Medicijnenmetoprolol

metoprolol

Medicijnenmetoprolol

metoprolol

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Metoprolol maakt uw hartslag langzamer en maakt uw bloeddruk lager. Hierdoor heeft uw hart minder zuurstof nodig.
    • Bij hoge bloeddruk, angina pectoris (pijn en drukkend gevoel op de borst), hartritmestoornissen, migraine, als uw schildklier te snel werkt, bij hartfalen en na een hartinfarct (hartaanval). En soms bij trillende handen.
    • Metoprolol maakt uw bloeddruk lager binnen 1 week. Pijn of een drukkend gevoel op de borst worden binnen 1 tot 2 uur minder. Ook uw andere klachten worden minder.
    • Slik metoprolol op vaste tijden. Dan vergeet u het minder snel.
    • Bijwerkingen: moe zijn, duizeligheid door lage bloeddruk, koude handen en voeten, maagdarmklachten en hoofdpijn. Blijft u hier last van houden? Overleg dan met uw arts.
    • Bent u duizelig, moe of suf? Dan mag u niet autorijden.
    • Bent u zwanger? Of wilt u zwanger worden? Vraag aan uw arts of apotheker of u dit medicijn mag gebruiken.
    • Geeft u borstvoeding? Dit medicijn kan in de moedermelk komen. Vraag aan uw arts of apotheker of u dit medicijn mag gebruiken.
    • Dit medicijn heeft veel wisselwerkingen met andere medicijnen. Vraag aan uw apotheker of u dit medicijn veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen. Ook medicijnen die u zonder recept heeft gekocht.

    Download de samenvatting
     

    • Metoprolol behoort tot de bètablokkers. Het verlaagt de bloeddruk, vertraagt de hartslag en vermindert de zuurstofbehoefte van het hart.

      Artsen schrijven het voor bij hoge bloeddruk, pijnlijk en drukkend gevoel op de borst (angina pectoris), hartritmestoornissen, migraine, te snelle schildklierwerking, een hart dat minder goed pompt (hartfalen) en na een hartaanval (hartinfarct). Soms ook bij trillende handen.

      • Verschijnselen
        Mensen met een hoge bloeddruk voelen hier over het algemeen niets van. Hoge bloeddruk is ook geen ziekte, maar geeft meer kans op hart- en vaatziekten. Als de bloeddruk verhoogd is, stroomt het bloed te krachtig door de vaten. Dit is schadelijk voor de bloedvaten. Beschadigde bloedvaten geven kans op een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en ernstige hartziekten, zoals hartkramp en hartfalen.

        Werking
        Bètablokkers vertragen de hartslag zodat het hart rustiger pompt. Hierdoor daalt de bloeddruk en is er minder kans op een beroerte. Bij hoge bloeddruk schrijven artsen bètablokkers meestal voor in combinatie met andere medicijnen, zoals plastabletten.

        Effect
        De bloeddrukverlagende werking treedt op binnen 1 week. Zelf merkt u hier niet veel van. Na 3 tot 6 weken kan via een bloeddrukmeting worden bepaald of de bloeddruk voldoende gedaald is. Het is belangrijk metoprolol elke dag in te nemen. Alleen dan kan metoprolol de hart- en bloedvaten optimaal beschermen.

        • Verschijnselen
          Angina pectoris (hartkramp) is een hartaandoening met aanvallen van pijn of een beklemmend gevoel op de borst. Deze pijn kan uitstralen naar de arm, kaak, hals of schouder. De pijn ontstaat vooral op momenten dat het hart harder moet gaan werken, bijvoorbeeld bij inspanning, stress, emoties, een zware maaltijd of bij de overgang van warmte naar kou.

          Oorzaak
          De belangrijkste oorzaak van angina pectoris is een vernauwing van de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (de kransslagaderen). Hierdoor komt er minder bloed naar de hartspier, dus ook minder zuurstof. Dit zuurstofgebrek veroorzaakt de klachten.

          Werking
          Als u meer dan twee aanvallen van hartkramp per week heeft, schrijft uw arts meestal een bètablokker voor, zoals metoprolol. Dit medicijn brengt de snelheid en de kracht waarmee het hart klopt terug tot een aanvaardbaar niveau. Hierdoor heeft het hart minder zuurstof nodig. Dit vermindert de kans op een angina pectoris-aanval.

          De werking van een gewone tablet metoprolol begint binnen één uur na inname en houdt zes tot twaalf uur aan. De werking van een tablet met vertraagde afgifte (‘retard’ tablet) begint binnen één tot twee uur en houdt 24 uur aan. Het effect merkt u doordat u minder last heeft van pijn op de borst, bijvoorbeeld bij het traplopen. Dit betekent echter niet dat u meteen meer inspannende activiteiten mag gaan doen. Uw lichaam moet hier weer langzaam aan wennen. Overleg hierover met uw arts.
           

          • Verschijnselen
            Bij een hartritmestoornis kan het hart overslaan, onregelmatig slaan, te snel kloppen of 'op hol slaan'. Soms merkt u er niets van, maar soms kunt u de onregelmatige hartslag voelen. Door een hartritmestoornis kunt u zich duizelig, kortademig, gejaagd of angstig voelen.

            Oorzaak
            Er zijn verschillende oorzaken voor hartritmestoornissen, zoals een beschadigde hartspier door een hartinfarct of een te hard werkende schildklier. Maar vaak is de oorzaak onbekend.

            Werking
            Metoprolol regelt de hartslag en heft verschillende stoornissen in het hartritme op. U merkt de werking doordat uw hartslag wat langzamer wordt. De werking van een gewone tablet metoprolol begint binnen één uur na inname en houdt zes tot twaalf uur aan. De werking van een tablet met vertraagde afgifte (‘retard’ tablet) begint binnen één tot twee uur en houdt 24 uur aan.

            • Verschijnselen
              Bij migraineaanvallen heeft u last van bonzende hoofdpijn, meestal aan één kant van het hoofd. Ook zijn mensen met migraine vaak misselijk en overgevoelig voor licht en geluid. Een migraineaanval duurt meestal een dag, maar kan ook korter of langer duren.

              Behandeling
              Om de aanval te stoppen kunt u een pijnstiller gebruiken en eventueel een middel tegen de misselijkheid. Als u meer dan twee aanvallen per maand heeft, is het zinvol een medicijn te proberen dat de aanvallen voorkómt. Metoprolol is één van deze medicijnen.

              Effect
              Bij ongeveer de helft van de gebruikers nemen de aanvallen af. Dit effect is meestal pas na drie maanden gebruik te beoordelen. Als u na drie maanden nog geen verbetering merkt, overleg dan met uw arts.

              • Verschijnselen
                De schildklier maakt een hormoon aan dat het tempo bepaalt van vele processen in het lichaam. Een te snel werkende schildklier kan dan ook veel verschillende klachten geven, zoals een gejaagd gevoel, afvallen, zweten, diarree, spierzwakte en een snelle of onregelmatige hartslag. Dit laatste merkt u aan hartkloppingen.

                Oorzaak
                Er zijn verschillende oorzaken voor, zoals de ziekte van Graves, de ziekte van Plummer of een goedaardige vergroting van de schildklier (struma).

                Behandeling
                Meestal probeert men de werking van de schildklier af te remmen. Dit kan met medicijnen of met andere behandelingen, zoals met radioactief jodium. Verder is vaak tijdelijk een bètablokker, zoals metoprolol, nodig om het hartritme te vertragen.

                Werking
                Als de schildklier te snel werkt, worden er te veel stoffen aangemaakt die het hart stimuleren. Hierdoor kunt u last krijgen van hartkloppingen en ritmestoornissen. Metoprolol regelt de hartslag en heft stoornissen in het hartritme op.

                U merkt de werking doordat uw hartslag langzamer wordt. De werking van een gewone tablet metoprolol begint binnen één uur na inname en houdt zes tot twaalf uur aan. De werking van een tablet met vertraagde afgifte (‘retard’ tablet) begint binnen één tot twee uur en houdt 24 uur aan.

                • Verschijnselen
                  Bij hartfalen (decompensatio cordis) is de pompkracht van het hart verzwakt. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U bent daardoor sneller moe, u kunt last krijgen van vocht in de benen of achter de longen. U bent dan ook sneller benauwd.

                  Oorzaak
                  Oorzaken voor hartfalen kunnen zijn een langdurig bestaande hoge bloeddruk, slecht werkende hartkleppen, vernauwing in de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (kransslagaders), stoornissen in het hartritme of een hartinfarct.

                  Behandeling
                  Behalve het wegnemen van de oorzaak, zoals het behandelen van de hoge bloeddruk of het vervangen van een slechte hartklep, spelen geneesmiddelen een belangrijke rol bij hartfalen. De belangrijkste medicijnen zijn plastabletten en ACE-remmers of angiotensine-II-blokkers. Als de klachten niet voldoende verminderen, kan de arts bovendien een bètablokker, zoals metoprolol, voorschrijven.

                  Werking
                  Bètablokkers verlagen de bloeddruk, vertragen de hartslag en verminderen de zuurstofbehoefte van het hart. Hierdoor verbetert de pompkracht van het hart. De klachten verminderen hierdoor. Na zes weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. U merkt dan dat u minder last heeft van dikke enkels, benauwdheid en moeheid.

                  • Verschijnselen
                    De eerste tekenen van een hartinfarct zijn een hevig drukkende of snoerende pijn op de borst. Soms straalt de pijn uit naar de linkerarm of kaken. Vaak bent u ook misselijk, zweterig en klam.

                    Oorzaak
                    Een hartinfarct ontstaat door een afsluiting van één of meer van de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (de kransslagaders). Hierdoor krijgt een deel van de hartspier langdurig te weinig bloed en dus te weinig zuurstof, waardoor het afsterft. Omdat een stukje van de hartspier niet meer werkt, kan het hart minder krachtig pompen. U kunt dan verschijnselen van hartfalen krijgen, zoals moeheid, kortademigheid en het vasthouden van vocht.

                    Behandeling
                    Meestal krijgt u binnen twaalf uur na ontstaan van de klachten een bètablokker via een infuus toegediend. Daarna gebruikt u de bètablokker nog enkele dagen in tabletvorm. Als het risico van een tweede infarct aanwezig is, zal de arts een bètablokker voor langdurig gebruik voorschrijven, zoals metoprolol.

                    Werking
                    De eerste dagen na het hartinfarct verbetert dit medicijn de werking van het hart. Dit medicijn brengt de snelheid en de kracht waarmee het hart klopt terug tot een aanvaardbaar niveau. Het hart heeft dan minder zuurstof nodig en kan daardoor herstellen.

                    Voorkómen van hartinfarct tijdens operaties
                    Mensen met diabetes, nierziekten, hart- en vaatziekten of met een leeftijd boven de 65 jaar lopen meer kans op complicaties tijdens zware operaties. Bijvoorbeeld een hartinfarct of beroerte. Een bètablokker, zoals metoprolol, kan het hart hiertegen beschermen. Het medicijn moet dan tijdens en enige tijd na de operatie worden gebruikt.

                  • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

                    De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

                    Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

                    • Vermoeidheid

                    Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

                    • Duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd, vooral bij het opstaan.

                      In zeldzame gevallen kunt u flauwvallen. Duizeligheid gaat meestal over als uw lichaam is gewend aan de lagere bloeddruk (binnen een paar dagen tot weken). Bent u duizelig? Sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.

                      Heeft u de ziekte van Parkinson? Dan kunt u sneller last krijgen van deze bijwerking. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

                    • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, verstopping of diarree.

                      Deze bijwerkingen treden vooral in het begin van de behandeling op. Meestal helpt het als u dit medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

                    • Hoofdpijn

                    • Koude handen en voeten. Heeft u de ziekte van Raynaud, waarbij u koude, witte tenen heeft zonder gevoel? Dan kunt u hier meer last van krijgen.

                      Koude handen en voeten komen doordat de bloedvaten in de huid onvoldoende reageren op kou. Het kan zijn dat u hier last van blijft houden zolang u het medicijn slikt. Zorg voor voldoende bescherming tegen kou door warme kleding te dragen, zoals wanten en sokken. Neem contact op met uw arts als deze bijwerking te veel last geeft.

                    • Een vertraagde hartslag of hartkloppingen

                    • Kortademig zijn bij inspanning

                    Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

                    • Droge mond

                      Een droge mond komt doordat u minder speeksel aanmaakt. Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren. U kunt de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom of door te zuigen op ijsblokjes.

                    • Erectiestoornissen

                      Dit komt door de lagere bloeddruk. Heeft u last van deze bijwerking? Vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden of is een ander medicijn geschikter voor u.

                    • Slaapstoornissen, zoals moeite met inslapen, levendiger dromen en nachtmerries.

                    • Depressieve klachten, in de war zijn (verwardheid) en angst. Ook kunt u dingen gaan geloven of denken die niet kloppen (waandenkbeelden) of dingen gaan zien, horen of voelen die er niet zijn (hallucinaties).

                    • Droge ogen en wazig zien

                      Mensen die contactlenzen dragen kunnen door dit medicijn last krijgen van droge ogen. De contactlenzen kunnen dan eerder irriteren. Houd ze in dat geval minder lang in of gebruik bevochtigende oogdruppels (kunsttranen).

                    • Heeft u het syndroom van Sjögren, waarbij de slijmvliezen van onder andere uw ogen en mond droger zijn dan normaal? U kunt meer klachten krijgen.

                      Dit medicijn vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond. Mogelijk is een ander medicijn geschikter.

                    • Huiduitslag, zweten en haaruitval

                    • Meer de kans op bloedingen, zoals bloedneuzen.

                      Dit komt door een tekort aan bloedplaatjes. Neem contact op met uw arts bij onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken.

                    • Heeft u diabetes? U merkt minder snel dat u een te laag bloedglucose (hypo) heeft. Dit komt doordat dit medicijn de verschijnselen tegengaat die ontstaan bij een hypo. Controleer daarom vaker uw bloedglucose.

                    • Benauwdheid. Heeft u astma of COPD? Dan kunt u meer last van benauwdheid krijgen. Als u het benauwd heeft, neem dan contact op met uw arts. Mogelijk is een ander medicijn geschikter voor u.

                    • Heeft u de spierziekte myasthenia gravis? U kunt meer last krijgen van deze aandoening. Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

                    • Heeft u psoriasis? U kunt meer last krijgen van deze aandoening. Neem contact op met uw arts als u last heeft van rode schilferende of glanzende plekken op de huid, beschadigingen van de huid, jeuk, putjes in de nagels en gewrichtsklachten.

                    • Heeft u de aangeboren hartafwijking Wolff-Parkinson-White-syndroom? Er kunnen ernstige hartritmestoornissen ontstaan door dit medicijn. U mag dit medicijn alleen op voorschrift en onder controle van een cardioloog of internist gebruiken.


                    Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


                    Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                    • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                      Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                      Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                      Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                      • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

                        Hoe?

                        • Gewone tablet: innemen met een half glas water.
                        • Tablet met vertraagde afgifte (retard of MGA): de tablet doorslikken met een half glas water. Niet kauwen. Als de tablet een breukstreep heeft, mag u de tablet op de breukstreep doormidden breken. De beide helften moet u heel doorslikken met een beetje water.

                        Wanneer?
                        U mag dit medicijn innemen op elk moment van de dag. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Bijvoorbeeld:

                        • als u het 1 keer per dag gebruikt: bij voorkeur 's ochtends;
                        • als u het 2 keer per dag gebruikt: 's ochtends en 's avonds;
                        • als u het 3 keer per dag gebruikt: 's ochtends, 's middags en 's avonds;
                        • als u het 4 keer per dag gebruikt: 's ochtends, 's middags, begin van de avond en 's avonds voor het slapen gaan.

                        Hoe lang?

                        • Hoge bloeddruk. Een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u dit medicijn waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.
                        • Pijnlijk en drukkend gevoel op de borst (angina pectoris), hartritmestoornissen, een hart dat minder goed pompt (hartfalen) en voorkómen hartaanval. Waarschijnlijk moet u metoprolol langdurig gebruiken. Overleg dit met uw arts.
                        • Verhoogde schildklierwerking. Meestal is metoprolol tijdelijk nodig om de hartkloppingen door de verhoogde schildklierwerking te stoppen. Als de schildklierfunctie weer normaal is, zal ook het hartritme normaal worden en is metoprolol niet meer nodig.
                        • Migraine. Bij het ouder worden neemt het aantal migraineaanvallen meestal af. U heeft metoprolol dan niet meer nodig. Bespreek dit met uw arts.
                        • Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

                          • Als u metoprolol 1 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 8 uur voor u de volgende tablet normaal inneemt? Neem de vergeten tablet dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 8 uur? Sla de vergeten tablet dan over.
                          • Als u metoprolol 2 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 4 uur voor u de volgende tablet normaal inneemt? Neem de vergeten tablet dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 4 uur? Sla de vergeten tablet dan over.
                          • Als u metoprolol 3 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 2 uur voor u de volgende tablet normaal inneemt? Neem de vergeten tablet dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 2 uur? Sla de vergeten tablet dan over.
                          • Als u metoprolol 4 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 1 uur voor u de volgende tablet normaal inneemt? Neem de vergeten tablet dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 1 uur? Sla de vergeten tablet dan over.
                          • autorijden?
                            Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid en verminderde alertheid. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste dagen van het gebruik voor. Ook nadat de dosering omhoog gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen.

                            Let op: ook bepaalde hart- en vaatziekten kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Een ernstige verhoogde bloeddruk kan een reden zijn dat uw rijbewijs minder lang geldig is. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

                            Voor meer algemene informatie kunt het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                            alcohol drinken?
                            Alcohol verwijdt de bloedvaten. Het kan daardoor in het begin van de behandeling de bijwerking duizeligheid versterken. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate uit. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

                            alles eten?
                            Bij dit middel zijn hiervoor geen beperkingen.

                            • De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                              • Andere bloeddrukverlagende medicijnen. De bloeddruk kan te laag worden als u metoprolol samen met andere bloeddrukverlagers gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosis geleidelijk verhogen. Bij combinatie met de hartmedicijnen verapamil of diltiazem kan de hartslag trager en onregelmatiger worden. Uw arts zal in dit geval uw hartfunctie regelmatig controleren.
                              • Pijnstillers van het NSAID-type zoals ibuprofen, naproxen of diclofenac. Deze pijnstillers kunnen de werking van metoprolol bij hoge bloeddruk en een hart dat minder goed pompt (hartfalen) verminderen. Gebruikt u een pijnstiller van het NSAID-type langer dan twee weken en gebruikt u metoprolol voor een hoge bloeddruk of hartfalen? Dan zal uw bloeddruk extra gecontroleerd moeten worden. Neem hiervoor contact op met uw arts. Bij hartfalen: als u meer klachten krijgt van moeheid, benauwdheid of dikke enkels, neem dan ook contact op met uw arts.
                              • Bepaalde medicijnen voor een vergrote prostaat, namelijk de alfa-blokkers (alfuzosine, doxazosine en terazosine). Deze kunnen in het begin van de behandeling de bloeddruk verlagen en duizeligheid veroorzaken. Metoprolol versterkt deze bijwerking. Deze wisselwerking is alleen van belang de eerste dagen dat u met een alfa-blokker begint. U kunt de alfa-blokker de eerste keren het beste 's avonds innemen, als u al op bed zit, voor het geval u duizelig wordt. Als u een alfa-blokker met vertraagde afgifte gebruikt, kunt u de volgende ochtend duizelig worden bij het opstaan. Dit is na enkele dagen over.
                              • Mirabegron, een medicijn die u krijgt als u moeite heeft met het ophouden van uw plas. Mirabegron kan de hoeveelheid metoprolol in het bloed verhogen. Hierdoor kunnen de werking en bijwerkingen van metoprolol toenemen. U kunt dan bijvoorbeeld last krijgen van een te trage hartslag. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
                              • Bloedsuikerverlagende medicijnen, zoals insuline, tolbutamide, glibenclamide en glimepiride. Deze medicijnen worden gebruikt om het bloedsuiker te verminderen bij mensen met diabetes. Een te lage hoeveelheid suiker in het bloed wordt een hypo genoemd. Wanneer u een bètablokker gebruikt, voelt u minder snel dat u een hypo heeft. Dat komt omdat de bètablokker de waarschuwende signalen zoals trillen en hartkloppingen onderdrukt. Andere verschijnselen, zoals zweten, wazig zien en hongergevoel verdwijnen niet. Let daarom extra op deze laatste verschijnselen.
                              • De medicijnen bij hartritmestoornissen kinidine en propafenon, de medicijnen bij depressie bupropion, fluoxetine en paroxetine en de medicijnen tegen hiv ritonavir en tipranavir. Deze medicijnen kunnen de hoeveelheid metoprolol in het bloed verhogen. Hierdoor kunnen de werking en bijwerkingen van metoprolol toenemen. U kunt dan bijvoorbeeld last krijgen van een te trage hartslag of duizeligheid. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
                              • Adrenaline-injectie bij allergie. Metoprolol vermindert het effect van adrenaline. Dat kan gevaarlijk zijn bij ernstige allergische reacties waarbij een adrenaline-injectie nodig is om de bloeddruk weer goed te krijgen. Overleg hierover met uw arts als u af en toe een dergelijke injectie nodig heeft en uw arts wil u een bètablokker voorschrijven.
                              • Sommige medicijnen tegen hiv (een virus waar u aids van kunt krijgen). Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

                              Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                               

                              • Zwangerschap
                                Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen met uw arts kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u is als u met het medicijn stopt.

                                Bij gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap bestaat er namelijk een risico op bijwerkingen bij het kind. Zoals een lage bloedsuikerspiegel, een lage bloeddruk, een lage hartslag, suf worden en moeite met ademhalen. Mogelijk zal uw arts uw baby extra controleren. Overleg hierover met uw arts. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

                                Borstvoeding
                                Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Dit medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht. U kunt, na overleg met uw arts, borstvoeding (blijven) geven. Mogelijk zal uw arts uw baby extra controleren.

                                Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                                • Stop niet zomaar zelf met dit medicijn. Overleg altijd eerst met uw apotheker en arts als u wilt stoppen.

                                  U moet dit medicijn namelijk afbouwen, dat betekent dat u dit medicijn NIET in 1 keer mag stoppen. Als u in 1 keer stopt, is de verandering voor uw hart en bloeddruk dan te snel. Bouw het gebruik in 1 tot 2 weken langzaam af in overleg met uw arts en apotheker.

                                  Als u metoprolol moet stoppen voor een operatie, moet u meestal minstens 48 uur voor de operatie stoppen. Overleg met de behandelend arts.

                                  Gebruikt u dit medicijn voor een hoge bloeddruk en denkt u erover na om te stoppen met dit medicijn? Bekijk dan het thema 'Kan ik stoppen met mijn medicijnen die de bloeddruk verlagen (bloeddrukverlagers)?'.

                                  • De werkzame stof metoprolol zit in de volgende producten:
                                    • Ja, u heeft een recept nodig.

                                      Metoprolol is sinds 1975 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar onder de merknaam Selokeen en als het merkloze Metoprolol, Metoprololi Succinas, Metoprololsuccinaat, Metoprololtartraat en Metoprololi Tartras. Het is te verkrijgen in tabletten en injecties.

                                      Metoprolol wordt ook gebruikt in combinatie met een andere werkzame stof, als het merkloze Metoprolol/Hydrochloorthiazide.

                                      Laatst bijgewerkt op 19-09-2024

                                      Disclaimer

                                      Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                      Vond u deze informatie nuttig?

                                      Vind een apotheek

                                      Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                      Vind een apotheek blob

                                      Vraag het de webapotheker

                                      Vraag het de webapotheker

                                      Vraag het de webapotheker

                                      Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                      Meldpunt medicijnen

                                      Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                                      Geen ervaringen gevonden

                                      Informatie wordt bijgewerkt: