Medicijnenleuproreline

leuproreline

Medicijnenleuproreline

leuproreline

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Leuproreline is een hormoon. Het remt de aanmaak van mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen.
    • Bij mannen bij prostaatkanker.
      Bij vrouwen bij borstkanker, een vleesboom in de baarmoeder en bij endometriose (pijn in de buik door weefsel dat lijkt op baarmoederslijmvlies).
      Bij kinderen die te vroeg in de puberteit komen.
    • Prostaatkanker: de injectie kan elke dag zijn, elke maand, 1 keer per 3 maanden of 1 keer per 6 maanden. Als u het elke dag moet gebruiken, leert u het meestal zelf te doen. Ook bestaat er een implantaat dat de arts onder de huid van uw buik inbrengt. Dit is een staafje van een paar millimeter dat het hormoon gedurende 1 of 3 maanden afgeeft.
    • Borstkanker of endometriose: 1 keer per maand of 1 keer per 3 maanden een injectie.
    • Te vroege puberteit: elke paar weken tot elke maand een injectie.
    • Bijwerkingen bij gebruik voor prostaatkanker: de eerste 2 weken kunnen uw klachten toenemen (zoals problemen met plassen, botpijn en spierzwakte). Daarna nemen de klachten af. Verder opvliegers, zweten en huidaandoeningen. Deze bijwerkingen verdwijnen na enige tijd.
    • Andere bijwerkingen: pijn, roodheid en zwelling op de injectieplaats, impotentie, pijnlijke en gespannen borsten (mannen en vrouwen). Vrouwen kunnen onttrekkingsbloedingen of andere vaginale bloedingen krijgen. Deze horen vanzelf over te gaan. Raadpleeg anders een arts.
    • Niet gebruiken als u zwanger bent.
    • Leuproreline behoort tot de hypothalamushormonen. Deze hormonen remmen de aanmaak van mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen.

      Artsen schrijven het voor bij endometriose, prostaatkanker, borstkanker, een te vroege puberteit (pubertas praecox) en een vleesboom.

      • De baarmoeder is van binnen met slijmvlies bekleed. Dit slijmvlies heet endometrium. Bij endometriose zit er weefsel dat daarop lijkt ook buiten de baarmoeder, bijvoorbeeld in de buikholte, rond de darmen, de eierstokken, blaas of op het buikvlies.

        Verschijnselen
        Het slijmvlies buiten de baarmoeder doet ook mee met de menstruatiecyclus. Daardoor ontstaan kleine bloedingen in de buikholte die pijn kunnen veroorzaken. Ook kunnen littekens en verklevingen ontstaan, die tijdens de menstruatie, maar ook daarvoor of daarna buikpijn kunnen geven. Soms is endometriose een oorzaak van ongewilde kinderloosheid.

        Behandeling
        Soms helpt het om een pijnstiller te gebruiken, bijvoorbeeld paracetamol of een pijnstiller van het nsaid-type, zoals ibuprofen. Ook de anticonceptiepil kan buikpijn door endometriose verminderen. Eventueel kunt u de pil zonder stopweek doorgebruiken, zodat u geen menstruatie meer krijgt. Ook progestageenhormonen, zoals in tabletten, in de prikpil of in het hormoonspiraaltje, zijn werkzaam.

        Als pijnstillers, de pil of progestageenhormonen onvoldoende helpen, kan uw arts leuproreline voorschrijven. U mag het niet langer dan een half jaar gebruiken omdat het anders te veel kans op bijwerkingen geeft.
        Als de klachten daarna terugkomen of als u veel pijn heeft, kan de gynaecoloog een kijkoperatie doen en de slijmvliesplekken weghalen. Helaas komt endometriose soms toch weer terug. Door leuproreline na de operatie 6 maanden te gebruiken heeft u minder kans dat de kwaal terugkomt.

        Werking
        Leuproreline remt de aanmaak van de geslachtshormonen oestrogeen en progestageen. Hierdoor vermindert de hoeveelheid van het weefsel dat op baarmoederslijmvlies lijkt op de endometrioseplekken. Daardoor neemt de pijn af.
        Meestal blijft de menstruatie weg na de eerste maand van de behandeling. De menstruatie komt 7 tot 12 weken na de laatste injectie terug.

        • Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg is tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die, als men er niets aan doet, fataal kan zijn.

          Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

          Oorzaak
          In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

          Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

          Verschijnselen
          Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

          Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

          Leuproreline wordt gebruikt bij prostaatkanker en borstkanker.

          Prostaatkanker
          De prostaat is een klier in de onderbuik. Het ligt om de urinebuis heen. Deze klier maakt het prostaatvocht. Dit is het vocht dat bij de zaadlozing samen met de zaadcellen naar buiten komt.

          Bij een DNA-beschadiging kunnen de cellen in de prostaatklier ongeremd gaan groeien. Op deze plaats verhardt de prostaat. Door de tumor kan de prostaat groter zijn. De tumor kan de plasbuis dichtknijpen waardoor het plassen moeilijker gaat. Het mannelijk hormoon testosteron kan de groei van kankercellen bevorderen. Testosteron wordt aangemaakt door de zaadballen.

          Prostaatkanker komt voor bij mannen ouder dan 50 jaar.

          Behandeling
          Prostaatkanker wordt meestal behandeld met een operatie, bestraling en medicijnen tegen testosteron, zoals leuproreline. Soms zijn cytostatica-kuren nodig (chemotherapie).

          Alleen  medicijnen tegen testosteron zijn  meestal niet voldoende om te genezen. Wel worden de ziekte en de klachten afgeremd. Een van de medicijnen tegen testosteron die uw arts kan voorschrijven is leuproreline.

          Het wordt soms ook na een bestralingskuur gegeven, om de kans te verminderen dat de ziekte terugkeert.

          Werking
          Leuproreline vermindert de aanmaak van testosteron. De groei van de prostaatkankercellen wordt hierdoor afgeremd.

          Borstkanker
          Bij een DNA-beschadiging kunnen cellen in de borst ongeremd gaan groeien. U kunt de tumor misschien voelen als een klein knobbeltje. Soms is de tumor verspreid in de borst en kunt u het niet voelen. Soms merkt u dat de huid van de borst indeukt, of juist rood en gezwollen is. Ook kan de tepel naar binnen trekken of kan er vocht uit de tepel komen.
          Het vrouwelijk hormoon oestrogeen kan de groei van kankercellen bevorderen. Oestrogeenhormoon wordt aangemaakt door de eierstokken.

          Behandeling
          Borstkanker wordt meestal behandeld met een operatie, bestraling, medicijnen tegen vrouwelijke geslachtshormonen en cytostaticakuren (chemotherapie).  Meestal gaat het om een combinatie van behandelingen om de kans op genezing te vergroten. Medicijnen tegen vrouwelijke geslachtshormonen worden soms gebruikt om de klachten te verminderen, ook als er geen genezing meer mogelijk is.

          Een van de medicijnen tegen vrouwelijke geslachtshormonen die uw arts kan voorschrijven is leuproreline.

          Werking
          Leuproreline vermindert de aanmaak van de vrouwelijke geslachtshormonen oestrogeen en progestageen. De groei van de borstkankercellen wordt hierdoor afgeremd.

          • De medische term voor een te vroege puberteit is pubertas praecox. Bij deze ontwikkelingsstoornis stopt op jonge leeftijd de lengtegroei en ontstaan al geslachtskenmerken.

            Bij meisjes spreekt men van pubertas praecox als zij voor het achtste jaar borsten krijgen of  voor het negende jaar gaan menstrueren. Bij jongens is sprake van pubertas praecox als zij voor het negende jaar mannelijke geslachtskenmerken ontwikkelen, zoals een zware stem en baardgroei.
            Pubertas praecox is niet alleen een probleem omdat het kind stopt met groeien, maar de volwassen geslachtskenmerken op kinderleeftijd zijn ook een grote psychische belasting.

            Oorzaak
            Een mogelijke oorzaak kan liggen bij de hypothalamus of hypofyse. De hypothalamus is een deel van de hersenen dat de hypofyse stimuleert. De hypofyse is een klier in de hersenen die andere hormonen aanmaakt. De hormonen van de hypothalamus stimuleren de hypofyse om hormonen te maken. Deze hypofysehormonen zetten de zaadballen of eierstokken aan om geslachtshormonen te maken.

            Hoe het komt dat de hersenen deze hormonen te vroeg aanmaken is grotendeels onbekend. Zelden is de oorzaak een tumor, ontsteking of verwonding van de hersenen.

            De oorzaak kan ook buiten de hersenen liggen, zoals een tumor in eierstok, zaadbal of bijnier of een schildklieraandoening.

            Behandeling
            Als de oorzaak is dat de hypothalamus of hypofyse de hormonen te vroeg aanmaken, kan de arts de aanmaak remmen met bijvoorbeeld leuporeline. De arts houdt nauwlettend in de gaten of het kind inderdaad voldoende groeit.

            Werking
            Leuproreline remt de aanmaak van mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen door de hypofyse. Hierdoor wordt de ontwikkeling van de puberteit vertraagd of tijdelijk stilgezet. De lengtegroei neemt weer toe. Op het moment dat het  geen probleem meer is als het kind in de puberteit komt, stopt men de behandeling. Daarna komt de puberteit binnen een aantal maanden weer op gang. Het kan tot 16 maanden duren voordat een meisje weer gaat menstrueren.

            • Dit medicijn wordt gebruikt bij vleesbomen in de baarmoeder (myomen). Een vleesboom is een goedaardig gezwel. Het kan enkele millimeters groot zijn, maar ook veel groter zijn.

              Oorzaak
              De baarmoeder bestaat uit een dikke spierlaag. Bij een vleesboom ontstaat wildgroei van het spierweefsel van de baarmoeder.

              Verschijnselen
              De meeste vrouwen hebben geen klachten van de vleesboom. Grote gezwellen kunnen te zien zijn als een harde ronding van de onderbuik. Sommige vrouwen hebben meer bloedverlies en pijn tijdens de menstruatie. Als vrouwen in de menopauze komen, verdwijnen de klachten meestal.

              Behandeling
              Bij relatief kleine vleesbomen kan de anticonceptiepil buikpijn door vleesbomen verminderen. Ook progestageenhormonen, zoals in tabletten, in de prikpil of in het hormoonspiraaltje, zijn werkzaam. Door deze hormonen vermindert de omvang van de vleesboom.
              Als u veel klachten van de vleesboom heeft, kan de arts opereren. Soms door de hele baarmoeder te verwijderen. Soms door alleen de vleesboom weg te halen. In dat geval schrijft uw arts vaak vanaf enkele maanden voor de operatie  leuproreline-injecties voor. Het maakt de vleesboom kleiner, zodat deze makkelijker is weg te halen. Bovendien is er tijdens de operatie dan minder bloedverlies.

              Artsen schrijven leuproreline soms ook voor bij een vleesboom, als u vlak voor de menopauze zit.  U mag dit medicijn namelijk niet langer dan 6 maanden gebruiken omdat het anders te veel kans op bijwerkingen geeft.

              Effect
              Afhankelijk van de hoeveelheid in de injectie werkt de injectie ongeveer 1 of 3 maanden lang.

              Als u dit medicijn gebruikt blijft de menstruatie meestal weg. Als de baarmoeder bij de operatie niet is verwijderd, zal 7 tot 12 weken na de operatie de menstruatie weer terugkeren.

            • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Veel bijwerkingen zijn het gevolg van de afname van de mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen. Na stoppen van de behandeling verdwijnen deze bijwerkingen.

              De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

              Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

              • Opvliegers en zweten

                Deze klachten kunnen na enige tijd vanzelf weer over gaan, omdat uw lichaam eraan went. Blijft u last houden? Raadpleeg dan uw arts.

              Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

              • In het begin van de behandeling, bij prostaatkanker: tijdelijke verergering van de klachten, zoals problemen met plassen, botpijn en spierpijn en spierzwakte.

              • In het begin van de behandeling, bij endometriose: tijdelijke verergering van buikpijn en menstruatiepijn.

              • Minder zin in vrijen.

              • Bij mannen: botpijn, impotentie.

                Zelden borstvorming, melkafscheiding uit de tepels, blaarvorming aan de penis en verminderde penisgrootte. Zeer zelden pijn in de zaadballen.

              • Bij vrouwen: droge vagina, vaginale infecties, pijn bij het vrijen, bekkenpijn, pijnlijke borsten. Uw menstruatie zal wegblijven. De eerste maand kunnen wel doorbraakbloedingen ontstaan.

                Heeft u hier na de eerste maand nog last van? Raadpleeg dan uw arts. Na stoppen van de behandeling keert de menstruatie binnen 7 tot 12 weken terug.

              • Bij meisjes: afscheiding of bloeding uit de vagina. Meestal verdwijnt het na de eerste maand.

                Blijft het bestaan? Raadpleeg dan uw arts.

              • Pijn en irritatie op de injectieplaats.

                Zelden ontsteking of zweer op de plaats van injectie.

              • Hoofdpijn, migraine, duizeligheid.

              • Stemmingswisselingen, nervositeit, slapeloosheid, vermoeidheid, depressie.

                Zelden angst, verwardheid, opgewonden gevoel, slaperigheid. Zeer zelden hallucinaties.

              • Rugpijn, pijn in de gewrichten. 

                Zelden spierpijn, spierkramp, stijve nek, pijn in armen of benen.

              • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid.

                Zelden buikpijn, diarree of verstopping, braken, minder eetlust, opgeblazen gevoel, winderigheid.

              • Gewichtstoename of juist –afname.

                Gewichtstoename kan komen door toename van de eetlust, maar ook door het vasthouden van vocht.

              • Acne, zelden blaren of bultjes op de huid.

                Waarschuw uw arts als u blaren opmerkt.

              Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

              • Keelpijn, luchtweginfecties, koorts, koude rillingen, loopneus, bloedneus, hoest, benauwdheid. 

                Zeer zelden een longaandoening waarbij u moeite heeft met ademhalen, benauwd en vermoeid bent. Waarschuw dan een arts.

              • Blaasontsteking, pijn bij het plassen, vaker 's nachts moeten plassen, nierbekkenontsteking.

                Zeer zelden urine-incontinentie (niet meer de plas kunnen ophouden), of moeilijker kunnen plassen.

              • Droge mond of juist te veel speeksel, smaakstoornissen, tandvleesontsteking, pijn in de mond, pijnlijke of ontstoken tong.

              • Tintelend of doof gevoel van de huid.

              • Wazig zien, dubbelzien, ontsteking van het slijmvlies van de ogen.

                Zeer zelden oogpijn.

              • Draaierig gevoel, oorsuizen, doofheid.

                Zeer zelden oorpijn.

              • Hartkloppingen, hoge bloeddruk, pijn op de borst, verhoogd cholesterol.

              • Verandering in lichaamsbeharing, zoals kaalheid, verminderde baardgroei bij de man en overmatige lichaamsbeharing bij de vrouw.

              • Huiduitslag, vette huid of juist droge huid, jeuk, eczeem, galbulten, rode huid.

                Zeer zelden nagelaandoeningen, verkleuringen van de huid.

              • Beschadiging van de maag of darmen. Dit merkt u door bloed bij de ontlasting of een zwarte, teerachtige ontlasting.

                Stop dan met het gebruik en neem contact op met een arts.

              Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

              • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

                Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.
                Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid, een opgezwollen gezicht of flauwvallen. Ga dan onmiddellijk naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst.
                Zeer zelden kan uw huid overgevoelig worden voor zonlicht. Blijf dan uit de zon of smeer de huid in met een zonnebrandproduct met hoge beschermingsfactor.
                Blijkt u overgevoelig voor leuproreline? Geef dat aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

              • Bloedafwijkingen. Als u onverklaarbare koorts, keelpijn of blaasjes in de mond en keel, plotselinge blauwe plekken of extreme vermoeidheid krijgt, kan dit duiden op bloedafwijkingen.

                Waarschuw dan uw arts.

              • Hart- en vaataandoeningen, zoals hartkramp (angina pectoris) en meer kans op een hartaanval. De kans hierop is groter bij mensen die al meer kans hebben op een hart- of vaataandoeningen. Zoals mensen met hartkramp en mensen die ooit een hartaanval hebben gehad.

                Overleg met uw arts voor u dit medicijn gaat gebruiken. Neem ook contact op met uw arts als u meer klachten krijgt en bij pijn op de borst. Mogelijk kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven.

              • Te hoog bloedglucose. Bij mensen die hiervoor gevoelig zijn, kunnen daarom verschijnselen van diabetes (suikerziekte) ontstaan. U merkt dit aan verschijnselen als veel dorst en veel moeten plassen. Mensen met diabetes kunnen tijdens de behandeling meer insuline of bloedsuikerverlagende tabletten nodig hebben. Meet daarom extra vaak uw bloedglucose.

                • Kan een aanval van acute porfyrie uitlokken. Acute porfyrie is een stofwisselingsziekte waarbij u aanvallen krijgt van buikpijn, overgeven, koorts en hartkloppingen.

                Heeft u acute porfyrie? Geef dit dan door aan uw apotheek. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.


              Na een aantal maanden:

              • Brozer worden van de botten door het verlies van botweefsel (osteoporose). Ouderen hebben eerder kans op botbreuken.

                De kans dat de botten zich herstellen is groot als u het korter dan 6 maanden gebruikt. Daarom schrijven artsen het bij endometriose of een vleesboom niet langer dan een half jaar voor. Na stoppen herstelt het botverlies zich dan binnen 9 maanden. Als u leuproreline op jonge of middelbare leeftijd langere tijd heeft gebruikt, heeft u later meer kans op botbreuken door botontkalking.


              Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


              Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

              • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

                  Hoe?

                  Injectie
                  Uw arts zal dit medicijn onder de huid of in de spieren injecteren.

                  Implantaat (staafje voor onder de huid)
                  Uw arts brengt het staafje in vlak onder de huid van de buik. Het staafje wordt door het lichaam langzaam vanzelf afgebroken.

                  Wanneer?

                  • Bij endometriose, vleesboom en ter voorbereiding op een operatie: afhankelijk van de sterkte van de injectie 1 keer per maand of 1 keer per 3 maanden.
                  • Bij prostaatkanker: afhankelijk van de sterkte van de injectie 1 keer per 3 maanden of 1 keer per half jaar. Bij een implantatiestaafje: 1 keer per maand of 1 keer per 3 maanden.
                  • Bij borstkanker: 1 keer per 3 maanden.
                  • Bij pubertas praecox: de eerste maand om de 2 weken, daarna om de 3 tot 4 weken, afhankelijk van het effect.

                  Hoelang?
                  Afhankelijk van de reden waarvoor u het gebruikt, kunt u leuproreline gedurende enkele weken tot jaren gebruiken.

                  • Bij endometriose en vleesboom: maximaal 6 maanden.
                  • Bij prostaatkanker en borstkanker: zo lang als nodig is.
                  • Bij voortijdige puberteit: meestal totdat de botten zoveel zijn gegroeid dat de puberteit geen probleem meer is. Meestal is dit bij meisjes als ze 12 jaar zijn, en bij jongens 13 jaar.
                  • Als u uzelf injecteert: raadpleeg uw arts als u een dosis bent vergeten.

                    • autorijden, alcohol drinken en alles eten?
                      Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                      • Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

                        • Zwangerschap
                          Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Leuproreline kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Gebruikt u dit medicijn en denkt u erover zwanger te worden, overleg dan met uw arts.

                          Borstvoeding
                          Gebruik dit middel NIET als u borstvoeding geeft of stop de borstvoeding. Het is namelijk niet bekend of leuproreline in de moedermelk terechtkomt en of dit schadelijk is voor de baby. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts.

                          Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                          • Als u wilt stoppen, overleg dan eerst met uw arts.

                            Bij prostaatkanker en borstkanker: als u te vroeg stopt met de behandeling kunnen er weer kankercellen gaan groeien.
                            Bij endometriose of vleesboom: als u te vroeg stopt kunnen uw klachten terugkeren.
                            Bij voortijdig begin puberteit: als u te vroeg stopt loopt u de kans dat de behandeling niet werkt.

                            • De werkzame stof leuproreline zit in de volgende producten:
                              • Leuproreline is sinds 1985 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in injecties en als onderhuids implantatiestaafje onder de merknamen Eligard en Lucrin en als het merkloze Leuproreline.

                                Laatst bijgewerkt op 18-01-2024

                                Disclaimer

                                Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                Vond u deze informatie nuttig?

                                Vind een apotheek

                                Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                Vind een apotheek blob

                                Vraag het de webapotheker

                                Vraag het de webapotheker

                                Vraag het de webapotheker

                                Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                Meldpunt medicijnen

                                Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                                Geen ervaringen gevonden

                                Informatie wordt bijgewerkt: