Medicijnenapixaban

apixaban

Medicijnenapixaban

apixaban

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij slechte nieren of leverGebruik bij ernstig overgewicht of na maagverkleiningMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Apixaban zorgt ervoor dat uw bloed minder makkelijk samenklontert (antistollingsmedicijn). Hierdoor heeft u minder kans op trombose.
    • Bij trombose en om trombose te voorkomen, zoals na een knie- of heupoperatie en bij de hartritmestoornis atriumfibrilleren (boezemfibrilleren).
    • Na een operatie begint u meestal binnen 12 tot 24 uur met apixaban. Bij een knieoperatie gebruikt u het 10 tot 14 dagen en na een heuoperatie meestal 32 tot 38 dagen.
      Bij hartritmestoornissen: altijd blijven gebruiken.
    • Door apixaban elke dag te gebruiken, heeft u minder kans op trombose, een beroerte of longembolie.
    • U kunt bloedingen krijgen. U krijgt dan sneller blauwe plekken of een bloeding in uw lichaam. Krijgt u grote blauwe plekken, bloed in de poep of plas of ineens zware hoofdpijn? Waarschuw direct uw arts.
    • Veel wisselwerkingen met andere middelen. Laat uw apotheker controleren of u apixaban veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen, ook medicijnen die u zonder recept heeft gekocht.
    • Bent u zwanger? Of wilt u zwanger worden? Vraag aan uw arts of apotheker of u dit medicijn mag gebruiken. Het is niet zeker of dit medicijn veilig is voor zwangere vrouwen.
    • Geeft u borstvoeding? Dit medicijn kan in de moedermelk komen. Het is niet zeker of dit medicijn veilig is voor de baby. Vraag aan uw arts of apotheker of u dit medicijn mag gebruiken.

    Download de samenvatting

    • Apixaban is een antistollingsmedicijn.

      Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties en om een beroerte of trombose te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.

      • Bij de hartritmestoornis atriumfibrilleren (boezemfibrilleren, AF) trekken de boezems van het hart heel snel samen. De bloeddoorstroming in het hart is dan minder goed, waardoor er een kans is dat er stolsels in het hart ontstaan. Deze stolsels kunnen vanuit het hart in de bloedvaten van de hersenen schieten en daar een beroerte veroorzaken.

        Behandeling
        Meestal schrijven artsen een antistollingsmedicijn voor om de kans op een beroerte te verminderen. De meest voorgeschreven medicijnen zijn acenocoumarol of fenprocoumon. De trombosedienst controleert hierbij de bloedstolling  door regelmatig bloed af te nemen.

        Bij mensen die eerder een TIA of beroerte hebben gehad, of die 75 jaar of ouder zijn, of bij mensen met hoge bloeddruk, diabetes of hartfalen, kan de arts apixaban voorschrijven. De trombosedienst hoeft hierbij niet te controleren.

        Werking
        Apixaban vermindert het samenklonteren van bloed. Het remt zo de vorming van bloedstolsels en vermindert de kans op afsluiting van een bloedvat.

        Consequent gebruiken
        Het lichaam maakt voortdurend nieuwe bloedcellen aan die weer kunnen samenklonteren. Daarom is het van belang dat u dit medicijn volgens voorschrift inneemt. Zo remt u constant dat  bloedstolsels ontstaan en verkleint u de kans op ernstige hart- en vaatproblemen.

        • Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden. 
          Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in het been afsluit, spreken we van een trombosebeen.
          Bij een trombosebeen kan het bloed minder goed stromen en krijgt het been te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. Uw onderbeen kan dan dik, rood en pijnlijk zijn.

          Oorzaak
          Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld bij ernstige aderverkalking (atherosclerose). Ook na operaties, bij kunstmatige hartkleppen of vaatprothesen kunnen bloedstolsels ontstaan. Zo`n bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren die  verderop een bloedvat in het been afsluiten.

          Werking
          Apixaban voorkomt de vorming van bloedstolsels. Van de werking van apixaban voelt u zelf niets.

          Iedere dag gebruiken
          Het lichaam maakt steeds weer nieuwe bloedcellen aan die kunnen samenklonteren. Daarom is het belangrijk dat u apixaban elke dag inneemt. Zo remt u het ontstaan van bloedstolsels en is de kans op een trombosebeen kleiner.

          • Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden. 
            Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in de longen afsluit, spreken we van een longembolie.
            Bij een longembolie kan het bloed minder goed stromen en krijgen de longen te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. U gaat dan sneller ademen en heeft pijn met ademen. Ook kan het zijn dat u slijm met een beetje bloed ophoest.

            Oorzaak
            Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld bij ernstige aderverkalking (atherosclerose). Ook na operaties, bij kunstmatige hartkleppen of vaatprothesen kunnen bloedstolsels ontstaan. Zo'n bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren, die verderop een bloedvat in de longen afsluiten.

            Werking
            Apixaban voorkomt de vorming van bloedstolsels. Van de werking van apixaban voelt u zelf niets. 

            Iedere dag gebruiken
            Het lichaam maakt steeds weer nieuwe bloedcellen aan die kunnen samenklonteren. Daarom is het belangrijk dat u apixaban elke dag inneemt. Zo remt u het ontstaan van bloedstolsels en is de kans op een longembolie kleiner.

          • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

            De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

            Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

            • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, buikpijn en diarree. Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden of als u bloed bij de ontlasting ziet.

            • Verhoogde kans op bloedingen. U merkt dat aan bloedneuzen, sneller bloeduitstortingen of blauwe plekken, ook zonder dat u zich hard stoot. In de volgende gevallen moet u direct een arts waarschuwen: bloed in de urine, bloederige diarree, bloedspugen, bloed opgeven bij het hoesten, bloeding in het oog, vaginale bloeding, en elke andere bloeding die niet wil stoppen. Mensen met een maag- of darmzweer, darmontsteking (colitis ulcerosa) of een bloedstollingsziekte (bijvoorbeeld hemofilie) hebben meer kans op bloedingen.

              De verhoogde kans op bloedingen komt doordat het bloed langzamer stolt en het dus langer duurt voordat een wondje stopt met bloeden. Zeer zelden kan deze bijwerking ontstaan door een tekort aan bloedplaatjes. Waarschuw daarom uw arts als de klachten niet overgaan of als u zich zorgen maakt. Als u een maag- of darmzweer heeft, is er meer kans op bloedingen die moeilijk te stoppen zijn. Door een maagbeschermend medicijn te gebruiken vermindert u dit risico. Overleg hierover met uw arts. Mensen met een darmontsteking (colitis ulcerosa) kunnen meer last krijgen van bloedverlies uit de dikke darm. Wanneer u dit merkt, of wanneer u meer klachten van uw darm krijgt, neem dan contact op met uw arts. Heeft u een bloedstollingsziekte, bijvoorbeeld hemofilie? U heeft meer kans op bloedingen. Overleg met uw arts of apotheker of u dit medicijn mag gebruiken.

            • Bloedarmoede. Te merken aan extreme vermoeidheid, bleke huid en bleke slijmvliezen.

              Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts.

            Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

            • Kans op hersenbloeding (beroerte). Heeft u al eerder een hersenbloeding gehad? U heeft dan meer kans opnieuw een hersenbloeding te krijgen. Bespreek met uw arts of dit medicijn voor u geschikt is. Heeft u plotseling last van een verdoofd gevoel of zwakte, vooral als u dat aan één kant van het lichaam heeft, plotselinge verwardheid, moeite met lopen of coördinatie, plotselinge ernstige hoofdpijn of duizeligheid? Waarschuw dan direct een arts.

            • Leveraandoeningen. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw bij deze klachten uw arts.

            • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, rode vlekken, galbulten en jeuk.

              Een erge overgevoeligheid is te merken aan flauwvallen of een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

              Geef aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor apixaban. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

            • Heeft u het antifosfolipidensyndroom en al eerder trombose gehad? U heeft dan meer kans op nieuwe tromboses.

              Overleg met uw arts of apotheker voor u dit medicijn gaat gebruiken.

            • Haaruitval

              Dit gebeurt meestal niet direct, maar na 2 tot 4 maanden nadat u gestart bent met dit medicijn. Niet al het haar valt uit, maar over uw hele hoofd wordt het haar minder. Na het stoppen van het medicijn stopt de haaruitval meestal weer. Binnen enkele maanden groeit het haar dan weer terug.

            • Ontsteking van de bloedvaten onder uw huid. Hierdoor kunt u last krijgen van huiduitslag met vlekjes of blauwe plekken.


            Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


            Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

            • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
              Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
              Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
              Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
              • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

                Wanneer?
                U gebruikt dit medicijn 2 keer per dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis, bijvoorbeeld 's ochtends en s' avonds bij het eten.

                Als u geopereerd bent aan uw heup of knie: u begint meestal 12 tot 24 uur na de operatie.

                Hoe lang?
                Hoe lang u dit medicijn moet gebruiken hangt af van uw situatie:

                • bij trombose: meestal minimaal 3 maanden
                • om trombose na knieoperaties te voorkomen: meestal gedurende 10 tot 14 dagen na de operatie;
                • om trombose na heupoperaties te voorkomen: meestal gedurende 32 tot 38 dagen na de operatie;
                • om trombose of een beroerte bij hartritmestoornissen te voorkomen: in het algemeen moet u dit medicijn uw leven lang gebruiken.
                • Het is belangrijk dat u dit medicijn consequent gebruikt. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

                  • U gebruikt dit medicijn 2 keer per dag. Bent u een dosis vergeten en ontdekt u het dezelfde dag? Neem de dosis direct in, zelfs als het bijna tijd is voor de volgende dosis. Ontdekt u het de volgende dag? Sla dan de vergeten dosis over en ga verder met het gebruikelijke schema.

                   

                  • autorijden?
                    Ja, dat kan. Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.

                    alcohol drinken?
                    Door alcohol duurt het langer voordat uw bloed stolt. Samen met de bloedverdunner duurt het nog langer. Hierdoor duurt het langer voor een wondje stopt met bloeden. En bij grote (inwendige) bloedingen kan dit gevaarlijk zijn. U kunt dus beter niet te veel alcohol drinken. Drink liever geen alcohol of hooguit 1 glas per dag.

                    alles eten?
                    U mag eten zoals u normaal ook doet.

                    • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                      De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                      • Andere medicijnen kunnen het effect op de bloedstolling versterken, zoals acetylsalicylzuur, acenocoumarol en fenprocoumon. Gebruik deze medicijnen alleen samen met apixaban als uw arts de combinatie bewust heeft voorgeschreven.
                      • De ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur en celecoxib verhogen de kans op bloedingen in maag en darmen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet. Als u toch apixaban samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, wees dan extra alert en raadpleeg uw arts bij maagklachten. Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
                      • Medicijnen tegen onder andere tuberculose rifabutine en rifampicine. De hoeveelheid apixaban in het bloed kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. U krijgt mogelijk een ander medicijn.
                      • Medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. De hoeveelheid van apixaban in het bloed kan afnemen door deze medicijnen. Overleg hierover met uw arts. U krijgt mogelijk een ander middel.
                      • Sint-janskruid (hypericum), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten. Overleg met uw arts.
                      • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
                      • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

                      Er zijn medicijnen waardoor de hoeveelheid apixaban in het bloed kan stijgen. Hierdoor is niet alleen de werking sterker, maar zijn ook de bijwerkingen sterker. Raadpleeg uw arts als u een van deze combinaties voorgeschreven heeft gekregen. Mogelijk schrijft uw arts een ander middel voor.

                      • Naproxen, een ontstekingsremmende pijnstiller.
                      • Antibiotica claritromycine en erytromycine.
                      • Medicijnen tegen schimmelinfecties itraconazol, ketoconazol, posaconazol en voriconazol. Dit geldt niet voor uitwendige middelen.

                      Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                      • Zwangerschap
                        Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

                        Borstvoeding
                        Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is. Mogelijk kan de arts u een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

                        Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                        • Nieren

                          Werken uw nieren minder goed? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat de dosering van uw medicijn aangepast moet worden.

                          Dialyseert u? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat aanpassing van uw medicijngebruik nodig is. Bijvoorbeeld:

                          • een andere dosering;
                          • een andere dag of ander tijdstip waarop u uw medicijn moet innemen;
                          • een ander medicijn.

                          Lever

                          Heeft u ernstige levercirrose?
                          Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken. Over het gebruik van dit medicijn bij levercirrose is nog weinig bekend. Daarom is niet zeker of dit medicijn gevolgen heeft voor de werking van uw lever, of dat levercirrose invloed heeft op de werking en bijwerkingen van dit medicijn. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

                          Heeft u lichte of matige levercirrose? 
                          U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Over het gebruik van dit medicijn bij levercirrose is nog weinig bekend. Bij de mensen met lichte of matige levercirrose die dit medicijn gebruikten, zijn tot nu toe nog geen veranderingen gezien in de werking van de lever, en in de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                          • Maagverkleining

                            Heeft u een maagverkleining gehad? Overleg dan met uw arts of apotheker. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken. Over het gebruik van dit medicijn na een maagverkleining is nog weinig bekend. Daarom is niet zeker of de maagverkleining invloed heeft op de werking en bijwerkingen van dit medicijn. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

                            Ernstig overgewicht

                            Heeft u ernstig overgewicht? Overleg dan met uw arts of apotheker.

                            • Bent u zwaarder dan 175 kilogram? Over het gebruik van dit medicijn bij mensen die zwaarder zijn dan 175 kilogram is nog te weinig bekend. Daarom is niet zeker of uw overgewicht invloed heeft op de werking en bijwerkingen van dit medicijn. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
                            • Weegt u 175 kilogram of minder? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Uw overgewicht heeft geen invloed op de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                            Als u niet weet of u ernstig overgewicht heeft, dan kunt u dit uitrekenen. Namelijk door uw BMI (Body Mass Index) te berekenen. Dit getal geeft aan of uw gewicht past bij uw lengte. Ga hiervoor naar de BMI-meter en vul uw gewicht en lengte in. Is uw BMI 40 of meer? Dan heeft u ernstig overgewicht.

                            • U kunt op elk moment in 1 keer stoppen met het gebruik van dit medicijn. Stop echter alleen als uw arts dat adviseert. Het remmende effect op de bloedstolling houdt na de laatste dosis nog ongeveer 12 uur aan.

                              Denkt u erover na om te stoppen met dit medicijn? Lees voor meer informatie het thema 'Kan ik stoppen met mijn bloedverdunners?'.

                              • De werkzame stof apixaban zit in de volgende producten:
                                • Ja, u heeft een recept nodig.

                                  Apixaban is sinds 2011 internationaal op de markt. Het is op recept te krijgen in tabletten onder de merknaam Eliquis. 

                                  Laatst bijgewerkt op 27-09-2024

                                  Disclaimer

                                  Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                  Vond u deze informatie nuttig?

                                  Vind een apotheek

                                  Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                  Vind een apotheek blob

                                  Vraag het de webapotheker

                                  Vraag het de webapotheker

                                  Vraag het de webapotheker

                                  Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                  Meldpunt medicijnen

                                  Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                                  Geen ervaringen gevonden

                                  Informatie wordt bijgewerkt: