Medicijnenerlotinib

erlotinib

Medicijnenerlotinib

erlotinib

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Erlotinib remt de groei van tumoren.
    • Bij longkanker en kanker van de alvleesklier (pancreas).
    • Neem de tablet in op een lege maag. Dus 1 uur voor of 2 uur na het eten. 
    • De meest voorkomende bijwerkingen zijn: huiduitslag, diarree, misselijkheid, minder eetlust en vermoeidheid. Drink extra als u diarree heeft of moet overgeven.
    • Verder benauwdheid, hoesten, pijnlijke mond, tong en keel en ontstoken ogen.
    • Vraag advies wat u tegen de bijwerkingen kunt doen.
    • Pas op met grapefruit. Eet of drink niet te veel grapefruit(sap). Dan is de kans op bijwerkingen namelijk groter. Vraag om informatie bij uw apotheek. Of lees hier meer informatie.
    • Er zijn wisselwerkingen met andere middelen. Vraag uw apotheker of u erlotinib veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen, ook medicijnen die u zonder recept heeft gekocht.
    • Tijdens en tot 2 weken na de behandeling mag u niet zwanger worden.
    • Erlotinib is een tyrosinekinaseremmer. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy').

      Artsen schrijven het voor bij longkanker en kanker van de alvleesklier (pancreas).

      • Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen als men er niets aan doet.

        Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

        Artsen schrijven erlotinib voor bij longkanker en kanker van de alvleesklier.

        Oorzaak
        In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.
        Bij een celdeling ontstaan uit 1 cel 2 dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De nieuwe cellen bevatten dezelfde beschadiging in het DNA als de moedercel. Daardoor gaan ook deze cellen zich veel te snel delen, met kanker tot gevolg.

        Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

        Verschijnselen
        Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

        Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

        • bij longkanker moet men soms ook hoesten, kan men pijn op de borst hebben en kortademig zijn.
        • bij alvleesklierkanker zijn de bijkomende verschijnselen uitstralende buikpijn, een gele kleur van huid en oogwit en jeuk.

        Behandeling
        De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en hoe ver de ziekte is gevorderd. Operatie, chemotherapie (cytostatica) en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

        Artsen schrijven erlotinib voor bij:

        • bepaalde vormen van longkanker die is uitgezaaid;
        • alvleesklierkanker die is uitgezaaid. Meestal schrijft de arts dan ook het medicijn gemcitabine voor.

        Effect
        Tyrosinekinases zijn enzymen. Alle cellen, dus ook kankercellen, hebben ze nodig voor hun groei. Erlotinib remt sommige van deze enzymen.. Hierdoor kunnen de kankercellen niet verder groeien. Het remt ook de aanleg van bloedvaten naar de tumor toe. Het duurt zo langer voordat het kankergezwel verder groeit.

      • Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan. Bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid en de haren.

        Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

        Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

        • Huidklachten over grote delen van het lichaam, zoals huiduitslag, acne (puistjes en roodheid), soms jeuk en een droge huid met kloven.

          Deze huidklachten ontstaan vaak na een paar dagen gebruik. Het kan opkomen of verergeren door UV-licht (zon, zonnebank of UV-lamp). Blijf zoveel uit direct zonlicht, vooral tussen 10.00 en 15.00 uur en draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril. Smeer een zonnebrandmiddel op met hoge beschermingsfactor en gebruik lippenbalsem tegen de zon. Ga niet onder de zonnebank.
          Krijgt u huiduitslag? Overleg met uw arts. In zeer zeldzame gevallen is dit een ernstige reactie op het medicijn (Zie Zeer zelden). Maar meestal kunt u gewoon doorgaan met dit medicijn.
          U kunt de huidklachten beperken door regelmatig te smeren met verzachtende crème. Overleg met de arts als de huiduitslag te erg wordt. Vaak kunt u tijdelijk stoppen met dit medicijn. U kunt er dan weer mee beginnen als de huid voldoende is hersteld.

        • Maagdarmklachten, zoals diarree, misselijkheid, winderigheid, soms overgeven en buikpijn.

          De diarree ontstaat vaak na 1 tot 2 weken gebruik. Heeft u hier last van? Raadpleeg dan uw arts. Uw arts kan de dosering verlagen of een middel tegen diarree voorschrijven.
          Heeft u diarree? U kunt hierdoor uitdrogen. Vooral als u ook moet overgeven. Zorg dat u extra drinkt, ongeveer 2 liter per dag. Eet vezelrijke voeding. Vezels binden het vocht in de darmen, waardoor de ontlasting wat steviger wordt.
          Neem contact op met uw arts als u bovenop uw normale ontlastingpatroon 4 keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met geneesmiddelen tegen diarree of een vochtinfuus.
          Moet u vaker dan één keer per dag braken? Waarschuw dan uw arts.

        • Weinig eetlust, afvallen

          Mogelijk helpt het om vaker kleine beetjes te eten.

        • Vermoeidheid, depressie

        • Benauwdheid of hoesten.

          Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft of als uw longklachten erger worden.

        • Koorts, koude rillingen

        Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

        • Pijnlijke mond, tong of keel.
           

          De bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel, slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen.
          Ingrepen aan uw gebit of in uw mond kunnen de klachten verergeren. Daarom is het belangrijk om vóór u aan de behandeling begint, de tandarts uw gebit laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

        • Ernstige infecties, zoals longontsteking, sepsis of wondroos.

          Raadpleeg uw arts altijd bij koorts, als uw longklachten verslechteren of bij andere verschijnselen die bij een infectie kunnen horen.

        • Ontstoken ogen

          Om oogklachten te voorkomen kunt u beter geen contactlenzen dragen. Gebruik een zonnebril bij scherp zonlicht.

        • Haaruitval. Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, okselhaar en schaamhaar.

          Na stoppen met dit medicijn gaat het haar meestal na ongeveer een maand weer groeien.
          Ook ontstoken haarzakjes komen voor en, zeer zelden, toegenomen haargroei of veranderingen in wimpers en wenkbrauwen.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Ontstoken nagels, zeer zelden broze of loszittende nagels.

        • Bloedneuzen

        • Maag- of darmbloedingen. Een aanwijzing hiervoor is een zwarte teerachtige ontlasting die zeer sterk ruikt.

          Raadpleeg in dat geval uw arts.

        • Verminderde nierwerking

          Dit kan komen door uitdroging. Zorg dat u voldoende drinkt als u vaak diarree heeft en veel moet braken.
          Zeer zelden kunnen de nieren ontstoken raken. Waarschuw uw arts bij bloed in de urine, koorts, minder plassen en pijn in de rug,

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Een ernstige longziekte. Heeft u het opeens benauwd en heeft u koorts? Bel dan meteen de arts.

          Als u ook het medicijn gemcitabine gebruikt heeft u meer kans op deze bijwerking.

        • Leverbeschadiging

          Werkt uw lever minder goed? Uw arts zal de werking van uw lever regelmatig controleren. Krijgt u last van koorts, een gele kleur van uw huid of ogen, misselijk zijn of buikpijn? Neem dan contact op met uw arts.

        • Hand-voet-syndroom. Hierbij raken de handen en voeten rood en gezwollen met pijn, een branderig gevoel, kloven, blaren, eelt of vervellen.

          Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts.

        • Ernstige huidaandoening met blaarvorming. De blaren ontstaan vooral op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen.

          Neem direct contact op met uw arts.


        Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Soms ook zal de arts een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.

        Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Ervaart u andere bijwerkingen dan die hierboven staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

            Wanneer?
            Neem de tablet in op een lege maag. Dat is 1 uur voor of 2 uur na het eten. Kies een vast tijdstip, dan vergeet u minder snel een dosis.

            Hoelang?
            U kunt dit medicijn gebruiken zolang het goed werkt bij uw aandoening.

            • Het is belangrijk dat u erlotinib consequent blijft slikken.
              Bent u toch een dosis vergeten? Merkt u binnen 4 uur na het gebruikelijke tijdstip dat u de dosis vergeten bent? Neem hem dan alsnog zo snel mogelijk in.
              Is er meer dan 4 uur verstreken?? Neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts of verpleegkundige. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

              • autorijden?
                Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                alcohol drinken?
                Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

                alles eten?
                Rond de inname van erlotinib mag u niet eten. Voedsel kan de hoeveelheid van dit medicijn in uw bloed verhogen. Hierdoor heeft u meer kans op bijwerkingen. Meer informatie leest u bij Hoe gebruik ik dit medicijn?

                Bij dit medicijn kunt u beter niet te veel grapefruit eten, of grapefruitsap drinken. Dan is de kans op bijwerkingen namelijk groter.

                • Wilt u grapefruitsap drinken? Drink niet meer dan 2 dagen per week een glas grapefruitsap. En wacht elke keer dat u grapefruitsap heeft gedronken ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruitsap drinkt.
                  Dus: als u op maandag grapefruitsap drinkt, wacht dan tot donderdag met het opnieuw drinken van grapefruitsap.
                • Wilt u grapefruit eten? Eet niet meer dan 2 dagen per week 1 of 2 grapefruits. En wacht na elke keer dat u grapefruit hebt gegeten ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruit eet.
                  Dus: als u op maandag grapefruit eet, wacht dan tot donderdag met het opnieuw eten van grapefruit.

                Bent u gewend om veel of vaak grapefruits te eten, of grapefruitsap te drinken? Bespreek dit dan met uw apotheker of arts. Misschien is er een ander medicijn dat u kunt gebruiken dat wel goed samengaat met grapefruit(sap). Meer informatie leest u bij Grapefruit en medicijnen

                roken?
                Roken beïnvloedt de werking van dit medicijn. Als u meer of minder gaat roken of als u met roken stopt, moet de arts de dosering bijstellen.

                • Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'Samenstelling'.

                  De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                  • Bepaalde hiv-middelen. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
                  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

                  Erlotinib kan de bijwerkingen van sommige medicijnen versterken. Overleg met uw arts als u een van de volgende medicijnen gebruikt.

                  • Acenocoumarol en fenprocoumon, antistollingsmiddelen. Meld het aan de trombosedienst als u erlotinib gaat gebruiken, als de dosering wijzigt of als u gaat stoppen met erlotinib.

                  Sommige medicijnen kunnen de bijwerkingen van erlotinib versterken. Overleg met uw arts als u een van de volgende medicijnen gebruikt.

                  • Claritromycine en erytromycine, antibiotica.
                  • Itraconazol en voriconazol, medicijnen tegen schimmelinfecties.
                  • Ketoconazol, een medicijn tegen de ziekte van Cushing.

                  De volgende medicijnen verminderen de werking van erlotinib. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op erlotinib weg is.

                  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
                  • De medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
                  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressie.
                  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.

                  Bij de volgende medicijnen kunt u de wisselwerking voorkomen door voldoende tijd tussen beide innames te houden.

                  • Maagzuurremmers: cimetidine, esomeprazol, famotidine, lansoprazol, omeprazol, pantoprazol of rabeprazol. Dit medicijn heeft een zure maag nodig om goed opgenomen te worden. Overleg met uw apotheker of arts. U kunt erlotinib het best 2 uur vóór de maagzuurremmer nemen. U kunt dit medicijn ook op hetzelfde moment samen met de maagzuurremmer nemen.
                  • Maagzuurbinders, zoals algeldraat of magnesiumhydroxide. Neem erlotinib dan minimaal 2 uur vóór of 4 uur na de maagzuurbinder. Anders wordt de erlotinib niet goed opgenomen.

                  Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                  Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt. Er staat ook andere belangrijke informatie op. Bijvoorbeeld of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

                  • Zwangerschap
                    Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt. Tijdens de behandeling en tot en met 2 weken na de laatste tablet mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

                    Borstvoeding
                    Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt, kan het schadelijk zijn voor het kind..

                    Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                    • Een behandeling met dit medicijn is zwaar en kan moeilijk vol te houden zijn, ook al helpt het u de ziekte te bestrijden. Wordt de behandeling u te zwaar, bespreek dat dan met uw arts of verpleegkundige. Samen kunt u de bijwerkingen bespreken en kijken of er aanpassingen of alternatieven mogelijk zijn.

                      • De werkzame stof erlotinib zit in de volgende producten:
                        • Erlotinib is sinds 2004 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in tabletten onder de merknaam Tarceva en als het merkloze Erlotinib.

                          Laatst bijgewerkt op 14-11-2024

                          Disclaimer

                          Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                          Vond u deze informatie nuttig?

                          Vind een apotheek

                          Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                          Vind een apotheek blob

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                          Meldpunt medicijnen

                          Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                          Geen ervaringen gevonden

                          Informatie wordt bijgewerkt: