Medicijnenimipramine

imipramine

Medicijnenimipramine

imipramine

Waarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij ernstig overgewicht of na maagverkleiningMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
  • Imipramine hoort tot de groep tricyclische antidepressiemiddelen. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid natuurlijk voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemmingen en emoties.

    Artsen schrijven imipramine voor bij depressiviteit, en bij angststoornissen, zoals paniekstoornis, specifieke fobie en posttraumatische stressstoornis. En bij zenuwpijn en narcolepsie (slaapziekte). Soms wordt het voorgeschreven bij maagklachten en prikkelbare-darmsyndroom met veel pijn.

    • Verschijnselen
      Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen mensen met depressiviteit snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

      Werking
      Imipramine verbetert deze verschijnselen bij ongeveer zes op de tien mensen. U voelt zich energieker en uw stemming verbetert. Maar het kan wel 2 tot 4 weken duren voor u dit effect begint te merken. Na ongeveer 6 weken is het effect maximaal. Het is belangrijk om het middel dan nog minstens 6 tot 9 maanden te blijven gebruiken. Daarmee verkleint u de kans dat de depressie terugkomt. Bij ouderen en mensen die eerder een depressie hebben gehad adviseren artsen vaak om dit medicijn langer te gebruiken.

      Consequent gebruiken
      De werking tegen depressiviteit begint pas na een aantal weken. Maar u kunt wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik. Meestal verminderen de bijwerkingen namelijk als u gewend bent geraakt aan het middel. Vaak verdwijnen ze zelfs.

      Behandeling
      Uw arts zal meestal beginnen met de laagst mogelijke dosering. Zodat u in het begin zo min mogelijk hinder ondervindt van de bijwerkingen. In de loop van de eerste weken, of als het effect op zich laat wachten, zal uw arts een hogere dosering proberen.

      • Imipramine wordt gebruikt bij paniekstoornissen.

        • Verschijnselen
          Bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. U krijgt dan allerlei lichamelijke verschijnselen, zoals zweten, trillen, duizeligheid, misselijkheid en hartkloppingen. Ook kunt u een voortdurende angst hebben om opnieuw een paniekaanval te krijgen.

          Iedereen heeft hier wel eens een beetje last van. Als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn en dat van de mensen in uw omgeving sterk verminderen. In dat geval kan uw arts een behandeling met imipramine proberen. Verder zal uw arts u door middel van gesprekken helpen.

          Effect
          U merkt niet meteen dat het werkt. Maar pas na 3 tot 5 weken. De eerste 2 weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen. Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het middel. Vaak verdwijnen ze zelfs.

          • Verschijnselen
            Bij een specifieke fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor bepaalde dingen of situaties. Zoals spinnen, bloed, hoogtes (hoogtevrees), vliegen (vliegangst) of kleine ruimtes (claustrofobie). Iemand kan daarbij last krijgen van lichamelijke klachten, zoals trillen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of hartkloppingen. Door deze verschijnselen kunt u nog banger worden en in paniek raken.

            Behandeling
            De behandeling van een specifieke fobie bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog. Helpen de gesprekken niet voldoende? Dan kunt u kiezen voor gedragstherapie. Heeft u dagelijks erg veel last van de angsten, en helpt gedragstherapie niet? Dan kan uw arts u adviseren ook imipramine te gebruiken.

            Effect
            U merkt het effect van imipramine niet meteen. Dit kan 6 tot 8 weken duren. U kunt wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik. Want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

            Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

            • Verschijnselen
              Een posttraumatische stressstoornis kan ontstaan na een traumatische gebeurtenis. Bijvoorbeeld een bedreiging, een verkrachting, een ramp of een ongeluk. Als het niet lukt dit te verwerken, kan iemand een posttraumatische stressstoornis krijgen.

              Dit kan direct na de traumatische gebeurtenis beginnen, of pas veel later. Men krijgt dan verschijnselen van toegenomen angst of spanning die er voor de traumatische gebeurtenis niet waren. Bijvoorbeeld slecht slapen, concentratieproblemen of heftige schrikreacties. Ook beleeft men details van de gebeurtenis vaak opnieuw in de vorm van nachtmerries of herinneringen die men niet uit het hoofd kan zetten.

              Behandeling
              Om de traumatische gebeurtenis te verwerken, kunnen gesprekken met een psychiater of psycholoog (psychotherapie) helpen. Imipramine kan helpen tegen de verschijnselen van een posttraumatische stressstoornis, zoals angst.

              Effect
              Het effect van imipramine merkt u niet meteen, maar pas na 2 tot 3 maanden. De eerste 2 weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen. Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs. Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

              • Verschijnselen
                Bij zenuwpijn voelt u heftige pijnschokken met een zeer scherpe, stekende of constant brandende pijn. De pijn is de hele tijd aanwezig of kan opkomen na slechts een lichte aanraking. Het betreft vaak om één specifiek deel van het lichaam, zoals een deel van het gezicht, een deel van de romp of een voet of arm.

                Ook fantoompijn is een vorm van zenuwpijn. Dit is pijn die aanwezig lijkt te zijn in een afgezet lichaamsdeel, bijvoorbeeld een been.

                Oorzaak
                De oorzaak van zenuwpijn ligt bij de gevoelszenuwen. Deze versturen 'berichten' over aanrakingen en verwondingen naar de hersenen. Beschadigde of geïrriteerde zenuwen zullen deze berichten onjuist versturen. Daardoor voelen de hersenen heftige pijn, zonder dat er van een verwonding sprake is.

                Een beschadiging of irritatie van een gevoelszenuw kan bijvoorbeeld ontstaan na gordelroos (een infectie van een zenuw met een Herpes-virus) of bij diabetes (suikerziekte). Maar er zijn ook andere oorzaken mogelijk. Bij zenuwpijnen ligt de oorzaak van de pijn dus niet in een beschadiging op de plaats waar u de pijn voelt, maar bij de betrokken gevoelszenuw. Daarom hebben gewone pijnstillers meestal weinig effect bij zenuwpijnen.

                Werking
                Imipramine wordt oorspronkelijk gebruikt als middel tegen depressiviteit. Bij deze toepassing bleek dat het soms ook zenuwpijnen verminderde. Dit pijnstillende effect komt op een andere manier tot stand dan de werking tegen depressiviteit.

                De pijnstillende werking begint niet meteen, maar na 1 tot 2 weken.

                • Verschijnselen
                  Narcolepsie is een slaap- en waakstoornis met slaapaanvallen overdag. Hierbij heeft men overdag aanvallen van onbedwingbare slaap, waarbij ook vaak de spieren verslappen. Een aanval treedt soms op bij hevige emoties, zoals lachen of schrikken.

                  De slaap wordt `s nachts geregeld onderbroken. Daardoor is iemand overdag vaak of de hele tijd slaperig.

                  Oorzaak
                  De ziekte is zeer zeldzaam en openbaart zich meestal tussen het 15e en 30e levensjaar. De oorzaak is onbekend.

                  Behandeling
                  Uw arts zal u adviseren voor regelmaat in uw leven te zorgen. Soms helpt het op gezette tijden een dutje te doen van 20 tot 30 minuten. Verder kan uw arts imipramine voorschrijven, met name als u last heeft van plotselinge spierverslapping als gevolg van een hevige emotie. Imipramine vermindert de plotselinge spierverslapping. Het begint binnen een paar weken te werken.

                  • Er zijn verschillende soorten maagklachten. Het meest komen voor brandend maagzuur, pijn in de bovenbuik en oprispingen. Soms gaat dit samen met misselijkheid, een opgeblazen gevoel of een vol gevoel na het eten.

                    Brandend maagzuur
                    Brandend maagzuur merkt u aan een zeurderige of scherpe pijn. Deze pijn voelt u vooral vlak na het eten, omdat dan de aanmaak van maagzuur het grootst is. Maagzuur is een vloeistof in de maag die nodig is om voedsel te verteren. Bij te veel maagzuur of als er wondjes in het maagslijmvlies zitten, kunt u last krijgen van dit zuur.

                    Oprispingen (refluxklachten)
                    Bij oprispingen komt een deel van de zure maaginhoud naar boven. Dit kunt u proeven in de mond of keel. En het maagzuur kan de slokdarm irriteren. U kunt er misselijk van worden. Dit kan ook veroorzaakt worden doordat het klepje tussen de slokdarm en maag niet goed sluit.
                    Meestal is er geen duidelijke oorzaak aan te wijzen. Vaak gaat het om een combinatie van factoren. Roken en stress kunnen maagklachten uitlokken. Ook bepaalde voedingsmiddelen kunnen een rol spelen. Bijvoorbeeld te veel of te vet eten, koffie, alcohol of koolzuurhoudende dranken (met ‘prik’).

                    Behandeling
                    Soms helpt het als u uw eetgewoonten aanpast. Neem bijvoorbeeld 3 tot 6 kleine maaltijden per dag, in plaats van 1 of 2 grote. Vermijd voedsel en drank waar u snel last van krijgt, zoals alcohol of scherpe kruiden. Ook als u stopt met roken, kunnen maagklachten verminderen.
                    Ook sommige medicijnen kunnen maagklachten geven. Overleg met uw arts als u denkt dat uw maagklachten door medicijnen komen.

                    Helpen deze adviezen niet voldoende? Uw arts schrijft dan meestal een medicijn voor dat het maagzuur bindt. Werkt dat ook onvoldoende? Uw arts kan dan een maagzuurremmer voorschrijven, zoals omeprazol. Als maagzuurremmers ook niet goed werken, kan uw arts imipramine voorschrijven

                    Werking
                    Imipramine zorgt ervoor dat u minder last heeft van pijn bij maagklachten. Het zorgt er mogelijk ook voor dat u minder last heeft van maagzuur.

                    • Verschijnselen
                      Bij het prikkelbaredarmsyndroom heeft u langdurig last van darmkrampen. Dit zijn pijnlijke samentrekkingen van de darmen die meestal optreden als er voedsel passeert. Ook kunt u last hebben van winderigheid. Of afwisselend verstopping of dunne ontlasting. Of een opgezette buik of slijm bij de ontlasting.

                      Oorzaak
                      De precieze oorzaak is nog onbekend. Wel is bekend dat voedsel en stress een rol kunnen spelen.

                      Behandeling
                      De klachten kunnen minder worden door vezelrijke voeding te gebruiken en voldoende te drinken. En door voldoende te bewegen en stress te vermijden. Helpt dit onvoldoende, en heeft u erge pijnklachten? Dan kan uw arts imipramine voorschrijven. 

                    • Of er bijwerkingen optreden, en in welke mate, hangt af van hoeveel en hoe lang u dit middel gaat gebruiken. Bovendien zullen bijwerkingen niet bij iedereen optreden, maar alleen bij personen die daarvoor gevoelig zijn.


                      De meeste bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken. Daarna worden ze minder af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het middel stopt.

                      Sommige aandoeningen kunnen door imipramine verergeren. Neem daarom in elk geval contact op met uw arts als u lijdt aan hartkramp (angina pectoris) of hartritmestoornissen. Of aan verhoogde oogboldruk (glaucoom), maag- of darmzweren, epilepsie, een vergrote prostaat of porfyrie.

                      De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

                      Vooral de eerste tijd dat u dit middel gebruikt

                      Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

                      • Droge mond, doordat u minder speeksel aanmaakt.

                        Als u in het begin van de behandeling veel last heeft van een droge mond kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes. Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

                      • Als u het syndroom van Sjögren heeft: u kunt meer klachten krijgen.

                        Het syndroom van Sjögren is een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal. Dit middel vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander middel geschikter.

                      • Suf zijn, slaperig zijn, minder goed kunnen reageren en wazig zien.

                        Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij u moet opletten. Zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van processen op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten, zeker niet de eerste twee weken van de behandeling, als u nog aan het middel moet wennen.

                      • Duizeligheid, vooral bij het opstaan uit bed of uit een stoel.

                        Dit kan komen door een lagere bloeddruk. In het algemeen gaat de duizeligheid in een paar dagen tot weken over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk. Mensen met hartfalen kunnen hier meer last van hebben. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het beste even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden, overleg dan met uw arts.

                      Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

                      • Misselijkheid en braken, vooral als u begint met dit middel.

                        Mogelijk helpt het om dit middel op een volle maag in te nemen.

                      • Trillende handen, rusteloze benen en spiertrekkingen.

                      • Moeilijk kunnen plassen. Dit is vooral van belang als u al moeite met plassen heeft door een vergrote prostaat.

                        Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u.

                      • Overmatig zweten.

                      • Als u de ziekte van Parkinson heeft kunt u gevoeliger zijn voor bijwerkingen. Zoals droge mond, verstopping en in de war zijn.  

                        Heeft u de ziekte van Parkinson? Overleg met uw arts. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven.


                      Na langdurig gebruik

                      Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

                      • Hartkloppingen. Dit kan bij mensen met hartkramp (angina pectoris) een aanval uitlokken van pijn op de borst bij inspanning.

                        Overleg hierover met uw arts.

                      • Gejaagdheid, angst, slapeloosheid en verwardheid.

                      • Verstopping (obstipatie).

                        Eet vezelrijke voeding en drink veel. Neem contact op met uw arts als u veel last blijft houden van verstopping.

                      • Minder of soms juist meer zin in vrijen.

                        • Bij mannen: moeilijker krijgen van een erectie en zaadlozing.
                        • Bij vrouwen: moeilijker krijgen van een orgasme.

                      Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

                      • Na enkele maanden: gewichtstoename.

                        Let daarom goed op wat en hoeveel u eet. Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als u te veel aankomt.

                      Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

                      • Grijze tot bruine huidverkleuring van de huid die aan de zon is blootgesteld.

                        Dit verdwijnt weer geleidelijk na stoppen van het gebruik.

                      • Overgevoeligheid voor dit middel. Dit merkt u aan jeuk en huiduitslag.

                        Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. Geef aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor imipramine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het middel niet opnieuw krijgt.

                      • Bloed- of leverafwijking. U kunt dit merken aan onverklaarbare koorts, keelpijn, blauwe plekken of een gele verkleuring van het oogwit.

                        Staak dan het gebruik en waarschuw uw arts.

                      • Mensen met epilepsie lopen een grotere kans op een epileptische aanval.

                      • Mensen met een niet-behandelde maag- of darmzweer: imipramine kan de kans op een maag- of darmbloeding vergroten.

                        Overleg hierover met uw arts.

                      • Toename van depressieve gedachten of gedachten aan zelfmoord. Jongeren onder de 25 jaar hebben meer kans op deze bijwerkingen.

                        Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren.

                      • Een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op.

                        Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.

                      • Hartaandoeningen, zoals meer kans op een hartaanval. De kans hierop is groter bij mensen die in het verleden een hartaanval hebben gehad. Waarschuw uw arts, als u plotseling pijn op de borst krijgt. Heeft u kort geleden een hartaanval gehad? Dan mag u dit middel niet gebruiken.

                        Overleg hierover met uw arts.

                      • Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartaandoening, hebben mogelijk een grotere kans op hartritmestoornissen.

                        Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel. Als u dit middel toch moet gebruiken, zal uw arts u extra onder controleren.

                      • Bewegingsstoornissen. Deze herkent u aan zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong en grimassen en tics van het gezicht.

                        Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts. Bij mensen die al een bewegingsstoornis hebben kan dit verergeren. Raadpleeg uw arts als u dit merkt.


                      Kinderen zijn extra gevoelig voor de bijwerkingen van dit middel.

                      Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van een van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.

                      Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden.

                      • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                        Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                        Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                        Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                        • Kijk voor de goede dosering op het etiket van de apotheek.

                          Wanneer?
                          Bij voorkeur de hele dagdosis in 1 keer 's avonds voor het slapengaan innemen. Maar is de dosis meer dan 150 mg per dag? Dan kunt u de dosis beter in 2 keer innemen, 's ochtends en 's avonds.

                          In het begin van de behandeling kan het nodig zijn de dagdosis te verdelen over de dag om bijwerkingen te verminderen. Dit geldt ook voor ouderen. Overleg dit met uw arts.

                          Prikkelbare-darmsyndroom
                          Neem dit medicijn in de avond, voor u gaat slapen.

                          Hoe lang?

                          Depressiviteit
                          Als het middel na 6 weken geen effect heeft, overleg met uw arts.

                          Bespreek tijdens de hele behandeling alle veranderingen in uw gedrag of stemming steeds met uw arts. Het kan zijn dat u niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert en misschien meer baat zult vinden bij een ander medicijn.

                          Na verbetering van de klachten moet u het meestal 6 maanden blijven gebruiken. Dan heeft u minder kans dat de depressiviteit terugkomt.

                          Paniekstoornis
                          Als het medicijn na 6 tot 8 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog 9 maanden tot een jaar blijven gebruiken.

                          Specifieke fobie
                          Als het medicijn na 8 weken nog niet werkt, heeft het waarschijnlijk geen zin ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.

                          Posttraumatische stressstoornis
                          Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, heeft het waarschijnlijk geen zin ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog minstens een jaar blijven gebruiken.

                          Zenuwpijn
                          Gebruik dit medicijn zolang u last blijft houden van de zenuwpijn. Dit is vaak verschillende maanden tot jaren.

                          Narcolepsie
                          Imipramine geneest uw aandoening niet, maar werkt alleen tegen sommige verschijnselen van narcolepsie. U zult dit medicijn daarom meestal jaren moeten gebruiken.

                          Maagklachten
                          U gebruikt dit medicijn niet meer dan 3 maanden. Werkt het na 2 maanden niet? Dan heeft het waarschijnlijk geen zin ermee door te gaan.

                          • Bij depressiviteit, zenuwpijn, paniekstoornis en narcolepsie

                            • Als u dit middel 2 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 4 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 4 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
                            • Als u dit middel 1 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 8 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 8 uur? Sla de vergeten tablet dan over. Slikt u het hierdoor overdag in plaats van 's avonds? Houd er rekening mee dat dit middel sufheid geeft. U kunt nu bijvoorbeeld niet autorijden.
                            • autorijden?
                              Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals sufheid, slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid. En moeite met concentreren, verwardheid en wazig zien. U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto als de dosering omhoog gaat. Pas nadat u 1 week lang dezelfde dosering gebruikt heeft, mag u weer autorijden. Na een week zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten. U mag dan weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

                              Overleg eventueel met uw arts of u imipramine voor het slapengaan kunt innemen. U heeft dan overdag minder last van bijwerkingen.

                              Uitzondering: Heeft u dit medicijn minimaal 3 maanden in dezelfde dosering gebruikt? Dan mag u autorijden als het CBR u rijgeschikt verklaart. Overleg met uw arts of dit voor u geldt.

                              Let op: ook depressie, ernstige paniekaanvallen of narcolepsie (slaapziekte) kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dat op de website van het CBR.

                              Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                              alcohol drinken?
                              Alcohol versterkt het versuffende effect van dit medicijn. Ook als u gewend bent geraakt aan dit medicijn, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

                              alles eten?
                              Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                              • Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                                De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                                • Andere middelen die het reactievermogen verminderen. Bij deze middelen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd in elk geval geen auto als u twee of meer van dergelijke middelen gebruikt.
                                • Carbamazepine en pimidon, medicijnen tegen epilepsie. Door deze medicijnen kan de werking van imipramine afnemen. Uw arts zal daarom de werkzaamheid extra controleren. Uw arts past eventueel de dosering aan.
                                • Middelen tegen depressie van de SSRI-groep (citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline) en bupropion. Deze middelen kunnen de hoeveelheid imipramine in het bloed verhogen. Hierdoor kan het middel meer bijwerkingen geven, zoals sufheid, duizeligheid, verstopping, droge mond of moeilijk kunnen plassen. Ook kan een ernstige bijwerking optreden als u deze middelen tegelijk met imipramine gebruikt. U kunt dan last krijgen van spiertrekkingen, trillen, koorts, zweten, opgewondenheid en verwardheid. Raadpleeg uw arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen.
                                • Moclobemide, een middel tegen depressie. Als u dit middel tegelijk met imipramine gebruikt, kan een ernstige bijwerking optreden. U kunt dan last krijgen van spiertrekkingen, trillen, koorts, zweten, opgewondenheid en verwardheid. Raadpleeg uw arts. Na stoppen met imipramine duurt het 2 weken voor u met moclobemide mag beginnen. Bij moclobemide kunt u al één dag na het stoppen met imipramine beginnen.
                                • Selegiline en rasagiline (middelen tegen de ziekte van Parkinson) en fenelzine en tranylcypromine (middelen tegen depressie). Deze middelen worden samen de MAO-remmers genoemd. MAO-remmers kunnen niet veilig met imipramine worden gebruikt, omdat dan een ernstige bijwerking kan optreden. U kunt dan last krijgen van spiertrekkingen, trillen, koorts, zweten, opgewondenheid en verwardheid. Ook als u al gestopt bent met imipramine duurt het 2 weken voor u een MAO-remmer veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het ook 2 weken voor u, na stoppen met een MAO-remmer, met imipramine mag beginnen. Overleg met uw arts.
                                • Cimetidine, een middel tegen overtollig maagzuur. Door dit middel kan de hoeveelheid imipramine in uw bloed te hoog worden. Overleg hierover met uw arts, misschien kan deze u een ander middel tegen overtollig maagzuur voorschrijven.
                                • Terbinafine, een middel tegen schimmelinfecties. Door dit middel kan de hoeveelheid imipramine in uw bloed te hoog worden. Hierdoor kan het medicijn meer bijwerkingen geven. Zoals sufheid, duizeligheid, verwardheid, wazig zien, verstopping, droge mond of moeilijk kunnen plassen. Overleg hierover met uw arts.
                                • Darifenacine, een middel tegen urine-incontinentie, remt de afbraak van imipramine. Hierdoor kunnen de werking en de bijwerkingen van imipramine worden versterkt.
                                • Kinidine, een middel tegen hartritmestoornissen. Door kinidine kan de hoeveelheid imipramine in uw bloed te hoog worden. Hierdoor kunnen de werking en de bijwerkingen van imipramine worden versterkt. Raadpleeg uw arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen.
                                • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

                                Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                                • Zwangerschap
                                  Gebruik dit medicijn alleen in overleg met uw arts. Weeg met uw arts de ernst van uw aandoening af tegen het risico van dit medicijn voor het kind. Bij gebruik van dit medicijn tijdens de laatste weken van de zwangerschap kan het kind namelijk ontwenningsverschijnselen krijgen na de geboorte. Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen. Of andere bijwerkingen, zoals verstopping of weinig kunnen plassen. Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw aandoening niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de moeder en het kind. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt dan meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

                                  Goede controle tijdens de zwangerschap is belangrijk. Soms is het nodig de hoeveelheid van het medicijn in het bloed te meten en de dosering aan te passen.

                                  Borstvoeding
                                  U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in een kleine hoeveelheid in de moedermelk terecht. Er zijn tot nu toe geen bijwerkingen bij het kind gemeld.

                                  Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                                  • Maagverkleining

                                    Heeft u een maagverkleining gehad? Overleg dan met uw arts of apotheker. Over het gebruik van dit medicijn na een maagverkleining is nog weinig bekend. Het kan zijn dat uw arts de dosering aanpast.

                                    Ernstig overgewicht

                                    Heeft u ernstig overgewicht? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Over het gebruik van dit medicijn bij ernstig overgewicht is nog weinig bekend. Maar er worden geen veranderingen verwacht in de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                                    Als u niet weet of u ernstig overgewicht heeft, dan kunt u dit uitrekenen. Namelijk door uw BMI (Body Mass Index) te berekenen. Dit getal geeft aan of uw gewicht past bij uw lengte. Ga hiervoor naar de BMI-meter en vul uw gewicht en lengte in. Is uw BMI 40 of meer? Of is uw BMI 35 of meer en heeft u ook andere problemen met uw gezondheid, zoals een hoge bloeddruk of diabetes type 2 (suikerziekte). Dan heeft u ernstig overgewicht.

                                    • Nee, bouw bij voorkeur langzaam af over een periode van 4 weken. Na plotseling stoppen na gebruik van minimaal 5 tot 8 weken krijgen sommige mensen last van angst, slapeloosheid, onrust, duizeligheid, hoofdpijn, spierpijn, misselijkheid en zweten. Deze verschijnselen treden vaak pas 1 tot 4 dagen na plotseling stoppen op en zijn na 2 weken meestal over.

                                      Niet iedereen heeft even veel last van ontwenningsverschijnselen. Kijk daarom hoe u reageert als u de dosering iets vermindert. Als u er geen last van heeft kunt u misschien sneller afbouwen. Vraag uw arts hierbij om advies.

                                      Als u dit middel gebruikt tegen een depressie, wees er op bedacht dat het effect van imipramine pas na ongeveer 6 weken maximaal is. En dat u het middel daarna nog minstens 6 maanden moet blijven gebruiken. Als u eerder stopt, heeft u meer kans dat de depressiviteit terugkomt.

                                      Als u dit middel gebruikt tegen een depressie, wordt het gebruik wel vaak over een periode van een paar maanden afgebouwd. Om te voorkomen dat de verschijnselen van de depressie terugkomen.

                                      • De werkzame stof imipramine zit in de volgende producten:
                                        • Ja, u heeft een recept nodig.

                                          Imipramine is sinds 1958 internationaal op de markt. Het is op recept te krijgen als het merkloze Imipramine in dragees.

                                          Laatst bijgewerkt op 20-09-2024

                                          Disclaimer

                                          Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                          Vond u deze informatie nuttig?

                                          Vind een apotheek

                                          Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                          Vind een apotheek blob

                                          Vraag het de webapotheker

                                          Vraag het de webapotheker

                                          Vraag het de webapotheker

                                          Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                          Meldpunt medicijnen

                                          Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                                          Informatie wordt bijgewerkt: