Gewichtstoename bij medicijngebruik
Sommige medicijnen kunnen ervoor zorgen dat u dikker wordt (aankomt). Bijvoorbeeld doordat ze als bijwerking hebben dat u meer zin in eten krijgt. Of omdat medicijnen ervoor zorgen dat uw lichaam meer vocht door vasthoudt. Overleg met uw arts of apotheker wat u dan kunt doen.
Denkt u dat u dikker ben geworden (bent aangekomen) door uw medicijn? Bespreek dit dan met uw apotheker. Misschien kan hij u een ander medicijn aanraden of heeft hij handige tips voor u.
Bent u in korte tijd veel aangekomen, maar heeft u geen idee hoe dit komt? Bespreek dit dan met uw arts. Die kan beoordelen wat er aan de hand is.
Je komt aan als je meer eet dan je kunt verbranden. Het lichaam heeft energie (calorieën) nodig en haalt die calorieën uit de voeding. Als uw lichaam teveel voeding en dus energie binnen krijgt, dan slaat het lichaam deze energie op. Dat doet het lichaam in de vorm van extra vet. En dan neemt het gewicht toe. Andersom: als iemand minder energie binnenkrijgt dan hij nodig heeft, valt hij af.
De snelheid van het verbranden van energie noemen we de stofwisseling. De snelheid van de stofwisseling kan verschillen van persoon tot persoon. De snelheid van de stofwisseling en de werking van de schildklier kunnen een rol spelen bij aankomen en afvallen. Bij iemand met een trage stofwisseling krijgt het lichaam meer tijd om voedingsstoffen op te nemen en vast te houden dan bij iemand met een normale stofwisseling. Het gevolg is gewichtstoename. Als de schildklier te traag werkt, gaat de stofwisseling ook langzamer. Mensen met een snel werkende schildklier en snelle stofwisseling vallen juist sneller af als ze minder eten.
Medicijnen kunnen als bijwerking gewichtstoename hebben. Daar zijn verschillende oorzaken voor:
Sommige medicijnen hebben meer invloed op het gewicht dan andere. Let vooral op met de medicijnen hieronder.
Bent u benieuwd of het medicijn dat u slikt als bijwerking gewichtstoename heeft? Zoek het dan op op deze website onder ‘Medicijnen’ en kijk bij het kopje ‘Wat zijn mogelijke bijwerkingen?’.
Medicijnen tegen depressie (antidepressiva) kunnen ervoor zorgen u meer wil eten (meer eetlust). Het ene antidepressivum heeft meer invloed op de eetlust dan een ander antidepressivum. Ook kan de toename van de eetlust per patiënt verschillen. Sterkere eetlust is niet altijd een bijwerking: iemand kan ook meer zin in eten krijgen omdat diegene zich beter voelt. Er zijn ook antidepressiva waardoor de eetlust minder wordt.
Bepaalde medicijnen tegen een psychose (antipsychotica) kunnen zorgen voor gewichtstoename. Deze medicijnen vertragen de stofwisseling en kunnen zorgen voor meer eetlust. Het gaat om de medicijnen olanzapine, quetiapine, risperidon en clozapine.
Lithium (een medicijn tegen manisch-depressieve of bipolaire stoornis) kan dorst als bijwerking hebben. Als de gebruiker daardoor veel calorierijke dranken gaat drinken, kan dit leiden tot gewichtstoename. Daarnaast kunnen gebruikers van lithium aankomen door een vertraagde stofwisseling en door het vasthouden van vocht.
Medicijnen tegen diabetes kunnen gewichtstoename veroorzaken doordat ze de stofwisseling vertragen. Een uitzondering is metformine: dit diabetesmedicijn versnelt de stofwisseling, waardoor metformine juist kan leiden tot afvallen. Mensen met diabetes type 2 (ouderdomsdiabetes) hebben vaak overgewicht, daarom zal een arts hun vaak metformine voorschrijven.
Corticosteroïden (medicijnen tegen ontstekingen) kunnen voor een gewichtstoename zorgen door vertraagde stofwisseling, sterkere eetlust en vocht vasthouden. Een voorbeeld van een bekende corticosteroïd is prednisolon.
Cannabis (medicinale marihuana) kan zorgen voor meer eetlust en daardoor voor gewichtstoename. Soms is dit effect gewenst, bijvoorbeeld bij patiënten met kanker of aids.
De ‘pil’ heeft soms als bijwerking dat de gebruiker vocht vasthoudt.
Medicijnen tegen epilepsie (anti-epileptica) kunnen zorgen voor gewichtstoename of voor gewichtsafname. We weten niet precies waarom en hoe dit kan. Valproïnezuur, vigabatrine en gabapentine kunnen zorgen voor gewichtstoename.
Topiramaat zorgt vaak eerder voor gewichtsafname. Carbamazepine kan zorgen voor gewichtstoename door meer vetweefsel en vasthouden van vocht.
Bètablokkers kunnen de pompkracht van het hart verminderen. Hierdoor kan het lichaam meer vocht vasthouden. Dit leidt tot wat gewichtstoename. Ook kunnen bètablokkers de stofwisseling vertragen.
Wat kunt u doen als u bent aangekomen? De oplossing is: minder eten, maar wel gevarieerd! En meer bewegen.
Het Voedingscentrum geeft advies over gezond en gevarieerd eten.
Naar de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum
Daarnaast is het verstandig als u tenminste 5 dagen per week een half uur intensief beweegt. Dit hoeft niet alleen door sport te zijn: ook fietsen, schoonmaken, traplopen en tuinieren tellen mee.
Bekijk meer informatie en tips over bewegen op de website van het Voedingscentrum
Bent u aangekomen doordat u vocht vasthoudt? U weegt hierdoor meer, maar het is geen vet. Blijf vooral voldoende drinken (minstens 1,5 liter vocht). Het extra vocht dat u vasthoudt, heeft namelijk geen functie. Heeft u er veel last van of bent u ongerust, vraag dan advies aan uw arts.
Helaas, er zijn geen wondermiddelen om op gewicht te blijven. Het belangrijkste is: gezond en gevarieerd eten en voldoende bewegen.
Koop daarom geen afslankmiddelen via tijdschriften of internet. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat u afvalt van deze middelen. Maar ze kunnen wel voor nare bijwerkingen zorgen, zoals hartkloppingen en hoge bloeddruk.
Wilt u graag hulp bij het afvallen? Overleg dit met uw arts. Hij kan u verwijzen naar een diëtist.
Wilt u weten of u een gezond gewicht heeft? Ga dan naar de website van het Voedingscentrum en bereken uw Body Mass Index (BMI). De BMI geeft aan of uw gewicht bij uw lengte past. Hoe langer u bent, hoe meer u mag wegen.
Laatst bijgewerkt op 19-07-2022