MedicijnenBrilique

Brilique | ticagrelor

Werkzame stof: ticagrelor


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof ticagrelor.

MedicijnenBrilique

Brilique

Werkzame stof: ticagrelor


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof ticagrelor.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij ernstig overgewicht of na maagverkleiningMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Ticagrelor zorgt ervoor dat bloed minder makkelijk samenklontert (antistollingsmedicijn). Hierdoor heeft u minder kans op trombose.
    • Bij een grote kans op een hartinfarct of bij angina pectoris (hartkramp). Ook na een dotteroperatie of plaatsing van een stent.
    • Na dotteren of plaatsen van een stent moet u dit medicijn minimaal 12 maanden gebruiken.
    • Bij hartkramp of na hartinfarct: de behandeling duurt minstens 1 jaar.
    • Door ticagrelor elke dag te gebruiken, verkleint u de kans op een hartinfarct of beroerte door trombose.
    • U kunt last krijgen van kortademigheid. Meestal verdwijnt dit binnen enkele weken. Verdwijnen de klachten niet? Overleg dan met uw arts.
    • Bloedingen komen voor. U krijgt dan sneller blauwe plekken of een inwendige bloeding. Krijgt u grote blauwe plekken, bloed in de ontlasting of urine of ineens zware hoofdpijn? Waarschuw direct uw arts.
    • Ticagrelor is een antistollingsmiddel. Het voorkomt de vorming van bloedstolsels in de bloedvaten.

      Artsen schrijven het voor bij een grote kans op een hartinfarct of bij 'niet-stabiele angina pectoris' bij mensen die gedotterd worden of een stent (kokertje) krijgen in een kransslagader van het hart.

      • Verschijnselen
        De eerste tekenen van een hartinfarct zijn een hevig drukkende of snoerende pijn op de borst. Soms straalt de pijn uit naar de linkerarm of kaken. Vaak bent u ook misselijk, zweterig en klam.

        Oorzaak
        Een hartinfarct ontstaat door een afsluiting van één of meer van de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (de kransslagaders). Hierdoor krijgt een deel van de hartspier langdurig te weinig bloed en dus te weinig zuurstof, waardoor het afsterft. Omdat een stukje van de hartspier niet meer werkt, kan het hart minder krachtig pompen. U kunt dan verschijnselen van hartfalen krijgen, zoals moeheid, kortademigheid en dikke enkels.

        Behandeling
        De verstopping van de kransslagader wordt meestal opgeheven door te ‘dotteren’. Dit is een operatie waarbij met een opblaasbaar ballonnetje het bloedvat van binnen wordt opgerekt. Meestal wordt er ook een kokertje (stent) geplaatst, die ervoor zorgt dat de wanden van het bloedvat opgerekt blijven.

        Behalve deze ingreep schrijft de arts ook medicijnen voor om bloedstolsels te voorkomen. Bloedstolsels kunnen namelijk het bloedvat weer verstoppen en zo een nieuw hartinfarct veroorzaken, of via het de bloedstroom ergens anders een verstopping geven, zoals in de hersenen (beroerte) of in de longen (longembolie).

        Een van de medicijnen die artsen hierbij voorschrijven is ticagrelor samen met acetylsalicylzuur als antistollingsmiddel

        Werking
        Ticagrelor remt de vorming van bloedstolsels. De werking begint direct na inname. Na enkele dagen is het effect optimaal.

        Het is belangrijk dit medicijn elke dag in te nemen. Zo remt u constant het ontstaan van bloedstolsels en verkleint u de kans op een nieuwe hartinfarct.

        • Ticagrelor wordt gebruikt bij ‘niet-stabiele’ angina pectoris (hartkramp).

          Verschijnselen
          Angina pectoris is een hartaandoening met aanvallen van pijn of een beklemmend gevoel op de borst. Deze pijn kan uitstralen naar de arm, kaak, hals of schouder. De pijn ontstaat meestal op momenten dat het hart harder moet gaan werken, bijvoorbeeld bij inspanning, stress, emoties, een zware maaltijd of bij de overgang van warmte naar kou. Deze vorm van angina pectoris heet stabiele angina pectoris.

          Bij niet-stabiele angina pectoris ontstaan de klachten op willekeurige momenten, zonder dat daar een specifieke aanleiding voor is.

          Oorzaak
          De belangrijkste oorzaak van angina pectoris is een vernauwing van de bloedvaten die het hart van bloed voorzien (de kransslagaderen). Hierdoor komt er minder bloed naar de hartspier, dus ook minder zuurstof. Dit zuurstofgebrek veroorzaakt de klachten.

          Behandeling
          Bij niet-stabiele angina pectoris zal de arts eerst het medicijn ‘nitraat voor onder de tong’ voorschrijven, om te kijken of de pijn op de borst weggaat. Als dit niet het geval is zal de arts de hartkramp zien als een grote kans op een hartinfarct en als zodanig behandelen. Meestal volgt dan  een dotter- of stentbehandeling. Zie hierboven bij hartinfarct.

        • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

          De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

          Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

          • Kortademigheid. Mensen met astma of COPD kunnen meer last krijgen van hun aandoening.

            Meestal verdwijnt de kortademigheid binnen enkele weken. Raadpleeg uw arts, als uw klachten blijven bestaan of verergeren.

          • Bloedingen, met name onderhuidse bloedingen (blauwe plekken) en bloedneuzen. Als u een maag- of darmzweer heeft: u mag dit medicijn alleen gebruiken als u ook een maagbeschermer gebruikt. Dit om te voorkomen dat u een maag- of darmbloeding krijgt.
            Als u een bloedstollingsziekte heeft, zoals hemofilie, mag u dit medicijn niet gebruiken. Overleg hierover met uw arts.

            Zelden maag- of darmbloeding, bloedende aambeien, bloed in de urine en bloedend tandvlees. Zeer zelden vaginale bloeding, bloeding in het oog of oor of ophoesten van bloed.
            Door het gebruik van ticagrelor duurt het langer voordat een bloeding stopt. Waarschuw bij bloedingen direct een arts.
            Sommige bloedingen zijn niet duidelijk zichtbaar of merkbaar. Bij zeer donkere ontlasting of bruine of rode verkleuring van de urine ook een arts waarschuwen.
            Bij bepaalde operaties is het nodig enkele dagen van tevoren met dit medicijn te stoppen. Meld daarom altijd aan uw arts dat u dit medicijn gebruikt en overleg of u van tevoren moet stoppen.

          Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

          • Maagdarmklachten, zoals buikpijn, misselijkheid, braken, diarree, verstopping.

            Meestal helpt het als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

          • Huiduitslag en jeuk.

          • Duizeligheid, hoofdpijn en een draaierig gevoel.

          • Jichtaanval. Mensen die vaker last van jicht hebben, moeten hier extra alert op zijn.

            Neem contact op met uw arts als uw jicht toeneemt.

          Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

          • Kans op hersenbloeding (beroerte). Heeft u al eerder een hersenbloeding gehad? U heeft dan meer kans om opnieuw een hersenbloeding te krijgen. Bespreek met uw arts of dit medicijn voor u geschikt is.
            Heeft u plotseling last van een verdoofd gevoel of zwakte, vooral als u dat aan één kant van het lichaam heeft, plotselinge verwardheid, moeite met lopen of coördinatie, plotselinge ernstige hoofdpijn of duizeligheid? Waarschuw dan direct een arts.

          • Verwardheid

          • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten of jeuk. Dit kan zich ook uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.

            Als het ontstaat, moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan.U mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor ticagrelor. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

          • In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige bloedstollingsstoornis. U merkt dit aan koorts, bloeduitstortingen onder de huid, die eruit zien als kleine rode puntjes, soms vermoeidheid, verwardheid, gele kleur van uw oogwit en huid.

            Waarschuw dan direct een arts.

          • Langzame, onregelmatige hartslag. Heeft u een hartaanval gehad en gebruikt u medicijnen die op uw hart werken? Dan heeft u meer kans op deze bijwerking.

          • Stilvallen van de adem tijdens uw slaap (slaapapneu). Hierdoor slaapt u slechter of wordt u wakker.

            Heeft u al eerder last van slaapapneu? Dan kunt u hier meer last van krijgen. Raadpleeg uw arts als u last krijgt van slaapapneu of als het erger wordt.


          Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


          Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

          • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
            Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
            Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
            Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
            • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

              Hoe?

              • Tabletten. Innemen met een half glas water.
              • Smelttabletten. In de mond laten smelten en daarna doorslikken met een half glas water.

              Wanneer?
              Meestal begint u met ticagrelor binnen enkele uren nadat de aard van de klachten is onderzocht.

              U gebruikt dit medicijn 2 keer per dag. Kies hiervoor vaste tijdstippen, dan vergeet u minder snel een dosis. Bijvoorbeeld 's ochtends bij het ontbijt en 's avonds bij de avondmaaltijd.

              Hoe lang?
              Nadat u gedotterd bent of de stent heeft gekregen moet u dit medicijn meestal 3 tot 12 maanden gebruiken. Soms langer.

              • Het is belangrijk dit medicijn elke dag consequent op de geadviseerde tijdstippen in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn, sla de vergeten dosis dan over. Neem de eerstvolgende dosis op het normale tijdstip in en houdt vervolgens uw normale schema aan.

                 

                • autorijden, alles eten en alcohol drinken?
                  Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                  • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                    De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                    • Medicijnen tegen onder andere tuberculose rifabutine en rifampicine. De hoeveelheid ticagrelor in het bloed kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. U krijgt mogelijk een ander medicijn.
                    • Medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. De hoeveelheid van ticagrelor in het bloed kan afnemen door deze medicijnen. Overleg hierover met uw arts. U krijgt mogelijk een ander middel.
                    • Sint-janskruid, een middel gebruikt bij depressie. De werking van ticagrelor kan afnemen. Overleg met uw arts.
                    • Simvastatine, een cholesterolverlager. Door de combinatie met ticagrelor heeft u meer kans op bijwerkingen van de simvastatine. Vooral belangrijk hierbij is een spierziekte. Deze is te herkennen aan snel opkomende hevige en onverklaarbare spierpijn, spierzwakte, minder plassen en bruine urine. Stop dan meteen met de simvastatine en raadpleeg uw arts.
                    • Dabigatran, een antistollingsmiddel. Als u dabigatran samen met ticagrelor gebruikt heeft een hoger risico op bloedingen. Gebruik deze medicijnen alleen samen als uw arts de combinatie bewust heeft voorgeschreven.
                    • Ciclosporine, een afweeronderdrukker. De hoeveelheid ticagrelor en ciclosporine in het bloed neemt toe. U heeft hierdoor een hoger risico op bloedingen. Overleg hierover met uw arts. U krijgt mogelijk een ander medicijn. Als dit niet kan, zal uw arts u extra controleren.
                    • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
                    • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

                    Er zijn medicijnen waardoor de hoeveelheid ticagrelor in het bloed kan stijgen. Hierdoor is niet alleen de werking sterker, maar zijn ook de bijwerkingen sterker. Raadpleeg uw arts als u een van deze combinaties voorgeschreven heeft gekregen.

                    • De antibiotica claritromycine en erytromycine. Dit geldt niet voor de middelen voor op de huid.
                    • De middelen tegen schimmelinfecties itraconazol, ketoconazol en voriconazol. Dit geldt niet voor de middelen voor op de huid.

                    Twijfelt u eraan of en van bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                    • Zwangerschap
                      Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u of uw baby is als u met het medicijn stopt.

                      Borstvoeding
                      Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of het in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

                      Besluit u samen met uw arts dat u borstvoeding gaat geven? Let dan goed op mogelijke bijwerkingen bij de baby, zoals blauwe plekken en bloedingen. Als deze bijwerkingen optreden, neem dan contact op met uw arts.

                      Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                      • Maagverkleining

                        Heeft u een maagverkleining gehad? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Over het gebruik van dit medicijn na een maagverkleining is nog weinig bekend. Maar er worden geen veranderingen verwacht in de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                        Ernstig overgewicht

                        Heeft u ernstig overgewicht? U mag dit medicijn gebruiken, zoals uw arts heeft voorgeschreven. Uw overgewicht heeft geen invloed op de werking en bijwerkingen van dit medicijn.

                        Als u niet weet of u ernstig overgewicht heeft, dan kunt u dit uitrekenen. Namelijk door uw BMI (Body Mass Index) te berekenen. Dit getal geeft aan of uw gewicht past bij uw lengte. Ga hiervoor naar de BMI-meter en vul uw gewicht en lengte in. Is uw BMI 40 of meer? Dan heeft u ernstig overgewicht.

                         

                        • Als u gaat stoppen, hoeft u niet af te bouwen. Stop alleen, na overleg met uw arts. Het remmende effect op de bloedstolling houdt na de laatste dosis nog enkele dagen aan.

                          Denkt u erover na om te stoppen met dit medicijn? Lees voor meer informatie het thema 'Kan ik stoppen met mijn bloedverdunners?'.

                          • De werkzame stof ticagrelor zit in de volgende producten:
                            • Ticagrelor is sinds 2011 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in tabletten en smelttabletten onder de naam Brilique.

                               

                              Laatst bijgewerkt op 23-08-2024

                              Disclaimer

                              Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                              Vond u deze informatie nuttig?

                              Vind een apotheek

                              Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                              Vind een apotheek blob

                              Vraag het de webapotheker

                              Vraag het de webapotheker

                              Vraag het de webapotheker

                              Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                              Meldpunt medicijnen

                              Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                              Informatie wordt bijgewerkt: