Een antipsychoticum is een medicijn tegen psychoses en onrust. Het helpt u om uit een psychose te komen. In de hersenen komen verschillende stoffen voor, zoals dopamine. Een antipsychoticum zorgt ervoor dat dopamine minder werkt in de hersenen. Hierdoor worden psychoses en onrust minder. Een antipsychoticum kan ook worden gebruikt tegen gedragsproblemen, bijvoorbeeld bij dementie.

Er zijn veel soorten antipsychotica. Zoals clozapine, quetiapine, risperidon, pipamperon en haloperidol.

Wilt u meer weten over uw antipsychoticum? Lees dan de informatie over uw antipsychoticum op deze site. Ook uw apotheker en arts geven hier graag meer uitleg over.

Als u 70 jaar of ouder bent kunt u soms beter stoppen met een antipsychoticum als u dit gebruikt tegen slaapproblemen. Of als u dementie heeft en daarbij last heeft van ernstig onrust, gedragsproblemen of klachten van een psychose (zoals dingen zien die er niet zijn, stemmen in je hoofd of daarbuiten horen, vreemde waarnemingen, verward zijn en mensen niet vertrouwen).

In de volgende gevallen kunt u beter minder van uw antipsychoticum gebruiken of als het u lukt ermee stoppen:

• U heeft veel last van bijwerkingen. 
  Zoals suf zijn, hartritmestoornissen, duizelig zijn of zwart voor uw ogen zien als u opstaat uit bed of van een stoel, problemen met bewegen (stijve spieren, beven, moeite met lopen of praten en plotselinge spiertrekkingen), verstopping, droge mond, wazig zien, problemen met plassen en geheugenproblemen. Bespreek uw klachten met uw apotheker en arts.
• U gebruikt het medicijn omdat u slecht slaapt.
  Antipsychotica hebben weinig effect op slaapproblemen, maar geven wel een hoge kans op ernstige bijwerkingen. Zoals zwaarder worden, suf zijn overdag en hartziektes. Daarom raden apothekers en artsen het gebruik van deze medicijnen bij slaapproblemen af.
• U bent kwetsbaar (u bent al ouder en wordt snel ziek) of u heeft niet lang meer te leven. En: 
  • U gebruikt het antipsychoticum langer dan 3 maanden.
    Soms heeft een antipsychoticum weinig effect op gedragsproblemen. Uw arts zal controleren of het medicijn bij u werkt en hoe erg uw klachten zijn. Als u geen ernstige klachten heeft en het medicijn werkt niet, kunt u mogelijk minder van uw medicijn gebruiken of ermee stoppen. Als u stopt met uw medicijn, zullen uw klachten niet erger worden.
  • U heeft een grote kans om te vallen en een bot te breken.
    Door antipsychotica kunt u suf worden of problemen krijgen met bewegen (stijve spieren, beven, moeite met lopen of praten en plotselinge spiertrekkingen). Ook kunt u duizelig zijn of zwart voor uw ogen zien, vooral als u opstaat uit bed of van een stoel. Daardoor heeft u een nog groter kans om te vallen en een bot te breken.
  • U heeft een lichamelijke ziekte. Zoals de Ziekte van Parkinson of u heeft een beroerte gehad.
    Door een antipsychoticum kunt u last krijgen van problemen met bewegen. Zoals stijve spieren, beven, moeite met lopen of praten en plotselinge spiertrekkingen. Bij een lichamelijke ziekte kunnen uw klachten erger worden. Ook geeft een antipsychoticum een grotere kans op een beroerte. 

Stop nooit zelf met een antipsychoticum. Als u niet op de juiste manier stopt kunt u weer klachten krijgen. Of u krijgt ontwenningsverschijnselen. Doe dit daarom alleen in overleg met uw apotheker en arts. Samen bespreekt u wat voor u het beste is.

Uw apotheker en/of arts zullen samen met u een afbouwschema maken. U gebruikt dan steeds minder van het medicijn. Daarna kunt u helemaal stoppen met het medicijn. U mag dit medicijn NIET in 1 keer stoppen. 

Hoelang het afbouwen duurt, hangt af van hoeveel en hoelang u het antipsychoticum heeft gebruikt.

Als u te snel stopt met dit medicijn kunt u weer last krijgen van uw klachten. Of u krijgt ontwenningsverschijnselen. Zoals misselijk en duizelig zijn, onrust, slaapproblemen, angst, irritatie, trillen en stijfheid. Stop daarom nooit zelf met dit medicijn. 

Tijdens het afbouwen zal uw arts u regelmatig controleren op klachten. Krijgt u klachten tijdens het afbouwen? Dan zullen uw apotheker en arts samen met u kijken of u langzamer kunt afbouwen. Krijgt u klachten nadat u bent gestopt met uw antipsychoticum? Overleg dan met uw apotheker en arts.

Soms lukt het niet om helemaal te stoppen met het antipsychoticum. Uw apotheker en arts zullen met u bespreken of u het medicijn veilig door kunt gebruiken, bijvoorbeeld in een lagere dosering. Bij een lagere dosering heeft u minder kans op bijwerkingen.

Maakt u zich zorgen? Of wilt u meer informatie over of u kunt afbouwen met uw antipsychoticum? Overleg hierover dan met uw apotheker en arts.

Ga in de volgende gevallen door met uw antipsychoticum:

• U heeft dementie. En u heeft daarbij last van ernstige onrust, psychoses of gedragsproblemen.
• U gebruikt een antipsychoticum voor andere ziektes dan ernstige onrust, psychoses of gedragsproblemen bij dementie, of slaapproblemen. Bijvoorbeeld bij psychiatrische ziektes of als het medicijn is voorgeschreven door een psychiater. Bij sommige ziektes moet u het uw hele leven gebruiken. Wilt u graag stoppen met uw antipsychoticum of minder ervan gebruiken? Overleg dan met uw apotheker en arts die het medicijn heeft voorgeschreven. Samen kunt u besluiten wat voor u het beste is om te doen.