Medicijnenpanobinostat

panobinostat

Medicijnenpanobinostat

panobinostat

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Panobinostat remt kanker (cytostaticum).
    • Bij de ziekte van Kahler (multipel myeloom), een kanker van het beenmerg.
    • De capsule heel doorslikken met een half glas water. Niet kauwen of stukmaken.
    • U gebruikt panobinostat op een paar dagen in 2 weken, waarna een week pauze volgt. Vraag uw apotheker of arts om een slikschema.
    • Bloedafwijkingen kunnen optreden. U merkt dit vooral aan bloedingen, een bleke huid, vermoeidheid en meer infecties, zoals longontsteking, blaasontsteking of huidinfecties. Uw arts zal uw bloed regelmatig controleren.
    • U kunt misselijk worden en maagpijn of diarree krijgen. Neem een middel tegen diarree in zodra u diarree krijgt (zoals loperamide). Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft of moet overgeven.
      Bij misselijkheid kan het helpen het medicijn met wat voedsel in te nemen.
    • Andere bijwerkingen zijn minder eetlust, hoofdpijn, slapeloosheid, hoesten en benauwdheid, dikke voeten of enkels.
    • Vraag advies wat u tegen de bijwerkingen kunt doen.
    • U mag tijdens en tot 3 maanden na de behandeling niet zwanger worden. Mannen mogen tot 6 maanden na stoppen geen kind verwekken.
    • Panobinostat remt de groei van kankercellen.

      Artsen schrijven het voor bij een type kanker, namelijk multipel myeloom (de ziekte van Kahler).

      • De ziekte van Kahler wordt ook wel multipel myeloom genoemd en is een kanker van het beenmerg. In het beenmerg worden de bloedcellen aangemaakt en aan het bloed afgegeven. Bij de ziekte van Kahler vermenigvuldigen bloedcellen uit het beenmerg zich zomaar, waardoor ze de aanmaak van andere, gezonde, bloedcellen tegenwerken. Een tekort aan deze gezonde bloedcellen zorgt voor een verminderde afweer tegen infecties, bloedarmoede en geeft meer kans op bloedingen. Bovendien nestelen deze kwaadaardige bloedcellen zich in de botten en tasten daar het botweefsel aan.

        Verschijnselen
        Klachten van mensen met de ziekte van Kahler zijn botpijn in rug, ribben, nek of bekken en botbreuken, extreme vermoeidheid, neusbloedingen, bloedend tandvlees of blauwe plekken. Verder ontstaan door de verminderde afweer sneller infecties.

        Behandeling
        Afhankelijk van het stadium van de ziekte en de individuele omstandigheden, bestaat de behandeling uit chemotherapie, bestraling of stamceltransplantatie. Verder is de behandeling erop gericht pijn, botontkalking, infecties en bloedarmoede te behandelen en te voorkomen.

        Artsen schrijven panobinostat voor bij de ziekte van Kahler als er eerder 2 andere behandelingen zijn gegeven die niet effectief waren. Panobinostat wordt dan altijd gecombineerd met het bijnierschorshormoon dexamethason en bortezomib, een ander medicijn tegen kanker. 

        Werking
        Panobinostat remt de groei van kankercellen en vermindert het aantal daarvan. Hierdoor kan het beenmerg meer gezonde bloedcellen aanmaken en duurt het langer voor de kankercellen weer groeien.

      • Dit medicijn heeft een krachtige werking op kankercellen, maar ook op gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan.

        Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de behandeling geleidelijk over.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

        Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

        • Te weinig witte en rode bloedcellen en bloedplaatjes

          Uw arts zal uw bloed regelmatig laten controleren. Soms moet u tijdelijk met de behandeling stoppen tot het aantal bloedcellen weer voldoende is.

          • Door te weinig witte bloedcellen is uw lichaamseigen afweer verminderd. U merkt dit aan vaker infecties, zoals verkoudheid, bronchitis, longontsteking, blaasontsteking of huidinfecties. Of aan keelpijn, koorts en blaren in de mond. Krijgt u koorts of verschijnselen van een infectie, zoals benauwdheid, kortademigheid en hoesten? Raadpleeg dan altijd meteen uw arts.
          • Te weinig rode bloedcellen merkt u aan extreme vermoeidheid en een bleke huid.
          • Te weinig bloedplaatjes merkt u aan bloedingen, zoals bloedneuzen, kleine rode vlekjes in de huid, snel blauwe plekken en bloed in de urine. Zelden krijgt u bloeduitstortingen in de huid, een bloeding in de maag of darmen, bloed in de urine, ophoesten van bloed of bloedend oogslijmvlies. Waarschuw direct een arts als u bloed in de urine of in de ontlasting ziet, of als u bloed ophoest of bloed braakt.
        • Maagdarmklachten, zoals diarree, misselijkheid, braken, buikpijn, maagpijn, een opgeblazen gevoel en winderigheid

          Bij misselijkheid kan het helpen het medicijn met wat voedsel in te nemen.
          Zodra u diarree krijgt, moet u hier een medicijn tegen gebruiken, zoals loperamide. Overleg dit met uw arts. Neem contact op met uw arts als u bovenop uw normale ontlastingpatroon viermaal of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met een vochtinfuus.
          Om maagpijn te bestrijden, en de kans op een bloeding te verminderen, kan de arts een maagbeschermend middel voorschrijven.
          Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Mogelijk helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Als u moet overgeven nadat u de capsules heeft ingenomen, mag u ze niet nogmaals innemen, maar moet u wachten tot de volgende dosis.

        Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

        • Verminderde eetlust, gewichtsverlies

        • Hoofdpijn, slapeloosheid, duizelig of draaierig gevoel

        • Te weinig van bepaalde mineralen in uw bloed

          De hoeveelheid calcium, natrium, kalium, magnesium of fosfaat kan te laag worden. Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig hierop controleren.

        • Hoesten, kortademigheid, benauwdheid, piepende ademhaling

          Raadpleeg bij deze klachten uw arts.

        • Dikke voeten, enkels en onderbenen door vasthouden van vocht

          Overleg met uw arts als u hier last van heeft.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Droge mond, smaakstoornissen, ontstoken lippen en mondhoeken

        • Te trage werking van uw schildklier. U merkt een te langzame schildklier aan vermoeidheid, gevoel van koude en gewichtstoename.

          Als u een van deze verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan uw arts.

        • Sepsis. U merkt het aan koorts of juist een te lage temperatuur, snelle ademhaling en snelle hartslag. 

          Dit is een hevige reactie van het lichaam op een infectie met bacteriën, virussen of schimmels. Waarschuw dan direct een arts.

        • Te veel urinezuur in het bloed. U kunt hierdoor een jichtaanval krijgen.

        • Te veel glucose in het bloed. U merkt dat aan dorstgevoel, veel moeten plassen en een droge mond.

          Raadpleeg in dat geval uw arts of verpleegkundige.

        • Verandering van de bloeddruk. Een te lage bloeddruk merkt u aan duizeligheid bij het opstaan uit een stoel of bed of flauwvallen. Een te hoge bloeddruk merkt u meestal niet.

          Uw arts zal uw bloeddruk regelmatig controleren. Als u zich duizelig voelt, sta dan langzaam op uit bed of van een stoel. U kunt het beste even gaan liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.

        • Hartkloppingen, te snelle of juist te langzame hartslag, hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt.

          Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.

        • Trillende handen

        • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kan zich uiten in huiduitslag, rode huid of galbulten.

          Raadpleeg dan uw arts.
          Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

        • Pijnlijke gezwollen gewrichten

        • Zwak gevoel, koude rillingen

        • De plas niet kunnen ophouden (incontinentie)

        • Verminderde werking van de nieren. Waarschuw uw arts als u minder plast of als de urine een donkere kleur krijgt.

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Leveraandoeningen. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik, jeuk over het hele lichaam of een gele kleur van het oogwit of van de huid.

          Waarschuw dan een arts.

        • Hartinfarct. Waarschuw direct een arts bij hevig drukkende of snoerende pijn op de borst of bij een uitstralende pijn naar uw bovenarm, kaken of schouder.


        Neem contact op met uw verpleegkundige of arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen of de behandeling tijdelijk te stoppen. Soms zal de arts een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.
        Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen.
        Ervaart u andere bijwerkingen dan die hierboven staan? Meld dat dan aan uw apotheek of arts.

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

            Hoe?
            De capsules heel doorslikken met een half glas water. Niet op kauwen of openmaken.

            Wanneer?
            U gebruikt panobinostat steeds in een cyclus van 3 weken. U neemt dit medicijn gedurende de eerste 2 weken op dag 1, 3, 5, 8, 10 en 12, daarna heeft u 1 week pauze. Neem het op deze dagen op ongeveer hetzelfde tijdstip in.

            De andere medicijnen die bij deze behandeling horen, zijn een infuus met bortezomib en tabletten met dexamethason. Deze gebruikt u ook op bepaalde dagen in deze 2 weken, waarna u een week pauze heeft. Vraag uw apotheker of arts om een slikschema.

            Als u last van misselijkheid heeft, kunt u het beste eerst wat eten voordat u de capsules inneemt.

            Hoelang?
            U begint met 8 keer een cyclus van 3 weken, dus 24 weken (ruim 5 maanden). Als het nodig is kunt u aansluitend nogmaals een kuur van 24 weken krijgen. Meestal duurt een behandeling met panobinostat niet langer dan 48 weken, dit is ongeveer 10 maanden.

            • Het is belangrijk dat u dit medicijn consequent blijft slikken. Mocht u toch een dosis zijn vergeten:

              • Komt u hier binnen 12 uur na het gebruikelijke innametijdstip op dezelfde dag achter? Neem dan alsnog zo snel mogelijk de dosis.
              • Komt u hier meer dan 12 uur na het gebruikelijke innametijdstip achter of de volgende dag? Sla dan de gemiste dosis over. Ga verder met het gebruikelijke schema. Meld uw arts of verpleegkundige welke dosis u hebt gemist.

              Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

              • autorijden?
                U kunt duizelig worden door dit medicijn. Is dat bij u het geval? Rijd dan geen auto.

                Let op: als u kanker heeft, kan dat ook een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

                Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                alcohol drinken?
                Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                alles eten?
                Drink geen grapefruitsap. Dit versterkt de kans op bijwerkingen van panobinostat. Mocht u stoppen met panobinostat, dan kunt u vanaf 3 dagen daarna weer grapefruit(sap) gebruiken. Een glas grapefruitsap (vers geperst of uit een pak) bevat het sap van meerdere grapefruits. Ook als u grapefruits eet, kunt u last krijgen van bijwerkingen.

                • Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen.
                  In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                  De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden zijn de volgende.

                  • Vaccins, zoals bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin. Panobinostat vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en kan de kans op bijwerkingen ervan verhogen. Gebruik deze vaccins NIET. Overleg hierover met uw arts.
                    Andere vaccins, zoals influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker, werken minder goed door panobinostat. Overleg met uw arts. Soms kan in uw bloed onderzocht worden of het vaccin goed heeft gewerkt. Soms zal uw arts voorstellen een extra vaccinatie te geven.
                  • De antistollingsmiddelen acenocoumarol en fenprocoumon. Panobinostat kan de werking hiervan beïnvloeden. Licht de trombosedienst daarom in als u panobinostat gaat gebruiken, als de dosering verandert of als u stopt met panobinostat.
                  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.
                  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag uw apotheker of arts hiernaar.

                  Onderstaande medicijnen verminderen de werking van panobinostat. Als u een van deze medicijnen toch moet gebruiken zal uw arts u extra controleren en eventueel de dosis aanpassen. Als u stopt met dit medicijn kan het effect op panobinostat nog enkele weken voortduren. Het gaat om:

                  • De medicijnen tegen epilepsie en zenuwpijn carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital en primidon.
                  • De medicijnen tegen tuberculose rifabutine en rifampicine.
                  • Sint-janskruid (hypericum), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten. Overleg met uw arts.

                  Onderstaande medicijnen versterken de bijwerkingen van panobinostat. Als u een van deze medicijnen toch moet gebruiken zal uw arts u extra controleren en eventueel de dosis aanpassen. Het gaat om:

                  • De antibiotica claritromycine en erytromycine.
                  • De antischimmelmedicijnen itraconazol en voriconazol.
                  • Het medicijn tegen de ziekte van Cushing ketoconazol.

                  Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

                  • Zwangerschap
                    U mag dit medicijn NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Het kan schadelijk zijn voor het kind. Gebruik daarom een goede anticonceptie tijdens de behandeling tot minstens 3 maanden na stoppen. Overleg hierover met uw arts.
                    Mannen mogen geen kinderen verwekken als zij panobinostat gebruiken tot minstens 6 maanden na stoppen.

                    Borstvoeding
                    Gebruik dit medicijn NIET als u borstvoeding geeft of stop de borstvoeding. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt, kan het ernstige bijwerkingen bij de baby geven.

                    Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                    • Een behandeling met dit medicijn is zwaar en kan moeilijk vol te houden zijn, ook al helpt het u de ziekte te onderdrukken. Wordt de behandeling u te zwaar, bespreek dat dan met uw arts of verpleegkundige. Samen kunt u de bijwerkingen bespreken en kijken of er alternatieven zijn.

                      • De werkzame stof panobinostat zit in de volgende producten:
                        • Panobinostat is sinds 2015 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in capsules onder de merknaam Farydak.

                          Laatst bijgewerkt op 25-10-2022

                          Disclaimer

                          Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                          Vond u deze informatie nuttig?

                          Vind een apotheek

                          Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                          Vind een apotheek blob

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                          Meldpunt medicijnen

                          Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                          Geen ervaringen gevonden

                          Informatie wordt bijgewerkt: