MedicijnenIopidine

Iopidine | apraclonidine in het oog

Werkzame stof: apraclonidine in het oog


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof apraclonidine in het oog.

MedicijnenIopidine

Iopidine

Werkzame stof: apraclonidine in het oog


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof apraclonidine in het oog.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Apraclonidine vermindert de hoeveelheid vloeistof in de oogbol. Hierdoor neemt de druk in het oog af.
    • Bij de oogziekte glaucoom (verhoogde oogboldruk) of om glaucoom te voorkomen, bijvoorbeeld na een laserbehandeling. Door glaucoom kunnen netvlies en oogzenuw beschadigen.
    • De werking begint binnen 1 uur. De werkzaamheid neemt na een paar weken af. Daarom gebruikt u het meestal niet langer dan 4 weken.
    • U druppelt meestal 3 keer per dag. Verdeel de doses zo goed mogelijk over de dag, voor een constant effect.
    • U kunt last krijgen van jeukende, rode of gezwollen ogen, tranen of droge ogen. De oogleden kunnen schilferig worden. Raadpleeg uw arts als u deze klachten heeft.
    • Bent u zwanger? Of wilt u zwanger worden? Vraag aan uw arts of u dit medicijn mag gebruiken.
    • Oogdruppelen is niet makkelijk. Laat een apotheekmedewerker het u voordoen. Of bekijk het instructiefilmpje op deze website.
    • Draagt u contactlenzen? Vraag bij uw apotheek of de oogdruppels uw contactlenzen kunnen beschadigen.
    • Apraclonidine in oogdruppels verlaagt de druk in het oog.

      Artsen schrijven het voor bij glaucoom (verhoogde oogboldruk).

      • Glaucoom is beschadiging van de oogzenuw in het netvlies. De oorzaak is meestal een verhoogde druk in het oog. Deze ligt normaal tussen 10 en 21 millimeter kwikdruk.

        Verschijnselen
        In het begin merkt u meestal niets van glaucoom. Na verloop van tijd ziet u  aan de randen van uw gezichtsveld steeds minder. Onbehandeld leidt glaucoom meestal tot een pijnlijk oog met steeds meer gezichtsverlies, waarbij het lijkt of u door een koker kijkt. Als glaucoom niet behandeld wordt, kunt u uiteindelijk blind worden.

        Een enkele keer ontstaat ‘acuut glaucoom’. Hierbij neemt de druk in het oog plotseling toe. U heeft dan heftige pijn in of rond uw oog, uw oog wordt rood en u kunt misselijk worden. Deze situatie moet meteen behandeld worden.

        Behandeling
        Bij acuut glaucoom zal uw arts u meestal een oogoperatie of laserbehandeling voorstellen. Als dit niet mogelijk is, of als het enige tijd duurt tot de operatie, schrijft uw arts oogdruppels voor die de druk in het oog verlagen. Vaak is dat een combinatie van verschillende oogdruppels. Apraclonidine is één van die middelen.

        Artsen schrijven apraclonidine ook voor om te voorkomen dat de oogdruk stijgt na een oogoperatie. Bijvoorbeeld na een laserbehandeling van het voorste deel van het oog, zoals bij een na-staarbehandeling.

        Werking
        Apraclonidine vermindert de aanmaak van vocht in het oog. Hierdoor verlaagt het de druk in het oog. De werking begint binnen 1 uur en houdt meerdere dagen aan. Zelf merkt u niet veel van de werking van dit medicijn. U weet pas of het werkt bij een meting van uw oogboldruk.
        De werking van apraclonidine vermindert na verloop van tijd. Het is bij de meeste mensen minder dan een maand werkzaam.

      • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

        Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

        • Ontstoken slijmvlies rond het oog, rode ogen en jeuk. Zelden kan het slijmvlies een beetje bloeden.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Schilfers op de randen van de oogleden, zwelling en rode oogleden, blaasjes of witte vlekje aan de binnenkant van de oogleden, het gevoel dat er een vuiltje in het oog zit of tranende ogen

          Een enkele keer komt dit door overgevoeligheid voor dit medicijn. Raadpleeg uw arts als u huiduitslag, jeuk, zwelling of roodheid merkt.

        • Droge ogen. Vooral mensen die contactlenzen dragen kunnen hier last van krijgen.

          De contactlenzen kunnen dan eerder irriteren. Houd ze in dat geval minder lang in of gebruik bevochtigende oogdruppels (kunsttranen).

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Hangen van het bovenste ooglid, ontstoken oogleden, pijn rond het oog

        • Wazig zien of onscherp zien, beschadiging of verkleuring van het hoornvlies van het oog, geen fel licht kunnen verdragen


        Bijwerkingen in de rest van het lichaam
        De oogdruppels kunnen ook in de rest van het lichaam terecht komen. Via de traanbuisjes bestaat er namelijk een verbinding tussen de oogslijmvliezen en de neusholte. Vanuit de neusholte wordt het medicijn opgenomen in het bloed, waardoor het in de rest van het lichaam terechtkomt.

        U vermindert de kans op deze bijwerkingen door de traankanaaltjes na het druppelen dicht te drukken. Zie hiervoor de vraag 'Hoe moet ik dit medicijn gebruiken?' Laat in de apotheek controleren of u dit goed doet.
        Neem contact op met uw arts als u toch last blijft houden van deze bijwerkingen. Mogelijk helpt het dichtdrukken van de traankanaaltjes bij u onvoldoende.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Hoofdpijn, duizeligheid en een zwak gevoel

        • Droge mond, smaakstoornissen, irritatie van de keel

        • Droge neus, slijmvliesontsteking van de neus, loopneus, verminderd reukvermogen

        • Huiduitslag

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Hartkloppingen, gejaagd gevoel, pijn op de borst

        • Benauwdheid, kortademigheid

        • Maagdarmklachten, zoals diarree, verstopping, misselijkheid

        • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Een ernstige overgevoeligheid merkt u aan benauwdheid, flauwvallen of een opgezwollen gezicht, keel of tong. Ga dan onmiddellijk naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst.


        Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


        Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

            Hoe?

            • Was uw handen met water en zeep en droog ze goed af met een schone handdoek.
            • Als u contactlenzen draagt: haal zowel harde als zachte lenzen uit uw oog voor u de oogdruppels gebruikt. Het hangt af van het soort conserveermiddel in uw oogdruppels of u uw contactlenzen tussen de toedieningen door weer kunt indoen. Er zijn namelijk conserveermiddelen die zachte contactlenzen kunnen beschadigen. Kijk hiervoor in de bijsluiter van de verpakking. Harde contactlenzen kunt u eventueel na toedienen van de druppels weer indoen.
              Verpakkingen voor eenmalig gebruik bevatten geen conserveermiddel.
            • Neem plaats op een stoel of een bank.
            • Schroef het dopje van flesje en leg het dopje op de zijkant. Bij verpakking voor eenmalig gebruik: draai de bovenkant van het plastic tubetje af.
            • Neem het flesje of plastic tubetje in uw hand alsof u een pen vasthoudt.
            • Trek voorzichtig met de vingertoppen van uw andere hand het onderste ooglid naar beneden, zodat er een 'gootje' ontstaat.
            • Buig het hoofd achterover en kijk recht omhoog.
            • Zet de hand met het flesje of plastic tubetje op de hand die het gootje maakt.
            • Breng het flesje of tubetje boven het omlaag getrokken ooglid (het gootje). Zorg ervoor dat het flesje uw oog, ooglid of wimpers niet raakt, anders bederven de oogdruppels sneller.
            • Knijp in het flesje of tubetje en laat één druppel in het gootje vallen.
            • Buig uw hoofd terug en doe voorzichtig uw oog dicht.
            • De werkzame stof in deze oogdruppels kan te snel uit het oog verdwijnen doordat het via het traankanaaltje in de neusholte wegloopt. Bovendien heeft u meer kans op bijwerkingen in de rest van het lichaam, omdat de werkzame stof dan in het bloed terecht komt. Druk daarom deze kanaaltjes na het indruppelen één minuut dicht. Dit doet u door zachtjes uw vinger in de holling tussen het oog en de neus te duwen, net onder het bobbeltje in de hoek van uw oog.
            • Doe uw oog weer open.
            • Draai, na gebruik, de dop weer op het flesje. Gooi het tubetje met restant weg.
            • Was uw handen nogmaals met water en zeep.

            Vindt u het lastig om de druppel goed in het oog te krijgen? Vraag dan in de apotheek om een oogdruppelhulp. Met dit houdertje kunt u gemakkelijker in het oog druppelen.

            Bewaar de oogdruppels zoals op het etiket is aangegeven. De meeste flesjes met oogdruppels zijn na openen nog één maand houdbaar. U kunt op de verpakking noteren wanneer u het heeft geopend.

            Wanneer?
            Bij glaucoom (verhoogde oogboldruk): u gebruikt de druppels meestal 3 keer per dag. Verdeel de doses zo goed mogelijk over de dag, voor een constant effect.

            Om te voorkomen dat de oogdruk toeneemt na een laserbehandeling: dien 1 uur vóór de behandeling een druppel toe en meteen na de behandeling nogmaals.

            Hoelang?
            Uw arts schrijft deze oogdruppels bij glaucoom meestal maximaal 1 maand voor, totdat u geopereerd of gelaserd kunt worden. Bij gebruik langer dan 1 maand kan het medicijn zijn werkzaamheid verliezen.

            • Het is belangrijk dat u dit medicijn consequent gebruikt. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:
              Gebruikt u dit medicijn 3 keer per dag? Duurt het nog meer dan 2 uur voor u de druppels normaal gebruikt? Druppel dan zo snel mogelijk. Duurt het nog minder dan 2 uur? Sla de vergeten dosis dan over. Druppel de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip. Druppel geen dubbele dosis.

              • autorijden?
                Na het indruppelen is het mogelijk dat u even wat wazig ziet. Zolang u wazig ziet, mag u niet autorijden. Meestal gaat het wazig zien binnen enkele minuten tot uren voorbij. Daarna kunt u weer autorijden. U kunt last hebben van fel licht. Draag in dat geval een zonnebril.

                alcohol drinken of alles eten?
                Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                • De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                  Andere oogdruppels of oogzalven: wacht minstens 3 minuten tussen het indruppelen van de verschillende oogdruppels.

                  Gebruikt u zowel een oogdruppel als een oogzalf of ooggel: gebruik dan eerst de druppel en 3 minuten later de oogzalf of ooggel.

                  Als u 2 soorten oogdruppels moet gebruiken: gebruik eerst de oogdruppel waar u het minst last van heeft en als laatste de oogdruppel waarvan u de meeste irritatie na het indruppelen krijgt. Zo voorkomt u dat u door de eventuele tranenvloed de werkzame bestanddelen van de oogdruppels te snel 'uittraant' .

                  • Zwangerschap
                    Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander veilig medicijn.

                    Borstvoeding
                    U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Het medicijn komt bijna niet in uw bloed terecht. Hierdoor kan er maar weinig in de moedermelk komen.
                    Wel moet u na het druppelen de traankanaaltjes een minuut dicht drukken. Hierdoor kan er zo min mogelijk medicijn in uw bloed en in de moedermelk terechtkomen. Zie ook “Hoe moet ik dit medicijn gebruiken?”

                    Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                    • Overleg met uw arts als u wilt stoppen met dit medicijn. Als u stopt om geopereerd of gelaserd te worden, kunt u in één keer stoppen. Overleg met uw arts hoe lang u van te voren moet stoppen. Dit medicijn werkt na stoppen nog 1 tot 3 weken door.

                      Als u dit medicijn langer gebruikt: als u stopt zal de druk in het oog weer oplopen. Overleg eerst met uw arts als u wilt stoppen.

                      • De werkzame stof apraclonidine in het oog zit in de volgende producten:
                        • Apraclonidine is sinds 1988 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in oogdruppels onder de merknaam Iopidine.

                          Laatst bijgewerkt op 12-11-2020

                          Disclaimer

                          Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                          Vond u deze informatie nuttig?

                          Vind een apotheek

                          Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                          Vind een apotheek blob

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                          Meldpunt medicijnen

                          Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                          Geen ervaringen gevonden

                          Informatie wordt bijgewerkt: