De apotheker is de medicatiespecialist. Hij weet alles over medicijnen. Wanneer het niet veilig voor u is, en wanneer wel. Wat gebeurt er voordat u uw medicijn meekrijgt? Waar let de apotheker allemaal op?

Werken uw nieren niet goed? Dit kan invloed hebben op de werking van uw medicijnen. Uw apotheker wil daarom graag weten wat uw nierfunctie is. Als het nodig is, past hij in overleg met uw arts uw medicatie aan.

Heeft uw kind medicijnen nodig? Vaak past de apotheker dan de dosering aan, zodat uw kind het veilig kan gebruiken. Het is voor kinderen soms geen pretje om medicijnen te nemen. Uw apotheker kan u helpen.

Kinderen gebruiken medicijnen vaak ‘off-label’. Dit betekent: voor een andere aandoening dan waarvoor het medicijn officieel is. Hierover staat in de bijsluiter geen informatie. Terwijl bijsluiters wel veel informatie bevatten die juist niet bedoeld is voor kinderen. Apotheek.nl biedt daarom voor ruim 600 medicijnen uitleg, specifiek over het gebruik bij kinderen.

Als u ouder wordt, kunt u problemen krijgen door medicijngebruik. Uw lichaam reageert anders op medicijnen dan vroeger. Ook gebruikt u misschien verschillende medicijnen, die elkaar beïnvloeden. Uw apotheker let goed op of uw medicijnen geschikt voor u zijn. En geeft u tips die het medicijngebruik gemakkelijker maken.

Wat gebeurt er als u onverwacht bij een andere apotheek of arts moet aankloppen? Of als u naar het ziekenhuis moet? Dan is het erg belangrijk dat de andere apotheek of zorgverlener van uw medicijngebruik op de hoogte is. Daarom werken apothekers, huisartsen en medisch specialisten in uw regio samen. Zij kunnen gegevens elektronisch delen via een regionaal beveiligd netwerk: het LSP.

Apothekers maken soms zelf medicijnen. Bijvoorbeeld als het benodigde medicijn niet in de handel is, of als het niet in de goede dosering verkrijgbaar is.

Huisartsen hebben veel kennis over uw ziekte of klacht. Zij stellen de diagnose en schrijven als het nodig is een medicijn voor.  De keuze voor het juiste medicijn vergt veel kennis. Dat is de expertise van de apotheker. Huisartsen en apothekers overleggen daarom  regelmatig met elkaar.

Voor uw apotheker is het bij een aantal medicijnen belangrijk om te weten voor welke aandoening u het gaat gebruiken. de dosering kan per aandoening verschillen. De huisarts schrijft de aandoening daarom op het recept.

Heeft u ernstig overgewicht? Of heeft u een maagverkleining gehad? Uw lichaam reageert dan anders op medicijnen. Het is daarom belangrijk dat uw apotheker weet dat u ernstig overgewicht heeft of een maagverkleining heeft gehad. Na een maagverkleining is het nodig om levenslang vitamines en mineralen in te nemen.

Genen hebben invloed op hoe goed sommige medicijnen werken. De apotheker kan informatie over uw genen gebruiken om bijvoorbeeld bijwerkingen te verminderen. De wetenschap die de wisselwerking tussen genen en medicijnen bestudeert heet farmacogenetica.

Sommige medicijnen hebben een wisselwerking met grapefruit(sap) of citrusfruit. U kunt bij het gebruik van deze medicijnen beter niet te veel grapefruit of sinaasappel eten, of het sap ervan kunt drinken. Dan is de kans op bijwerkingen namelijk groter. Of uw medicijn werkt minder goed.

Bij het smeren van een corticosteroïd is het belangrijk dat u niet teveel gebruikt, maar ook niet te weinig. Te dik smeren zorgt voor bijwerkingen. Maar te dun smeren zorgt ervoor dat het medicijn niet goed werkt. Hoe weet u hoeveel u moet smeren?