Een anti-epilepticum is een medicijn dat helpt om minder aanvallen van epilepsie te hebben. Het medicijn heeft invloed op de signalen die zenuwen in de hersenen aan elkaar geven. Zo zorgt het dat overprikkelde zenuwen in de hersenen tot rust komen. Hierdoor kan het ook gebruikt worden voor andere ziektes. Zoals migraine en zenuwpijn.

Er zijn veel soorten anti-epileptica. Zoals carbamazepine, fenytoïne, gabapentine, lacosamide, lamotrigine, levetiracetam, pregabaline, topiramaat en valproïnezuur.

Wilt u meer weten over uw anti-epilepticum? Lees dan de informatie over uw anti-epilepticum op deze site. Ook uw apotheker en arts geven hier graag meer uitleg over.

U kunt soms beter stoppen met een anti-epilepticum. Wanneer dit kan, hangt af van waarvoor u het anti-epilepticum gebruikt. 

In de volgende gevallen kunt u soms minder van uw anti-epilepticum gebruiken of als het u lukt ermee stoppen:

Bij epilepsie:

• U gebruikt het anti-epilepticum omdat u na een beroerte epileptische aanvallen heeft gehad.
  Na een beroerte hebben sommige mensen last van plotselinge epileptische aanvallen. Daarom kan de arts in het ziekenhuis na een beroerte een anti-epilepticum voorschrijven. U moet het medicijn dan meestal 6 tot 12 weken gebruiken. Overleg daarna met uw arts of u last heeft gehad van aanvallen en of u het medicijn kan afbouwen. 
• U heeft al een lange tijd epilepsie zonder aanvallen.
  Heeft u 2 jaar of langer geleden voor het laatst een epilepsie aanval gehad? Dan kunt u mogelijk proberen om langzaam te stoppen met uw medicijn. Overleg hierover met uw apotheker en arts die het medicijn heeft voorgeschreven.

Bij migraine:

• U heeft al langere tijd minder last van migraine aanvallen.
  Artsen in het ziekenhuis schrijven soms anti-epileptica voor om een migraine aanval te voorkomen. U moet het anti-epilepticum vaak meer dan 6 maanden gebruiken voor u weet of het bij u werkt. Heeft u het medicijn lange tijd gebruikt en heeft u minder last van migraine aanvallen? Dan kunt u mogelijk proberen om langzaam te stoppen met uw medicijn. Overleg hierover met uw apotheker en arts die het medicijn heeft voorgeschreven.

Bij zenuwpijn:

Anti-epileptica hebben niet altijd genoeg effect tegen zenuwpijn. Ook als u verschillende soorten medicijnen tegelijk gebruikt, kan het zijn dat de zenuwpijn niet minder wordt.

U kunt beter stoppen in deze situaties:

• U merkt niet dat uw zenuwpijn minder wordt door het anti-epilepticum. 
• U gebruikt verschillende soorten medicijnen tegen zenuwpijn tegelijk.
• U bent kwetsbaar (u bent al ouder en wordt snel ziek). En:
  • U heeft veel last van bijwerkingen.
    Zoals suf zijn en botontkalking. Hierdoor heeft u een grotere kans om te vallen en een bot te breken. Ook kunt u last krijgen van trillende handen. Bespreek uw klachten met uw apotheker en arts.
  • U heeft geheugenproblemen. 
    U vergeet bijvoorbeeld snel dingen of u heeft dementie. Dan kan het moeilijk zijn om goed aan te geven hoeveel zenuwpijn u heeft of dat het medicijn bij u werkt. Ook kunnen geheugenproblemen door anti-epileptica slechter worden.

Stop nooit zelf met een anti-epilepticum. Als u niet op de juiste manier stopt kunt u weer klachten krijgen. Of u krijgt ontwenningsverschijnselen. Doe dit daarom alleen in overleg met uw apotheker en arts die u dit medicijn heeft voorgeschreven. Samen bespreekt u wat voor u het beste is.

Uw apotheker en/of arts zullen samen met u een afbouwschema maken. U gebruikt dan steeds minder van het medicijn. Daarna kunt u helemaal stoppen met het medicijn. U mag dit medicijn NIET in 1 keer stoppen.

Hoelang het afbouwen duurt, hangt af van de ziekte waartegen u het anti-epilepticum gebruikt, het medicijn en de klachten die u krijgt tijdens het afbouwen. 

Als u te snel stopt met dit medicijn kunt u weer last krijgen van uw klachten. Bij zenuwpijn kan uw pijn in het begin tijdelijk erger worden. Bij migraine kunnen de aanvallen terugkomen. En bij epilepsie kunt u een epilepsie aanval krijgen als u te snel stopt. Ook kunt u ontwenningsverschijnselen krijgen. Zoals slaapproblemen, hoofdpijn, misselijk zijn, diarree, nerveus en depressief zijn, duizelig zijn, zweten en pijn. Stop daarom nooit zelf met dit medicijn. 

Tijdens het afbouwen zal uw arts u regelmatig controleren op klachten. Krijgt u klachten tijdens het afbouwen? Dan zullen uw apotheker en arts samen met u kijken of u langzamer kunt afbouwen. Krijgt u klachten nadat u bent gestopt met uw anti-epilepticum? Overleg dan met uw apotheker en arts.

Soms lukt het niet om helemaal te stoppen met het anti-epilepticum. Uw apotheker en arts zullen met u bespreken of u het medicijn veilig door kunt gebruiken, bijvoorbeeld in een lagere dosering. Bij een lagere dosering heeft u minder kans op bijwerkingen.

Maakt u zich zorgen? Of wilt u meer informatie over of u kunt afbouwen met uw anti-epilepticum? Overleg hierover dan met uw apotheker en arts. 

Ga in de volgende gevallen door met uw anti-epilepticum:

• U heeft epilepsie gekregen op latere leeftijd.
  Dan ontstaat epilepsie vaak door schade aan de hersenen. Zoals na een ongeluk of een herseninfarct, bloeding of tumor. Als u stopt met het anti-epilepticum is de kans groot dat u weer epilepsie aanvallen krijgt.
• U heeft een grote kans dat u opnieuw epilepsie aanvallen krijgt. U heeft bijvoorbeeld vroeger vaak aanvallen gehad.
• U gebruikt een anti-epilepticum voor andere ziektes dan epilepsie, migraine of zenuwpijn. Wilt u graag stoppen met uw anti-epilepticum of minder ervan gebruiken? Overleg dan met uw apotheker en arts die het medicijn heeft voorgeschreven. Samen kunt u besluiten wat voor u het beste is om te doen.