadigen.
Bent u al bruin bent of verbrandt u nooit? Dan kan de UV-straling toch nog uw huid beschadigen. Bescherm uzelf dus altijd tegen de zon.
De een is gevoeliger voor te veel zon dan de ander. Maar het is altijd goed niet te veel in de zon te komen. Zo beschermt u zich tegen UV-straling:
Het getal op de verpakking van het zonnebrandmiddel geeft aan hoe sterk de bescherming is. Dit is de beschermingsfactor, of SPF: 'sun protection factor'. Hoe hoger dit getal, hoe beter het zonnebrandmiddel beschermt tegen de zon.
In onderstaande tabel ziet u welke beschermingsfactor past bij uw huidtype. Bij uitgebreid zonnen, op buitenlandse zonvakanties en tijdens wintersport is minimaal factor 30 aan te raden.
Naast het huidtype bepaalt ook de hoeveelheid UV-straling welke factor nodig is. Kijk voor de de dagelijkse hoeveelheid UV-straling op een weerwebsite.
Huidtype | Verbranding | Bruining | Uiterlijk | Insmeren met factor |
1 | verbrandt zeer snel | wordt niet bruin | zeer lichte huid, vaak met sproeten, rossig of lichtblond haar, lichte ogen | 20-30 |
2 | verbrandt snel | wordt langzaam bruin | lichte huid, blond haar, lichte ogen | 15+ |
3 | verbrandt niet snel | wordt snel bruin | licht getinte huid, donkerblonde tot bruine haren, vrij donkere ogen | 15+ |
4 | verbrandt bijna nooit | bruint zeer goed | getinte huid, donkere haren en ogen | 10-15 |
Mensen met huidtype 1 en 2 hebben meer kans op huidkanker. Deze mensen moeten zich dus heel goed beschermen.
Kinderen en tieners jonger dan 16 jaar moeten extra oppassen met de zon. Zij zijn extra gevoelig voor beschadiging door UV-straling. Veel blootstelling aan zonlicht tijdens de kinderjaren en het aantal keer dat iemand is verbrand, lijken een rol te spelen bij het ontstaan van huidkanker.
Bescherm kinderen daarom op de volgende manier:
Bent u verbrand?
Door sommige medicijnen kunt u gevoeliger worden voor zonlicht. Dit wordt ook wel zonlichtovergevoeligheid, zonneallergie of fototoxiciteit genoemd.
Gebruikt u deze medicijnen en komt u in de zon? Dan kunt u last krijgen van huiduitslag, jeuk, roodheid, andere verkleuring van de huid en ernstige verbranding door de zon. Dit kan al als u maar heel even in de zon bent.
Medicijnen die u overgevoelig voor zonlicht kunnen maken zijn bijvoorbeeld adapaleen, tacrolimus en isotretinoïne, en de antibiotica doxycycline en sulfadiazine. Bij deze medicijnen staat meestal op het etiket: ‘Felle zon en UV-lamp op de huid vermijden’.
Bent u benieuwd of uw medicijn u overgevoelig voor de zon kan maken? Zoek uw medicijn op deze website, of kijk in de bijsluiter onder ‘bijwerkingen’. Voor specifiek advies kunt u terecht bij uw apotheker of arts. Misschien kunt u een ander medicijn gebruiken dat deze bijwerking niet heeft.
Als u bent gestopt, met een medicijn kan het nog een tijdje in uw bloed aanwezig blijven. Een voorbeeld: het antibioticum doxycycline kan tot een week na het einde van de kuur nog in het bloed zitten. Het advies is dan om ook de week na het einde van de kuur niet in de zon te komen.
U kunt bij lichtovergevoeligheid het beste zo min mogelijk in de zon komen. En u moet zich zeer goed beschermen tegen de zon als u buiten bent. Ook bij bewolkt weer, want wolken houden maar een deel van de UV-straling tegen.
Gaat u op wintersport? Smeer uw gezicht dan in met minimaal factor 30. Draag ook een muts, sjaal, skibril en handschoenen.
Bent u verbrand door lichtovergevoeligheid? Koel dan de huid met natte doeken en neem zo nodig een pijnstiller. Bij jeuk kunt u allergie-tabletten gebruiken, zoals cetirizine en loratidine. Deze medicijnen zijn zonder recept verkrijgbaar bij uw apotheek of drogist. Is de reactie zeer ernstig? Neem dan contact op met uw huisarts. Soms is dan een sterker medicijn nodig, zoals prednisolon.
Neem direct contact op met uw huisarts:
Behalve de huid zijn ook de ogen gevoelig voor UV-straling. Door overmatige blootstelling aan UV-straling kunt u last krijgen van een hoornvliesontsteking. Dit wordt ook wel ‘sneeuwblindheid` genoemd, omdat dit veelal voorkomt bij mensen die hoog in de sneeuw verblijven.
Voorkom sneeuwblindheid met een zonnebril met UV-werende glazen. Draag op wintersport een sportzonnebril met klepjes aan de zijkant, zodat UV-straling niet via de zijkant het oog binnendringt.
Sneeuw, water en zand weerkaatsen UV-straling. In het hooggebergte, op het water en aan het strand kunt u daardoor sneller verbranden dan u zou verwachten. In de bergen speelt ook nog eens mee dat UV-stralen minder wordt gestopt omdat de lucht schoner is.
De kracht van de zon hangt niet af van de temperatuur. Op een heldere, koele dag kunt u bij een hoge kracht van de zon net zo snel verbranden als op een warme dag.
Door de bergen en de sneeuw is het tijdens de wintersport extra opletten met de zon:
Gebruik liever geen middelen tegen insecten met daarin DEET ((diëthyltoluamide) als u ook een zonnebrandmiddel gebruikt. DEET zorgt ervoor dat het zonnebrandmiddel niet goed werkt.
Gebruikt u toch een zonnebrandmiddel met DEET? Dan is het advies om eerst het zonnebrandmiddel aan te brengen, en minstens 2 uur later de DEET.
Bij een zonnesteek kunt u last krijgen van een gloeiende huid, zweten, bleek zien, hoofdpijn, duizeligheid, braken, moe zijn en een slap gevoel. Uw lichaam verliest vocht door zweten als het warm is. Als u te weinig drinkt, dan heeft uw lichaam te weinig vocht om te verdampen. Hierdoor stijgt uw lichaamstemperatuur. Als dit in de zon gebeurt, dan heeft u een zonnesteek.
Laatst bijgewerkt op 29-03-2022