Medicijnensertraline

sertraline

Medicijnensertraline

sertraline

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik door man met kinderwensGebruik bij ernstig overgewicht of na maagverkleiningMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Sertraline zorgt voor een betere stemming en het maakt u minder angstig. Hierdoor piekert u minder, slaapt u beter, bent u minder prikkelbaar, en trilt u minder. Ook zorgt het voor dat een man minder snel klaarkomt tijdens het vrijen.
    • Bij depressie en angststoornissen, zoals sociale fobie, specifieke fobie, dwangstoornis, paniekstoornis en angststoornissen na ernstige gebeurtenissen (posttraumatische stressstoornis). Ook bij menstruatieklachten en jeuk. Verder kan het ook helpen bij vroegtijdige zaadlozing (te vroeg klaarkomen).
    • U merkt na een paar weken dat dit medicijn werkt.
    • U kunt wel meteen last krijgen van maagdarmklachten en een droge mond. Door een droge mond ontstaan sneller gaatjes. Poets daarom goed. Ook kunt u minder zin krijgen in vrijen.
    • U kunt de eerste tijd suf en slaperig zijn en aandachtsproblemen hebben. Rijd dan geen auto.
    • Pas op met alcohol. Dit kan u nog suffer en meer slaperig maken.
    • Dit medicijn heeft veel wisselwerkingen met andere medicijnen. Laat uw apotheker daarom controleren of u sertraline veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen. Ook medicijnen die u zonder recept heeft gekocht.
    • Gebruikt u sertraline al een paar weken? Stop dan niet in één keer. Bespreek dit eerst met uw arts of apotheker.
    • Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Overleg met uw arts of u dit medicijn mag gebruiken.
    • U mag dit medicijn gebruiken als u borstvoeding geeft.

    Download de samenvatting

    • Sertraline hoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's. Dit zijn medicijnen tegen depressie. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.

      Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

      Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals sociale fobie, specifieke fobie, dwangstoornis, paniekstoornis en posttraumatische stressstoornis.
      Het wordt ook gebruikt bij bepaalde menstruatieklachten (premenstrueel syndroom), bij bepaalde soorten jeuk en bij seksuele stoornissen (vroegtijdige zaadlozing).

      • Verschijnselen
        Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen depressieve mensen snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

        Behandeling
        Depressieve klachten kunnen behandeld worden met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u bepalen welke behandeling voor u het beste is. Het hangt vervolgens van uw persoonlijke situatie af en van het soort depressie, met welk medicijn de arts zal starten.

        Effect
        Sertraline vermindert de depressieve klachten. U voelt zich energieker en uw stemming verbetert. Het is belangrijk het medicijn dan nog ongeveer een halfjaar te blijven gebruiken. Daarmee verkleint u de kans dat de depressie terugkomt. Bij ouderen en mensen die eerder een depressie hebben gehad adviseren artsen vaak om dit medicijn langer te gebruiken.

        Werking
        Het kan vier tot zes weken duren voordat u het effect van sertraline merkt. De eerste weken kunt u wel last krijgen van de bijwerkingen en angstgevoelens. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

        • Verschijnselen
          Iedereen is wel eens angstig. Angst is een normale reactie bij dreigend gevaar. Het leidt tot voorzichtigheid of tot vluchten, en is dus een nuttige vorm van zelfbescherming.

          Soms is iemand angstig terwijl daar weinig aanleiding voor is, bijvoorbeeld als u niet naar buiten durft, of geen boodschappen durft te doen in een drukke winkel. We spreken dan van een angststoornis.

          Angst geeft vaak klachten als hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en prikkelbaarheid. Hevige angst kan leiden tot hartkloppingen, benauwdheid, zweten, pijn op de borst, trillen, het gevoel flauw te vallen of tintelingen in de armen en benen.

          Behandeling
          Angstgevoelens en gespannenheid worden meestal behandeld met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, zoals sertraline of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u afwegen welke aanpak het beste is in uw situatie.

          Effect
          Sertraline vermindert vooral de angstgevoelens zoals piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.

          Het is belangrijk om het medicijn minstens een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

          Werking
          Het kan één tot drie maanden duren voordat u het effect van sertraline merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de angstklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen.

          Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

          • Verschijnselen
            Bij een sociale fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor kritiek van anderen. Men heeft daarbij last van lichamelijke verschijnselen, zoals trillen, zweten, blozen en hartkloppingen. Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last.

            Behandeling
            Als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, kunnen ze uw welzijn sterk verminderen.

            Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts adviseren om ook sertraline te gebruiken.

            Effect
            U merkt het effect van sertraline niet meteen. Dit kan 3 tot 4 maanden duren. Ondanks dat kunt u wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

            Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

            • Verschijnselen
              Bij een specifieke fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor bepaalde dingen of situaties, zoals spinnen, bloed, hoogtes (hoogtevrees), vliegen (vliegangst) of kleine ruimtes (claustrofobie). Men kan daarbij last krijgen van lichamelijke klachten, zoals trillen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of hartkloppingen. Door deze verschijnselen kunt u nog banger worden en in paniek raken.

              Behandeling
              De behandeling van een specifieke fobie bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog. Helpen de gesprekken niet voldoende? Dan kunt u kiezen voor gedragstherapie. Heeft u dagelijks erg veel last van de angsten, en helpt gedragstherapie niet? Dan kan uw arts u adviseren ook paroxetine te gebruiken.

              Effect
              U merkt het effect van sertraline niet meteen. Dit kan 6 tot 8 weken duren. U kunt wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

              Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

              • Verschijnselen
                Een dwangstoornis, zoals smetvrees, is een angststoornis waarbij mensen de drang voelen om voortdurend bepaald handelingen uit te voeren, zoals overdreven vaak schoonmaken en wassen. Een medische term voor een dwangstoornis is een 'obsessief-compulsieve stoornis'.

                Behandeling
                Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts u adviseren om ook sertraline te gebruiken.

                Effect
                Het kan 1 tot 3 maanden duren voordat u het effect van sertraline merkt. U kunt wel vanaf het begin last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

                 

                • Verschijnselen
                  Bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. U krijgt dan allerlei lichamelijke verschijnselen, zoals zweten, trillen, duizeligheid, misselijkheid slappe benen en hartkloppingen. U kunt tijdens een aanval het gevoel hebben dat u doodgaat of gek wordt.

                  Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last, maar bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. De aanvallen beheersen dan uw leven.

                  Ook kunt u een voortdurende angst hebben om opnieuw een paniekaanval te krijgen. Sommige mensen proberen ook de situatie waarin een paniekaanval ontstaat te vermijden. Soms lukt het niet meer te gaan werken of naar buiten te gaan (straatvrees) uit angst voor een nieuwe aanval.

                  Behandeling
                  Iedereen heeft wel eens een lichte mate van paniek ervaren, maar als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn en dat van de mensen in uw omgeving sterk verminderen.

                  De behandeling van een paniekstoornis bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog (gesprekstherapie). Vaak wordt deze gesprekstherapie gecombineerd met een antidepressivum, zoals sertraline.

                  Effect
                  Sertraline vermindert de kans op en de ernst van een paniekaanval. Ook zorgt sertraline ervoor dat de paniek tijdens een aanval minder heftig is.

                  Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen. Bij stoppen met het medicijn keren de paniekaanvallen meestal terug, als er verder niets is veranderd door bijvoorbeeld gedragstherapie.

                  Werking
                  Het kan vier tot zes weken duren voordat u het effect van sertraline merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de paniekklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

                  • Verschijnselen
                    Een posttraumatische stressstoornis kan ontstaan na een traumatische gebeurtenis. Bijvoorbeeld een bedreiging, een verkrachting, een ramp of een ongeluk.

                    Als het niet lukt dit te verwerken, kan iemand een posttraumatische stressstoornis krijgen. Dit kan direct na de traumatische gebeurtenis beginnen, of pas veel later.

                    Men krijgt dan verschijnselen van toegenomen angst of spanning die er voor de traumatische gebeurtenis niet waren, bijvoorbeeld slecht slapen, concentratieproblemen of heftige schrikreacties. Ook beleeft men details van de gebeurtenis vaak opnieuw in de vorm van nachtmerries of herinneringen die men niet uit het hoofd kan zetten.

                    Behandeling 
                    Om de traumatische gebeurtenis te verwerken, kunnen gesprekken met een psychiater of psycholoog (psychotherapie) helpen. Sertraline kan helpen bij een posttraumatische stressstoornis als ook sprake is van depressiviteit.

                    Effect
                    Het effect van sertraline merkt u niet meteen, maar pas na twee tot vier weken. De eerste twee weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen.

                    Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs. Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

                    • Verschijnselen
                      Sommige vrouwen hebben veel last van het premenstrueel syndroom. Dit zijn psychische en lichamelijke klachten in de periode voor de menstruatie. Ze reageren emotioneel, zijn sneller geïrriteerd of somber, hebben pijnlijke borsten, een opgeblazen gevoel, worden zwaarder door vochtophoping of krijgen huidproblemen. Als de menstruatie eenmaal goed op gang komt, verdwijnen de klachten meestal snel.

                      Dit wordt het premenstrueel syndroom genoemd. Deze klachten ontstaan door normale hormoonveranderingen in de cyclus van de vrouw.

                      Behandeling
                      Door stress te vermijden en voldoende te bewegen kunnen de klachten verminderen. Als u minder zout eet, gaat u het vasthouden van vocht tegen.

                      Bij ernstig premenstrueel syndroom schrijft uw arts soms sertraline voor. De arts kan u adviseren sertraline elke dag te gebruiken of alleen in de twee weken voor u de menstruatie verwacht.

                      Effect
                      Bij start twee weken voor de menstruatie merkt u meestal binnen drie tot vijf dagen dat sertraline werkt. U bent minder emotioneel, minder prikkelbaar en u zult minder vocht vasthouden. Soms laat het effect op zich wachten en merkt u pas na enkele maanden een verbetering.

                      • Verschijnselen
                        Jeuk is een gevoel op de huid dat u aandrang geeft om te krabben of te wrijven. Soms is de jeuk zo erg, dat men tot bloedens toe krabt.

                        Oorzaak
                        Jeuk kan vele oorzaken hebben. In zeldzame gevallen kan het ontstaan door een aandoening aan de galwegen. Hierdoor zijn verhoogde hoeveelheden galzuren aanwezig in het bloed en de huid, wat jeuk tot gevolg heeft.

                        Behandeling
                        Sertraline blijkt soms jeuk door teveel galzuren te verminderen. Hoe dit effect precies tot stand komt, is onduidelijk. De jeuk vermindert na twee tot vier dagen. Uw arts zal de dosering van de sertraline langzaam verhogen, om de kans op bijwerkingen te verminderen.

                        • Verschijnselen
                          Er bestaan verschillende seksuele stoornissen. Een vroegtijdige zaadlozing betekent dat de zaadlozing sneller komt dan de man of zijn partner wenst. Als de penis niet stijf wordt of niet lang genoeg stijf blijft, spreken we van een erectiestoornis. Ook minder zin in vrijen kan een seksuele stoornis zijn.

                          Oorzaak
                          Een te vroege zaadlozing komt veel voor in de puberteit. Dit gaat meestal vanzelf voorbij. Soms blijven de klachten.

                          Een vroegtijdige zaadlozing kan verschillende oorzaken hebben, zoals gevoelens, een erectieprobleem, ontsteking van de prostaat,  schildklierafwijkingen, medicijnen of een zenuwaandoening.

                          Behandeling
                          Praat over uw problemen met uw partner. Ook gesprekken met een arts kunnen de klachten verminderen.

                          Bij een vroegtijdige zaadlozing helpen soms serotonineheropnameremmers, zoals sertraline. Deze medicijnen worden oorspronkelijk gebruikt bij depressiviteit, maar verlengen ook de tijd tot de zaadlozing.

                          Werking
                          De arts kan u adviseren sertraline elke dag te gebruiken of alleen vóór het vrijen. U moet het dan 3 tot 6 uur voor het vrijen innemen. Bij dagelijks gebruik werkt het meestal iets beter.

                          Het duurt één tot twee weken voordat u dit effect van sertraline merkt.

                        • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

                          Bijwerkingen treden niet bij iedereen op, maar alleen bij personen die daar gevoelig voor zijn.

                          De meeste bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken en nemen daarna af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.

                          De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

                          Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

                          • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, verstopping, krampen en verminderde eetlust. 

                            Deze klachten gaan meestal binnen enkele dagen over, als u gewend bent geraakt aan het medicijn. U heeft minder last van deze bijwerkingen als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Ook kunt u de arts vragen een dosering voor te schrijven waarmee u langzamer opbouwt. Overleg met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts behalve dit medicijn ook een maagbeschermend medicijn voor.

                            Zeer zelden wordt diarree veroorzaakt door een ontsteking van de dikke darm. Overleg met uw arts als de diarree niet overgaat of als er bloed in de diarree zit. 

                          • Droge mond

                            Door een droge mong kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

                          • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijker een stijve penis krijgen en een vertraagde zaadlozing.

                            Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft. Sommige mensen blijven last hebben van seksuele stoornissen, zelfs na het stoppen met het medicijn.

                          Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

                          • Slapeloos en slaperig zijn. Heeft u hier last van? Neem dit medicijn dan 's ochtends in.

                          • Sufheid, een verminderd reactievermogen en aandachtsproblemen. Heeft u last van deze bijwerkingen? Onderneem dan geen risicovolle activiteiten, zoals autorijden.

                            Sufheid, slaperigheid en een trager reactievermogen zijn vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten, als u last heeft van deze bijwerkingen.

                          • Hoofdpijn en duizeligheid

                            Deze bijwerkingen treden vooral op aan het begin van de behandeling en worden vanzelf minder.

                          Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

                          • Benauwdheid, in de war zijn (verwardheid), angst en nerveus zijn. Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

                          • Wazig zien. Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

                          • Zweten, koorts, gapen, trillen en bibberen

                          • Huiduitslag. Raadpleeg in dat geval uw arts.

                            Zeer zelden komt huiduitslag door een allergische reactie en moet u met het medicijn stoppen.

                          • Spierpijn (bijvoorbeeld in de rug), spierzwakte, pijn in uw gewrichten en zeer zelden spierkrampen.

                          • Zwaarder worden. Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als u te veel aankomt.

                          • Bij vrouwen: onregelmatige menstruatie. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

                          • Bewegingsstoornissen. De bijwerkingen kunnen lijken op de ziekte van Parkinson: stijve spieren, beven, moeite met lopen of praten, rusteloosheid en plotselinge spiertrekkingen. Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts.
                            Ouderen, mensen met de ziekte van Parkinson en mensen die al bewegingsstoornissen hebben zijn extra gevoelig voor deze bijwerkingen. Als u dit medicijn langdurig gebruikt, is de kans op deze bijwerkingen groter. Waarschuw uw arts als u hier last van krijgt.

                          Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

                          • Gewichtsafname. Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als u te veel afvalt.

                          • Ontstekingen in uw keel, neus of oren.

                          • Hartklachten, zoals hartkloppingen, pijn op de borst, versnelde hartslag of juist een vertraagde hartslag. Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

                          • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms aan plotseling duizelig worden of als u even wegraakt. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

                          • Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel.

                            Duizeligheid gaat in het algemeen over binnen enkele dagen tot weken. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het beste even gaan liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen.

                          • Moeilijk kunnen stilzitten en rusteloosheid. Vooral mensen met de ziekte van Parkinson kunnen hier meer last van krijgen. Raapleeg uw arts als dit gebeurt, mogelijk moet de dosering verlaagd worden.

                          • Stemmingsverandering, depressieve gedachten, vijandige gevoelens en denken aan zelfmoord. Neem contact met uw arts op als u dit merkt.

                            Deze gevoelens kunnen zich richten naar uzelf of naar anderen. Dit kan leiden naar agressie, zelfverwonding of zelfmoord. Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren. Jongeren onder de 18 jaar hebben meer kans op deze bijwerkingen. Artsen schrijven dit medicijn daarom meestal niet aan hen voor.

                          • Nachtmerries en hallucinaties (dingen zien, horen of voelen die er niet zijn). Raadpleeg dan uw arts.

                          • Sneller en langer bloeden bij een verwonding, bijvoorbeeld in de vorm van blauwe plekken en bloedneuzen. Meld dit bij uw arts. Meld ook bij uw arts als u dit medicijn gebruikt als u een operatie moet ondergaan.

                          • Opvliegers

                          • Haaruitval.

                          • Bij mannen: borstvorming

                            Deze bijwerking gaat over als u met dit medicijn stopt. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

                          • Heeft u epilepsie? Dan heeft u meer kans op een aanval. Overleg hierover met uw arts.

                          • Leverziektes of ontsteking van de alvleesklier. U kunt dit merken aan plotselinge hevige pijn in de bovenbuik, een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw bij deze klachten uw arts.

                          • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U kunt dit merken aan huiduitslag, jeuk en galbulten.

                            Raadpleeg bij allergische verschijnselen uw arts. In zeldzame gevallen ontstaat er bij allergie koorts, opgezwollen lippen, tong of gezicht of overgevoeligheid voor zonlicht. Stop dan meteen het gebruik en raadpleeg uw arts. Bij allergie mag u mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor dit medicijn. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

                          • Maligne neurolepticasyndroom. Dit kunt u merken aan onverklaarbare koorts, zeer stijve spieren, sufheid, hartkloppingen en ernstig zweten. Neem dan onmiddellijk contact op met uw arts. Deze bijwerking treedt meestal op tijdens eerste 2 weken dat u dit medicijn gebruikt of binnen 2 weken als de dosering wordt verhoogd.

                          • Longontsteking


                          Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


                          Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                          • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                            Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                            Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                            Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                            • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

                              • Tabletten: innemen met een half glas water.
                              • Drank: Neem de drank altijd verdund in. Dit betekent dat u de drank altijd moet mengen met een andere vloeistof. Gebruik de pipet om de goede hoeveelheid te bepalen en meng dit in een half glas water. U mag de drank ook in een zoetzure drank doen. Zoals limonade met de smaak van citroen, limoen of sinaasappel. Neem de drank daarna meteen in.

                              Wanneer?
                              Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag u dit medicijn neemt. Wordt u erg suf door dit medicijn? Neem dit medicijn dan 's avonds in voor u naar bed gaat. Wordt u erg onrustig en kunt u er slecht van slapen? Neem dit medicijn dan 's ochtends in.

                              Hoe lang?

                              • Depressie. Merkt u na 10 weken geen verbetering, dan heeft het waarschijnlijk geen zin om ermee door te gaan. Bespreek dit met uw arts. Merkt u wel verbetering van uw klachten? Dan moet u het meestal 6 maanden blijven gebruiken. U heeft dan minder kans dat de depressie terugkomt.
                              • Angstgevoelens en gespannenheid. Merkt u na 3 maanden geen verbetering, dan heeft het waarschijnlijk geen zin om ermee door te gaan. Bespreek dit met uw arts. Merkt u wel verbetering van uw klachten? Dan moet u het meestal 1 jaar blijven gebruiken.
                              • Sociale fobie. Merkt u na 4 maanden geen verbetering, dan heeft het waarschijnlijk geen zin om ermee door te gaan. Bespreek dit met uw arts. Merkt u wel verbetering van uw klachten? Dan moet u het meestal 1 jaar blijven gebruiken.
                              • Specifieke fobie. Merkt u na 8 weken geen verbetering, dan heeft het waarschijnlijk geen zin om ermee door te gaan. Bespreek dit met uw arts. Merkt u wel verbetering van uw klachten? Dan moet u het meestal 1 jaar blijven gebruiken.
                              • Dwangstoornis. Merkt u na 3 maanden geen verbetering, dan heeft het waarschijnlijk geen zin om ermee door te gaan. Bespreek dit met uw arts. Merkt u wel verbetering van uw klachten? Dan moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
                              • Paniekstoornis. Merkt u na 6 weken geen verbetering, dan heeft het waarschijnlijk geen zin om ermee door te gaan. Bespreek dit met uw arts. Merkt u wel verbetering van uw klachten? Dan moet u het meestal 1 jaar blijven gebruiken.
                              • Posttraumatische stressstoornis. Merkt u na 3 maanden geen verbetering, dan heeft het waarschijnlijk geen zin om ermee door te gaan. Bespreek dit met uw arts. Merkt u wel verbetering van uw klachten? Dan moet u het minstens 1 jaar blijven gebruiken.
                              • Premenstrueel syndroom (PMS). Uw arts kan u adviseren dit medicijn elke dag te gebruiken of alleen in de 2 weken voor u uw menstruatie verwacht. Als dit medicijn na 3 menstruaties niet werkt, heeft het waarschijnlijk geen zin om ermee door te gaan. Bespreek dit met uw arts.
                              • Jeuk. Gebruik dit medicijn zolang u last blijft houden van de jeuk.
                              • Seksuele stoornissen. Merkt u na 4 weken geen verbetering, dan heeft het waarschijnlijk geen zin om ermee door te gaan. Bespreek dit met uw arts.

                              Bespreek gedurende de hele behandeling alle veranderingen in uw gedrag of stemming steeds met uw arts. Het kan zijn dat u niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert, en misschien meer baat zult vinden bij een ander medicijn.

                              • Het is belangrijk dat u dit medicijn consequent blijft slikken. Mocht u toch een dosis vergeten, neem deze dan alsnog in binnen 16 uur. Duurt het nog minder dan 8 uur voor u de volgende dosis hoort te nemen, sla de vergeten dosis dan over. Neem geen dubbele dosering in.

                                • autorijden?
                                  Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperig zijn en aandachtsproblemen. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste week van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog of omlaag gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen. Ook dan mag u niet autorijden.

                                  Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

                                  Let op: ook depressie of erge paniekaanvallen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde ziektes? Kijk dan op de website van het CBR.

                                  Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.

                                  alcohol drinken?
                                  Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra suf of slaperig worden. Ook als u hier niets meer van merkt omdat u gewend bent geraakt aan sertraline. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

                                  alles eten?
                                  U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

                                  • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                                    De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                                    • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u naast sertraline een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
                                    • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur, naproxen en celecoxib. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen op de maag veroorzaken, zoals een maagbloeding. Gelijktijdig gebruik van sertraline vergroot de kans op deze bijwerkingen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet. Wees extra alert als u toch sertraline samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, en raadpleeg uw arts bij maagklachten. Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
                                    • De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon. Sertraline kan de werking van de bloedverdunner versterken. Neem contact op met de trombosedienst als u sertraline gaat gebruiken, de dosis verandert of als u stopt met het gebruik.
                                    • De plastabletten chloortalidon, chloorthiazide, hydrochloorthiazide, epitizide en indapamide. Als u een van deze medicijnen samen met sertraline gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. Dat kan vooral ontstaan door vochtverlies, zoals bij braken, diarree, koorts en hitte. U merkt dat aan plotselinge ernstige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.
                                    • Tamoxifen, gebruikt bij bepaalde vormen van borstkanker. Sertraline kan het effect van tamoxifen verminderen. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
                                    • Clozapine een medicijn tegen (onder andere) een psychose. Sertraline kan de hoeveelheid clozapine in het bloed verhogen en hierdoor de bijwerkingen van clozapine versterken. Neem contact op met uw arts. Misschien kan de arts u een ander medicijn dan sertraline voorschrijven.
                                    • Pimozide, een medicijn tegen (onder andere) een psychose. Bij combinatie met pimozide heeft u een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Gebruik het NIET samen met pimozide, behalve als dit volgens uw arts onvermijdelijk is.
                                    • Metronidazol, een antibioticum, en disulfiram, gebruikt tegen alcoholverslaving. Bij deze medicijnen mag u geen alcohol gebruiken, omdat u daar erg ziek van kunt worden. Gebruikt u de drank met sertraline? Overleg dan met uw arts. De drank bevat een kleine hoeveelheid alcohol.
                                    • Sommige medicijnen tegen hiv (virus waar u aids van kunt krijgen). Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
                                    • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Deze medicijnen verhogen de kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.
                                    • Rifampicine, een medicijn gebruikt tegen onder andere tuberculose. De werking van sertraline kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts een ander medicijn voor. Neem in ieder geval contact op met uw arts als uw klachten verergeren, bijvoorbeeld als zich neerslachtiger of angstiger voelt.
                                    • De anti-epileptica carbamazepine en fenytoine. De werking van sertraline kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts een ander medicijn voor. Neem in ieder geval contact op met uw arts als uw klachten verergeren, bijvoorbeeld als zich neerslachtiger of angstiger voelt.

                                    Bij combinatie met de volgende medicijnen is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom.

                                    • De pijnstillers pethidine en tramadol.
                                    • Het antibioticum linezolid.
                                    • Medicijnen tegen depressie van de tricyclische groep amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline.

                                    Overleg bij deze medicijnen met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven die dit risico niet heeft. Moet u de combinatie wel gebruiken let dan op de verschijnselen, zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, in de war zijn (verwardheid), angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

                                    Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotonine-syndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is.
                                    Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door het in de war zijn (verwardheid) en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

                                    Bij de volgende medicijnen is de kans op deze bijwerking relatief groot.

                                    • Selegiline en rasagiline, medicijnen tegen de ziekte van Parkinson.
                                    • Fenelzine, tranylcypromine en moclobemide, medicijnen tegen depressie.

                                    Deze medicijnen mag u niet samen met sertraline gebruiken. Ook als u al gestopt bent met sertraline duurt het een week voor u deze medicijnen veilig kunt gebruiken. Overleg met uw arts. Andersom duurt het twee weken voor u, na stoppen met deze medicijnen, met sertraline mag beginnen. Bij moclobemide kunt u al één dag na het stoppen met sertraline beginnen.

                                    Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                                    • Zwangerschap
                                      Gebruik dit medicijn alleen in overleg met uw arts. Weeg met uw arts de ernst van uw ziekte af tegen het risico van dit medicijn voor het kind. Bij gebruik voor lange tijd tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester) kunnen bij de baby ontwenningsverschijnselen ontstaan na de geboorte. Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen. Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw ziekte niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de moeder en het kind. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt dan meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

                                      Merkt u dat uw depressieve klachten of angstklachten erger worden tijdens de zwangerschap? Neem dan contact op met uw arts. Soms kan het nodig zijn dat uw arts de dosering verhoogd. Tijdens de zwangerschap kan de hoeveelheid van dit medicijn in uw bloed namelijk lager worden. Vooral in de laatste 6 maanden van de zwangerschap (2e en 3e trimester). Hierdoor kan dit medicijn minder goed werken. 

                                      Borstvoeding
                                      U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Het wordt al jarenlang gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor het kind.

                                      Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                                      • U kunt sertraline blijven gebruiken als u een kinderwens heeft. Er is veel ervaring met het gebruik van dit medicijn door de vader. Er zijn geen aanwijzingen dat dit medicijn slecht is voor de ongeboren baby.

                                        • Maagverkleining

                                          Heeft u een maagverkleining gehad? Overleg dan met uw arts of apotheker. Over het gebruik van dit medicijn na een maagverkleining is nog weinig bekend. Het kan zijn dat uw arts de dosering aanpast.

                                          Ernstig overgewicht

                                          Heeft u ernstig overgewicht? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Over het gebruik van dit medicijn bij ernstig overgewicht is nog weinig bekend. Maar er worden geen veranderingen verwacht in de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                                          Als u niet weet of u ernstig overgewicht heeft, dan kunt u dit uitrekenen. Namelijk door uw BMI (Body Mass Index) te berekenen. Dit getal geeft aan of uw gewicht past bij uw lengte. Ga hiervoor naar de BMI-meter en vul uw gewicht en lengte in. Is uw BMI 40 of meer? Dan heeft u ernstig overgewicht.

                                          • Nee, u mag niet zomaar stoppen met sertraline. Stopt u in 1 keer? Dan kunt u last krijgen van klachten. Bijvoorbeeld angst, duizeligheid, draaierigheid, hoofdpijn, misselijkheid en zweten. Deze klachten worden ook wel onttrekkingsverschijnselen genoemd. Dit komt omdat uw lichaam gewend is aan dit medicijn. Niet iedereen heeft evenveel last van onttrekkingsverschijnselen.

                                            Wilt u stoppen met sertraline? Overleg dan met uw apotheker of arts. U maakt dan samen een afbouwschema. U bouwt af in stapjes zodat u niet opeens last krijgt van onttrekkingsverschijnselen. U krijgt dan iedere week een iets lagere dosering.

                                            Vaak duurt het in totaal 2 tot 8 weken om te stoppen met sertraline. Hoe snel u afbouwt hangt af van of u klachten krijgt. Kijk daarom, samen met uw arts en apotheker, hoe u reageert bij iedere stap. Zij kunnen u helpen als u klachten krijgt.

                                            Krijgt u opnieuw last van depressie, angst of paniek? Of krijgt u last van onttrekkingsverschijnselen? Bespreek dit dan met uw arts of apotheker.

                                            • De werkzame stof sertraline zit in de volgende producten:
                                              • Ja, u heeft een recept nodig.

                                                Sertraline is sinds 1990 internationaal op de markt. Het is te krijgen in tabletten en in een concentraat voor drank onder de merknaam Zoloft. En als het merkloze Sertraline.

                                                Laatst bijgewerkt op 07-07-2023

                                                Disclaimer

                                                Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                                Vond u deze informatie nuttig?

                                                Vind een apotheek

                                                Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                                Vind een apotheek blob

                                                Vraag het de webapotheker

                                                Vraag het de webapotheker

                                                Vraag het de webapotheker

                                                Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                                Meldpunt medicijnen

                                                Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                                                Informatie wordt bijgewerkt: