Een antidepressivum is een medicijn dat uw stemming en emoties kan veranderen. Het medicijn verandert de hoeveelheid van een bepaald stofje in de hersenen. Soms kan dit medicijn ook pijnklachten minder maken.

Er zijn verschillende soorten antidepressiva:

• Tricyclische antidepressiva, zoals amitriptyline, clomipramine, en nortriptyline.
• Serotonineheropnameremmers, zoals citalopram, fluoxetine, paroxetine en sertraline.
• MAO-remmers, zoals fenelzine en moclobemide.
• Overige, zoals duloxetine, trazodon en venlafaxine.

Wilt u meer weten over uw antidepressivum? Lees dan de informatie over uw antidepressivum op deze site. Ook uw apotheker en arts geven hier graag meer uitleg over.

U kunt soms beter stoppen met een antidepressivum. 

In de volgende gevallen kunt u beter minder van uw antidepressivum gebruiken of als het u lukt ermee stoppen:

• U heeft veel last van bijwerkingen.
  Zoals klachten van de maag en darmen (misselijk zijn, overgeven, diarree en verstopping), seksuele problemen (minder zin in vrijen, moeilijker een stijve penis krijgen en vertraagde zaadlozing), hoofdpijn, angst, onrust, bewegingsproblemen, slaapproblemen en droge mond. Ook kunt u last hebben van plasproblemen en problemen met het geheugen. 
  De bijwerkingen hangen af van het soort antidepressivum dat u gebruikt. Bespreek uw klachten met uw apotheker en arts.
• U gebruikt het antidepressivum tegen zenuwpijn en merkt niet dat uw zenuwpijn minder wordt. Of u gebruikt verschillende soorten medicijnen tegen zenuwpijn tegelijk.
  Antidepressiva hebben niet altijd genoeg effect op zenuwpijn. Ook als u verschillende soorten medicijnen tegelijk gebruikt kan het zijn dat de zenuwpijn niet minder wordt.
• U gebruikt het antidepressivum tegen depressie en u bent al 6 maanden of langer vrij van klachten. 
  Soms kunt u dan proberen om langzaam te stoppen met het medicijn.
• U heeft vaak last van depressie en u heeft ten minste 1 jaar geleden voor het laatst klachten gehad. 
  Soms kunt u dan proberen om langzaam te stoppen met het medicijn.
• U gebruikt het antidepressivum tegen depressie en u merkt niet dat uw depressie klachten minder worden. 
• U gebruikt dit medicijn omdat u slecht slaapt.
  Antidepressiva hebben weinig effect op slaapproblemen, maar geven wel een hoge kans op bijwerkingen. Zoals suf zijn overdag. Daarom raden apothekers en artsen het gebruik van deze medicijnen bij slaapproblemen af.
• U bent kwetsbaar (u bent al ouder en wordt snel ziek) of u heeft niet lang meer te leven. En:
  • U heeft dementie en u gebruikt een antidepressivum 3 maanden of langer tegen depressie of onrust.
  • U heeft een grote kans om te vallen en een bot te breken.
    Door antidepressiva kunt u suf worden. Ook kunt u duizelig zijn of zwart voor uw ogen zien, vooral als u opstaat uit bed of van een stoel. Daardoor heeft u een nog groter kans om te vallen en een bot te breken.
  • U gebruikt een tricyclisch antidepressivum en u heeft geheugenproblemen.
    U vergeet bijvoorbeeld snel dingen of u heeft dementie. Door tricyclische antidepressiva kunt u last krijgen van geheugenproblemen en u kunt in de war raken. Als u al geheugenproblemen of dementie heeft dan kunnen uw klachten erger worden.

Stop nooit zelf met een antidepressivum. Als u niet op de juiste manier stopt kunt u weer klachten krijgen. Of u krijgt ontwenningsverschijnselen. Doe dit daarom alleen in overleg met uw apotheker en arts. Samen bespreekt u wat voor u het beste is.

Uw apotheker en/of arts zullen samen met u een afbouwschema maken. U gebruikt dan steeds minder van het medicijn. Daarna kunt u helemaal stoppen met het medicijn. U mag dit medicijn NIET in 1 keer stoppen.

Hoelang het afbouwen duurt hangt af van hoeveel u van het antidepressivum heeft gebruikt en hoe groot de kans is dat u weer klachten krijgt.

Als u te snel stopt met dit medicijn kunt u weer last krijgen van uw klachten. Of u krijgt ontwenningsverschijnselen. Zoals slaapproblemen, klachten van de maag en darmen (zoals misselijk zijn, overgeven en diarree), duizelig zijn, psychische klachten (zoals angst, irritatie, en somber en prikkelbaar zijn). Ook kunt u last krijgen van geheugenproblemen of hartproblemen. Stop daarom nooit zelf met dit medicijn. 

Tijdens het afbouwen zal uw arts u regelmatig controleren op klachten. Krijgt u klachten tijdens het afbouwen? Dan zullen uw apotheker en arts samen met u kijken of u langzamer kunt afbouwen. Krijgt u klachten nadat u bent gestopt met uw antidepressivum? Overleg dan met uw apotheker en arts.

Soms lukt het niet om helemaal te stoppen met het antidepressivum. Uw apotheker en arts zullen met u bespreken of u het medicijn veilig door kunt gebruiken, bijvoorbeeld in een lagere dosering. Bij een lagere dosering heeft u minder kans op bijwerkingen.

Maakt u zich zorgen? Of wilt u meer informatie over of u kunt afbouwen met uw antidepressivum? Overleg dan hierover met uw apotheker en arts.

Ga in de volgende gevallen door met uw antidepressivum:

• U heeft erge depressie waartegen u een combinatie van medicijnen gebruikt of u heeft verschillende soorten medicijnen ertegen gebruikt.
• U heeft eerder geprobeerd om te stoppen met het antidepressivum en dat is niet gelukt.
• U gebruikt een antidepressivum voor andere ziektes dan depressie, zenuwpijn of slaapproblemen. Wilt u graag stoppen met uw antidepressivum of minder ervan gebruiken? Overleg dan met uw apotheker en arts. Samen kunt u besluiten wat voor u het beste is om te doen.