MedicijnenEtoposide

Etoposide | etoposide

Werkzame stof: etoposide


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof etoposide.

MedicijnenEtoposide

Etoposide

Werkzame stof: etoposide


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof etoposide.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik door man met kinderwensGebruik bij slechte nieren of leverMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Etoposide remt kanker (cytostaticum).
    • Bij bepaalde vormen van kanker, zoals longkanker, zaadbalkanker, leukemie, kanker van de eierstokken en lymfeklierkanker.
    • Capsules: slik heel door met een half glas water. Niet kauwen of openmaken. U krijgt een doseerschema met de dagen waarop u dit medicijn moet slikken.
    • Infuus: dit krijgt u in het ziekenhuis of thuis, meestal op een of meer dagen elke 2 tot 4 weken.
    • Bijwerkingen die u direct merkt: misselijkheid, maagpijn en verstopping. Verder: minder eetlust, duizeligheid en diarree. Bij het infuus ook pijn op de plaats van injectie.
    • Binnen enkele weken: bloedarmoede, bloedingen (zoals bloedneuzen) en meer kans op infecties. Dit komt door bijwerkingen in het bloed. Verder haaruitval en ernstige huidklachten.
    • Vraag advies wat u tegen de bijwerkingen kunt doen. Haren gaan ongeveer een maand na de behandeling weer groeien.
    • Er zijn wisselwerkingen met andere medicijnen. Vraag uw apotheek om een recent overzicht van uw medicijnen. Neem dat mee als u naar het ziekenhuis gaat voor het infuus.
    • Etoposide is zeer sterk werkzaam. Voorkom dat het poeder van een kapotte capsule kan verstuiven. Het is dan schadelijk voor uw huisgenoten. Breng een verpakking met kapotte capsules naar uw apotheek.
    • Vrouwen mogen niet zwanger worden tijdens de behandeling en tot 6 maanden na de behandeling. Ook mannen die dit medicijn gebruiken mogen in deze periode geen kind verwekken.
    • Geef geen borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Dit medicijn komt in de moedermelk en dat is slecht voor de baby.
    • Etoposide is een kankerremmende stof (cytostaticum).

      Artsen schrijven het voor als chemotherapie (chemokuur) bij bepaalde vormen van kanker, zoals longkanker, zaadbalkanker, leukemie, lymfeklierkanker, kanker van de eierstokken en eileiders (ovariumkanker) en een bepaalde vorm van kanker in de baarmoeder.

      • Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet.

        Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

        Etoposide helpt bij de bestrijding van verschillende vormen van kanker, zoals:

        • bepaalde vormen van longkanker;
        • zaadbalkanker die is uitgezaaid;
        • acute myeloïde leukemie (AML). Dit is een vorm van leukemie waarbij er te veel van een bepaald soort witte bloedcellen in het bloed aanwezig is;
        • bepaalde vormen van lymfeklierkanker, zoals het non-Hodgkin-lymfoom en kanker van de zwezerik (thymus);
        • bepaalde vorm van baarmoederkanker ( gestationele trofoblastische neoplasie);
        • kanker van de eierstokken en eileiders (ovariumkanker).

        Oorzaak
        In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

        Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen, zoals teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

        Verschijnselen
        Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

        Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

        Behandeling
        De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en het stadium van de ziekte. Operatie, chemotherapie met cytostatica en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

      • Dit middel heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen, maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

        Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de chemokuur geleidelijk over.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

        Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

        • Bloedarmoede, meer kans op infecties en bloedingen. Neem contact op met uw arts als u last krijgt van onverklaarbare koorts of keelpijn, blaren in de mond en keel, onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes, blauwe plekken en extreme vermoeidheid.

          Deze bijwerkingen ontstaan door een tekort aan rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Door het tekort aan witte bloedcellen bent u ook gevoeliger voor infecties door virussen, bacteriën of schimmels.

          Neem altijd contact op met uw arts bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties. Tijdens de behandeling zal de arts uw bloed regelmatig controleren. Als er te weinig rode of witte bloedcellen of bloedplaatjes zijn, zal de arts de dosering aanpassen. Het bloed herstelt zich weer als de kuur is afgelopen.

        • Misselijkheid en maagpijn. Zelden zuurbranden.

          Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van uw maag en darmen. Om maagpijn en brandend maagzuur te bestrijden, kan de arts een maagbeschermer. Bij misselijkheid schrijft de arts een middel voor tegen braken.

        • Haaruitval en kaalheid. Bijvoorbeeld van hoofdhaar, wenkbrauwen, wimpers, okselhaar en schaamhaar.

          Na de behandeling begint uw haar na ongeveer een maand weer te groeien.

        Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

        • Diarree. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven.

          Van overgeven en diarree kunt u uitdrogen. Heeft u diarree of moet u overgeven? Zorg dat u extra drinkt en neem contact op met uw arts. Uitdroging is slecht voor de nieren.

        • Minder eetlust, buikpijn en verstopping.

        • Een ziek en zwak gevoel.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Huidreacties, zoals jeuk, roodheid en uitslag. Verergering van de huidklachten die bij bestraling ontstaan. Neem contact op met uw arts bij blaren op de huid. Huidreacties kunnen ook ontstaan door overgevoeligheid.

          Zeer zelden kunt u last krijgen van huidverkleuringen en ernstige blaren. Neem contact op met uw arts bij blaren op de huid.

          • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kunt u merken aan huiduitslag. Zeer zelden zorgt overgevoeligheid voor zwelling van het gezicht en benauwdheid. Neem dan onmiddelijk contact op met uw arts.

            Soms worden huidreacties veroorzaakt door allergie. Als dat het geval is, mag u dit middel niet opnieuw gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u allergisch bent voor dit medicijn. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel of soortgelijke middelen niet opnieuw krijgt.

            De allergie kan zich ook uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Als het thuis ontstaat moet u onmiddellijk een arts bellen of naar de Eerste-Hulpdienst gaan. U mag dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek en het ziekenhuis door dat u overgevoelig bent voor dit middel. Zij kunnen er dan op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.

          • Leveraandoeningen. Krijgt u een gele verkleuring van uw huid? Raadpleeg dan uw arts.

          • Bij een infuus: irritatie en ontsteking op de plaats van het infuus.

          • Bij een infuus: duizeligheid en flauwvallen door een te lage bloeddruk.

            Daalt uw bloeddruk te snel? Dan zal de verpleegkundige het infuus langzamer toedienen. De bloeddruk kan ook stijgen tijdens en net na de toediening. Dan kunt u last krijgen van blozen en spiertrekkingen. De verpleegkundige houdt u daarom tijdens de toediening in de gaten

          Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

          • Onvruchtbaarheid of verminderde vruchtbaarheid.

            Bij vrouwen kan dit medicijn de geslachtshormonen beïnvloeden. Hierdoor raakt de menstruatie verstoord of begint de overgang eerder. De menstruatie kan uitblijven, langer duren of er kunnen tussentijdse bloedingen optreden.

            Bij sommige mannen kan de vorming van zaadcellen stoppen, waardoor zij onvruchtbaar worden. Bespreek met uw arts de mogelijkheid om zaadcellen te laten invriezen voor u met de behandeling start.

            Kinderen, zowel jongens als meisjes, kunnen blijvend onvruchtbaar worden, omdat dit medicijn de ontwikkeling van de geslachtsorganen kan verstoren. Ook kan de puberteit eerder of juist later komen.

          • Pijnlijke mond, tong of keel.

            Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie. Tijdens de chemokuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Het is verstandig vóór u aan de chemokuur begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

          • Tintelingen, kriebelingen en een doof gevoel, smaakveranderingen, vermoeidheid en oogklachten. Dit komt door bijwerkingen op het zenuwstelsel:

          • Het 'hand-voet-syndroom'. Hierbij raken de handen en voeten rood en opgezwollen met pijn, tintelingen, kloven en zweertjes. Waarschuw dan uw arts.

          • Longklachten. U merkt dit aan benauwdheid, hoesten of koorts. Raadpleeg dan uw arts of verpleegkundige.


          Neem contact op met uw verpleegkundige of arts als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Soms ook zal de arts een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.

          Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Ervaart u andere bijwerkingen dan die hierboven staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.

          Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

          • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
            Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
            Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
            Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
            • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

              Hoe?

              Capsules

              • Neem de capsule heel in met een half glas water.
              • Ziet u bij het openmaken van de verpakking kapotte capsules of los poeder? Sluit de verpakking dan weer goed en breng deze terug naar de apotheek.
              • Voorkom dat poeder van de capsules zich door het huis verspreidt, anders kunnen uw huisgenoten er mee in aanraking komen.
              • Krijgt u wat poeder uit open capsules op uw huid of in uw ogen? Was uw huid dan goed af. Spoel uw ogen met veel water.
              • Komen anderen toch met dit middel in contact? Raad hen dan aan zich meteen af te spoelen. Zo beperken ze de risico's tot het minimum.

              Infuus
              Meestal krijgt u dit middel in het ziekenhuis of in de polikliniek toegediend door een gespecialiseerde verpleegkundige.

              Krijgt u dit middel thuis toegediend door de verpleegkundige? U zult merken dat de verpleegkundige zo hygiënisch mogelijk zal werken. Dit om te voorkomen dat de verpleegkundige zelf of uw huisgenoten in contact komen met het middel. De procedure houdt het volgende in.

              • Handen wassen voor en na het klaarmaken en toedienen van de injectie (infuus).
              • Het gebruiken van wegwerpmatjes om morsen te voorkomen.
              • Het gebruiken van wegwerpdoekjes om gemorst materiaal op te nemen.
              • Alle gebruikte spuiten en naalden gaan in een speciale kunststof afvalcontainer (deze kunt u bij de apotheek verkrijgen, een volle container is hier in te leveren).
              • Alle andere gebruikte materialen gaan in een dubbele afvalzak en kunt u met het huisvuil weggooien. Zorg ervoor dat kinderen niet bij de afvalzak kunnen komen!

              Wanneer?
              U krijgt een toedieningsschema als u dit medicijn krijgt. Uw arts bepaalt het toedieningsschema voor iedere patiënt apart en kijkt daarbij naar het type kanker.

              Capsules
              Neem dit medicijn in op een lege maag. Dan werkt dit medicijn het best.

              Hoe lang?
              Het is afhankelijk van het type kanker hoe lang u dit middel moet gebruiken. Uw arts bepaalt dit voor iedere individuele patiënt afhankelijk van het type kanker.

              Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
              Voor uw directe omgeving, zoals huisgenoten, is het verstandig contact te vermijden met uw lichaamsvloeistoffen. Dit betekent niet dat aanraken of zoenen verboden is. Het gaat alleen om maatregelen om niet in aanraking te komen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het geneesmiddel hierin aanwezig is.

              Neem daarom tot 5 dagen na de laatste dosering de volgende maatregelen.

              • Was uw handen na elk toiletbezoek. Mannen kunnen het best zittend plassen, om spatten te voorkomen.
              • Spoel na gebruik van het toilet 2 keer achter elkaar door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
              • Komt u in contact met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bij schoonmaken? Gebruik dan wegwerphandschoenen.
              • Zit er urine, ontlasting, bloed of braaksel of uw kleding of beddengoed? Doe ze dan meteen in de wasmachine. Was ze niet samen met ander wasgoed. Kunt u ze niet meteen wassen? Bewaar ze dan in een afgesloten plastic zak.
              • U kunt resten van urine, ontlasting en braaksel opruimen met een wegwerpmatje of keukenpapier. Gooi ze daarna weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet.
              • Bloed en wondvocht kunnen resten van het medicijn bevatten. Doe daarom verband, gaasjes en ander wegwerpmateriaal in een dubbele afvalzak.
              • Ook sperma en vaginale uitscheiding kunnen resten van dit medicijn bevatten. Gebruik een condoom en/of een beflapje. Deze kunt u weggooien in een dubbele afvalzak.
              • Wilt u meer weten? Bekijk dan de adviezen op kanker.nl.
              • Het is belangrijk dat u dit middel consequent blijft gebruiken.

                Infuus: bent u de afspraak vergeten? Neem dan contact op met het ziekenhuis om een nieuwe afspraak te maken.

                Capsules: mocht u toch een dosis vergeten, neem deze dan zo snel mogelijk in. Maar slik geen dubbele dosis.

                • Gebruikt u dit middel 1 keer per dag? En duurt het nog meer dan 8 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 8 uur? Bel uw verpleegkundige of arts.
                • Gebruikt u dit middel 2 keer per dag? En duurt het nog meer dan 4 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 4 uur? Bel uw verpleegkundige of arts.
                • autorijden?
                  Dit middel vermindert de rijvaardigheid niet.

                  alcohol drinken?
                  Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Drink daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

                  alles eten?
                  U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

                  Op deze site kunt u onder 'Klachten & ziektes', 'Maagklachten' adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

                  • Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'Samenstelling'.

                    De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                    • Vaccins, bijvoorbeeld bof-mazelen-rodehondvaccin, gelekoortsvaccin en BCG-vaccin. Etoposide vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en kan de kans op bijwerkingen ervan verhogen. Overleg hierover met uw arts.
                    • Het afweeronderdrukkende middel ciclosporine kan de bijwerkingen van etoposide versterken. Bij deze combinatie zal de arts uw bloed extra controleren.
                    • De middelen tegen epilepsie valproïnezuur, carbamazepine, fenytoïne en fenobarbital. Etoposide kan de werking van het middel tegen epilepsie verminderen. Uw arts zal de hoeveelheid van het epilepsiemiddel in uw bloed geregeld meten en zo nodig de dosering aanpassen.
                    • De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon. Etoposide kan de werking van de bloedverdunner beïnvloeden. Licht de trombosedienst daarom in als u etoposide gaat gebruiken, de dosering verandert of als u stopt met het gebruik van etoposide.
                    • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

                    Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                    Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

                    • Zwangerschap
                      U mag dit middel NIET gebruiken als u zwanger bent. Tijdens de chemokuur en tot 6 maanden na beëindiging ervan mag u niet zwanger worden. Er is een grote kans dat het aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt.

                      Borstvoeding
                      Geef GEEN borstvoeding als u dit middel moet gebruiken. Dit medicijn komt in de moedermelk terecht. Voor baby's is dit middel zeer schadelijk. Het kan ernstige bijwerkingen bij het kind geven.

                      Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                      • Overleg met uw arts. U mag geen kinderen verwekken tijdens de behandeling en tot 6 maanden na stoppen met etoposide. Over het gebruik van dit medicijn door mannen met een kinderwens is nog te weinig bekend. Gebruik condooms tijdens het gebruik van etoposide en tot 6 maanden na stoppen met etoposide.

                        Kan uw partner zwanger worden? Dan moet zij ook goede anticonceptie gebruiken in deze periode.

                        • Nieren

                          Werken uw nieren minder goed of dialyseert u? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat de dosering van uw medicijn aangepast moet worden.

                          Lever

                          Het is niet bekend of mensen met levercirrose dit medicijn veilig kunnen gebruiken.

                          • Een chemokuur is zwaar en kan moeilijk vol te houden zijn, ook al helpt het u de ziekte te verslaan.

                            Wordt de behandeling u te zwaar, bespreek dat dan met uw arts of verpleegkundige. Samen kunt u de bijwerkingen bespreken en kijken of er alternatieven zijn.

                            • De werkzame stof etoposide zit in de volgende producten:
                              • Etoposide is sinds 1981 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in capsules en als infuus onder de merknamen Eposin, Toposin en Vepesid en als het merkloze Etoposide.

                                Laatst bijgewerkt op 05-03-2021

                                Disclaimer

                                Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                Vond u deze informatie nuttig?

                                Vind een apotheek

                                Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                Vind een apotheek blob

                                Vraag het de webapotheker

                                Vraag het de webapotheker

                                Vraag het de webapotheker

                                Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                Meldpunt medicijnen

                                Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                                Informatie wordt bijgewerkt: