Medicijnenbusereline

busereline

Medicijnenbusereline

busereline

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Busereline is een hormoon. Het remt de aanmaak van mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen.
    • Bij mannen bij prostaatkanker.
    • Implantatiestaafje: de busereline zit in een staafje van een paar millimeter. De arts zal met een injectienaald het implantatiestaafje onder de huid inbrengen. Meestal onder de huid van uw buik. Het staafje geeft het hormoon gedurende 3 maanden af.
    • Neusspray: gebruik 3 keer per dag, om de 8 uur. Telkens in elk neusgat 2 snuifjes. Snuit vooraf uw neus.
    • Bijwerkingen implantatiestaafje: pijn, roodheid en zwelling op de injectieplaats.
    • Bijwerkingen neusspray: irritatie van het neusslijmvlies, bloedneus, verandering van smaak en heesheid.
    • De eerste 2 weken kunnen de klachten van de prostaatkanker juist toenemen, zoals problemen met plassen, botpijn en spierzwakte. Daarna nemen de klachten af.
    • Ook kunt u opvliegers en hoofdpijn krijgen. Andere bijwerkingen: impotentie of andere seksuele klachten.
    • Busereline behoort tot de hypothalamus-hormonen. Deze hormonen remmen de aanmaak van vrouwelijke en mannelijke geslachthormonen.

      Artsen schrijven het voor bij prostaatkanker.

      • Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg is tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die, als men er niets aan doet, fataal kan zijn.

        Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

        Oorzaak
        In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

        Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

        Verschijnselen
        Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

        Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

        Busereline wordt gebruikt bij prostaatkanker.

        Prostaatkanker
        De prostaat is een klier in de onderbuik. Het ligt om de urinebuis heen. Deze klier maakt het prostaatvocht. Dit is het vocht dat bij de zaadlozing samen met de zaadcellen naar buiten komt.

        Bij een DNA-beschadiging kunnen de cellen in de prostaatklier ongeremd gaan groeien. Op deze plaats verhardt de prostaat. Door de tumor kan de prostaat groter zijn. De tumor kan de plasbuis dichtknijpen waardoor het plassen moeilijker gaat. Het mannelijk hormoon testosteron bevordert de groei van kankercellen. Testosteron wordt aangemaakt door de zaadballen.

        Prostaatkanker komt voor bij mannen ouder dan 50 jaar.

        Behandeling
        Prostaatkanker wordt meestal behandeld met een operatie, bestraling en medicijnen tegen testosteron (zoals busereline). Soms zijn ook cytostaticakuren nodig (chemotherapie).

        Alleen  medicijnen tegen testosteron zijn meestal niet voldoende om te genezen. Wel worden de ziekte en de klachten afgeremd. Een van de medicijnen tegen testosteron die uw arts kan voorschrijven is busereline.

        Het wordt soms ook na een bestralingskuur gegeven, om de kans te verminderen dat de ziekte terugkeert.

        Werking
        Busereline vermindert de aanmaak van testosteron. De groei van de prostaatkankercellen wordt hierdoor afgeremd.

      • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Veel bijwerkingen zijn het gevolg van de afname van de mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen. Na stoppen van de behandeling verdwijnen deze bijwerkingen.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

        Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

        • In het begin van de behandeling: tijdelijke verergering van de klachten, zoals problemen met plassen, botpijn, spierpijn en spierzwakte.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Hoofdpijn

        • Opvliegers en zweten

          Deze klachten kunnen na enkele maanden vanzelf overgaan, omdat uw lichaam eraan went. Blijft u last houden? Raadpleeg dan uw arts.

        • Seksuele klachten, impotentie, verkleining van de teelballen, en minder zin in vrijen

        • Bij het implantatiestaafje: pijn, roodheid en zwelling op de injectieplaats

          Eventueel kan de arts het staafje onder plaatselijke verdoving inbrengen.

           

        • Psychische klachten, zoals stemmingswisselingen of depressie. Zeer zelden nervositeit, prikkelbaarheid of angstig gevoel.

          Neem contact op met uw arts, als u dit merkt.

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Bij de neusspray: irritatie in de neus, bloedneus, verandering van smaak en reuk, en heesheid

        • Sufheid, vermoeidheid, slaperigheid of slapeloosheid, moeite met concentreren, geheugenproblemen

        • Duizeligheid, oorsuizen, gehoorproblemen

        • Wazig zien, gevoel van druk achter de ogen

        • Hartkloppingen, hoge bloeddruk

        • Hart- en vaataandoeningen, zoals hartkramp (angina pectoris) en meer kans op een hartaanval. De kans hierop is groter bij mensen die al meer kans hebben op een hart- of vaataandoeningen. Zoals mensen met hartkramp en mensen die ooit een hartaanval hebben gehad.

          Overleg met uw arts voor u dit medicijn gaat gebruiken. Neem ook contact op met uw arts als u meer klachten krijgt en bij pijn op de borst. Mogelijk kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven.

        • Veranderingen in lichaamsbeharing, zoals kaalheid of verminderde baardgroei

        • Borstvorming

        • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree of verstopping

        • Gewichtsverandering

          Gewichtstoename kan komen door toename van de eetlust, maar ook door het vasthouden van vocht.

        • Tintelend of doof gevoel van de huid

        • Spierpijn, gewrichtspijn

        • Minder aanmaak van rode of witte bloedcellen, of van bloedplaatjes. U merkt dat aan meer infecties, extreme vermoeidheid, een bleke huid en slijmvliezen, blauwe plekken en bloedneuzen. Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren.

        • Te hoog bloedglucose. Bij mensen die hiervoor gevoelig zijn, kunnen daarom verschijnselen van diabetes (suikerziekte) ontstaan. U merkt dit aan verschijnselen als veel dorst en veel moeten plassen. Mensen met diabetes kunnen tijdens de behandeling meer insuline of bloedsuikerverlagende tabletten nodig hebben. Meet daarom extra vaak uw bloedglucose.

        • Kan een aanval van acute porfyrie uitlokken. Acute porfyrie is een stofwisselingsziekte waarbij u aanvallen krijgt van buikpijn, overgeven, koorts en hartkloppingen.

          Heeft u acute porfyrie? Geef dit dan door aan uw apotheek. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.

        • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, rode huid, galbulten en jeuk. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.
          Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid, een opgezwollen gezicht of flauwvallen. Ga dan onmiddellijk naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst.

          Blijkt u overgevoelig voor busereline? Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

        Na een aantal maanden

        • Brozer worden van de botten door het verlies van botweefsel (osteoporose). Ouderen hebben eerder kans op botbreuken.

          Na stoppen herstelt het botverlies zich binnen 9 maanden.


        Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


        Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

            Hoe?

            Neusspray

            • Verwijder de schroefdop van de flacon en draai het doseerpompje op de flacon.
            • Als u de spray voor het eerst gebruikt, moet u het pompje een paar maal indrukken in de lucht. De spraykamer kan zich dan vullen met de oplossing. De volgende keren is dit niet meer nodig.
            • Snuit vooraf de neus. Snuit vooral goed als u verkouden bent.
            • Houd uw hoofd een beetje schuin naar voren gebogen.
            • Breng de tuit in één neusgat, houd het andere neusgat dicht en druk het pompje eenmaal in. Snuif de vloeistof gelijktijdig op, zodat het middel diep in de neus komt.
            • Herhaal dit voor het andere neusgat.
            • Voor 2 snuifjes per neusgat: herhaal de toediening, eerst het ene, dan het andere neusgat.
            • Maak de tuit na gebruik goed schoon en sluit de flacon goed af.

            Het flesje is na openen 5 weken houdbaar. U kunt op de verpakking noteren wanneer u het heeft aangebroken.

            Implantatiestaafje

            Uw arts zal het implantatiestaafje met behulp van een injectienaald onder de huid inbrengen. Meestal in de huid van de buik. Het staafje wordt door het lichaam langzaam vanzelf afgebroken.

            Hoe lang?
            De behandeling gaat door zolang u het medicijn nodig heeft.

            • Het is belangrijk dit middel consequent te gebruiken. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

              Neusspray
              U gebruikt dit medicijn 3 keer per dag: duurt het nog meer dan 2 uur voor u de volgende dosis normaal neemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog. Duurt het nog minder dan 2 uur? Sla de vergeten dosis dan over.

              Implantatiestaafje
              Bent u de afspraak vergeten om het staafje te laten plaatsen? Neem dan contact op met het ziekenhuis om een nieuwe afspraak te maken.

              • autorijden, alcohol drinken en alles eten?
                Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                • Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

                  • Als u wilt stoppen, overleg dan eerst met uw arts. Als u te vroeg stopt met de behandeling kunnen er weer kankercellen gaan groeien.

                    • De werkzame stof busereline zit in de volgende producten:
                      • Busereline is sinds 1984 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in een neusspray en als een implantiestift onder de merknaam Suprefact.

                        Laatst bijgewerkt op 18-01-2024

                        Disclaimer

                        Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                        Vond u deze informatie nuttig?

                        Vind een apotheek

                        Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                        Vind een apotheek blob

                        Vraag het de webapotheker

                        Vraag het de webapotheker

                        Vraag het de webapotheker

                        Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                        Meldpunt medicijnen

                        Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                        Geen ervaringen gevonden

                        Informatie wordt bijgewerkt: