De meeste medicijnen zijn geschikt voor volwassenen. Voor een kind kan een andere dosering nodig zijn dan voor een volwassene. Hierzijn zijn enkele redenen:

• Een kind is kleiner dan een volwassene. Verder heeft een kinderlichaam andere verhoudingen in vetweefsel, spierweefsel en water.
• Bij een kind zijn de lever en de nieren nog in ontwikkeling. Deze organen zorgen voor de afbraak van medicijnen en dat het medicijn uit het lichaam verdwijnt. Daardoor breken kinderen sommige medicijnen langzamer af dan volwassenen, maar andere medicijnen juist sneller.
• Een kind kan op sommige medicijnen gevoeliger of minder gevoelig reageren dan een volwassene. Daarom heeft een kind vaak minder medicijn nodig, maar soms ook meer medicijn.

De arts en de apotheker rekenen uit hoeveel van een medicijn een kind nodig heeft.

Een medicijn kan alleen werken als het kind het medicijn op de goede manier gebruikt. Vaak is het resultaat beter als het kind iets zélf mag doen. Hieronder enkele voorbeelden:

• Stijn (4) krijgt zelf het recept van de arts, geeft het recept zelf af in de apotheek en pakt zelf zijn medicijn aan. De moeder van Isa (6) heeft een kalender gemaakt met een vakje voor elke keer dat Isa haar medicijn inneemt. En Isa plakt daarna een sticker in het goede vakje.
• Luuk (2½) moet astmamedicijnen inademen via de mond (inhaleren). Dit doet Luuk met een behulp van een toeter (voorzetkamer) Papa heeft de voorzetkamer van het inhalatieapparaat versierd als olifantensnuit en zo ziet Luuk het inhaleren als ‘spelen met de olifant`.
• Sofie (11) vergeet haar astmamedicijnen weleens. Vooral als ze weinig klachten heeft. Mama legt uit waarom het belangrijk is dat Sofie toch de medicijnen iedere dag gebruikt en samen zoeken ze oplossingen: de medicijnen liggen altijd op een vaste plek en Sofie gebruikt ze op een vast moment, namelijk voor het tandenpoetsen.
• Tim (11) moet een paar keer per dag inhaleren, ook op school. Hij schaamde zich een beetje hiervoor. Maar nu heeft hij een spreekbeurt gehouden over astma en snappen de andere kinderen beter waarom hij medicijnen gebruikt.

Een kind kan het vervelend, moeilijk of vies vinden om medicijnen te slikken. Wat te doen?

Een tablet of een capsule doorslikken gaat het beste als het kind de tablet of capsule op de tong legt en meteen daarna een slok water neemt. Als het kind het hoofd bij het slikken een beetje naar voren buigt, glijdt de tablet soepel naar binnen en blijft hij niet achter in de keel plakken.

Heeft uw kind problemen met het slikken van het medicijn? Vraag dan in de apotheek of u het mag mengen met yoghurt, melk, vla, warm eten of appelmoes. Als dat mag, meng dan het medicijn met een klein deel van het eten. Dit beetje laat u eerst opeten vóór uw kind de rest van het eten krijgt. Zo zorgt u dat het kind al het medicijn binnenkrijgt.

Mag u het medicijn niet fijn maken of de capsule openen? Vraag dan in de apotheek of er van het medicijn een drankje of misschien een zetpil beschikbaar is.

Zie meer uitleg over slikken op deze website

Enkele tips bij gebruik van medicijnen door kinderen:

De informatie op het etiket is heel belangrijk. Dáár staat hoe het kind het medicijn moet gebruiken. Is het niet duidelijk? Vraag dan de apotheker om uitleg.

• Let op bij antibiotica. Een antibioticumkuur moet u altijd voltooien, ook als de klachten al eerder over zijn. Als u de kuur niet voltooit, is er kans dat de klachten terug komen. De kuur voltooien betekent dat u het zolang gebruikt als de arts heeft aangegeven. Vaak staat dit ook op het etiket van het medicijn, bijvoorbeeld ‘gedurende 1 week’.
• Kinderen jonger dan 2 jaar kunnen soms moeilijk ademen door menthol. Gebruik daarom voor kinderen jonger dan 2 jaar nooit stoomdruppels, stoomcapsules of inhalatiezalf met menthol.
• Kies voor kinderen liever paracetamol als zetpil dan paracetamol-tabletjes. Kinderen denken soms dat de tabletjes snoepjes zijn. Ze smaken lekker en daardoor kunnen kinderen er dan teveel van innemen.
• Als u vragen hebt over het medicijn van uw kind: in de apotheek kunt u terecht voor advies. Bijvoorbeeld: Hoeveel medicijn moet ik mijn kind geven? Hoe zit het met bijwerkingen? Wat moet ik doen als mijn kind het medicijn niet wil innemen? U kunt de apotheek ook bellen. Het telefoonnummer staat op het etiket van het medicijn en op de website van uw apotheek. Uw apotheker geeft ook advies bij allerlei kleinere klachten, van allergie tot voetschimmel.

Bent u zwanger en/of geeft u borstvoeding? Dan kunnen uw medicijnen in het lichaam van de baby komen. Dit kan via het bloed bij zwangerschap of via de borstvoeding. Meld het bij uw arts en apotheker als u zwanger bent of borstvoeding geeft. En bij medicijngebruik: lees de bijsluiter extra goed.

Vroeger konden kinderen sneller overlijden aan een ernstige besmettelijke ziekte. Of het kind herstelde van de ziekte, maar hield er een ernstige handicap aan over. Bijvoorbeeld bij kinderverlamming (polio). Sinds 1975 bestaat er in Nederland het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Binnen het RVP kunt u uw kind laten inenten tegen ziekten als polio, difterie en mazelen. Doordat veel kinderen in Nederland zijn ingeënt, komen deze ziekten veel minder voor. Uw kind kan zich gratis laten inenten op het consultatiebureau of bij de GGD.

Meer over het RVP

Gifwijzer.nl
Informatie over vergiftigingen geeft een lijst met gevaarlijke stoffen en de bijbehorende eerste-hulpmaatregelen en foto`s van 38 giftige planten.
 
Astmakids op Longfonds.nl
Astma komt veel voor bij kinderen. De site van het Longfonds biedt heel veel informatie over astma, ook voor kinderen: 'astmakids'. Hier is ook informatie voor een spreekbeurt te vinden.
 
EHBO.nl
De samenwerkende EHBO-organisaties Nederland geven op deze site informatie onder andere over cursussen ‘eerste hulp aan kinderen’ en ‘jeugd eerste hulp’.