MedicijnenSorafenib

Sorafenib | sorafenib

Werkzame stof: sorafenib


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof sorafenib.

MedicijnenSorafenib

Sorafenib

Werkzame stof: sorafenib


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof sorafenib.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Sorafenib remt de groei van tumoren.
    • Bij leverkanker, nierkanker en schildklierkanker.
    • Neem de tablet in met een half glas water op een lege maag of met een vetarme maaltijd.
    • De meest voorkomende bijwerkingen zijn maagdarmklachten zoals diarree en misselijkheid. Drink extra als u diarree heeft of moet overgeven.
    • Verder vermoeidheid, pijnlijke, rode en gezwollen handen en voeten (hand-voet-syndroom en haaruitval.
    • U heeft meer kans op infecties en bloedingen.
    • Vraag advies wat u tegen de bijwerkingen kunt doen.
    • Er zijn wisselwerkingen met andere middelen. Vraag uw apotheker of u sorafenib veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen, ook medicijnen die u zonder recept heeft gekocht
    • U mag niet zwanger worden tijdens de behandeling en tot enige tijd na de laatste tablet.
    • Sorafenib is een tyrosinekinaseremmer. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy').

      Artsen schrijven het voor bij kanker in de lever, nieren en schildklieren.

      • Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen als men er niets aan doet.

        Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

        Artsen schrijven sorafenib voor bij

        • een bepaalde vorm van leverkanker (hepatocellulair);
        • niercelkanker;
        • schildklierkanker.

        Oorzaak
        In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.
        Bij een celdeling ontstaan uit 1 cel 2 dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De nieuwe cellen bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich veel te snel delen, met kanker tot gevolg.

        Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

        Verschijnselen
        Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

        Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

        • Bij niercelkanker ziet u soms bloed in de urine, en heeft u soms pijn en druk in de rug en zij. Heel vaak merkt men echter niets van de kanker, en zorgen de uitzaaiingen pas voor klachten..
        • Bij leverkanker zijn de bijkomende verschijnselen onder andere buikpijn en gele kleur van huid en ogen.
        • Schildklierkanker kunt u soms merken aan een knobbel in de hals, pijn in uw keel, hals of nek, heesheid en opgezette klieren in de hals. Deze verschijnselen hoeven niet op kanker te wijzen, maar kunnen ook door andere goedaardige schildklieraandoeningen worden veroorzaakt.

        Behandeling
        De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en hoe ver de ziekte is gevorderd. Operatie, chemotherapie (cytostatica) en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

        Artsen schrijven het voor bij de vorm van leverkanker die hepatocellulair carcinoom wordt genoemd.
        Artsen schrijven het ook voor bij niercelkanker als de behandeling met interferon alfa of aldesleukine niet voldoende heeft geholpen of niet mogelijk was.
        En artsen schrijven het voor bij schildklierkanker, als een behandeling met radioactief jodium niet heeft geholpen

        Effect
        Tyrosinekinase is een type enzym. Alle cellen, dus ook kankercellen, hebben het nodig voor hun groei.  Sorafenib remt sommige van deze enzymen. Hierdoor kunnen de kankercellen niet verder groeien. Het remt ook de aanleg van bloedvaten naar de tumor toe.
        Het duurt zo langer voor het kankergezwel verder groeit.

      • Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan. Bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

        Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

        Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

        • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree, weinig eetlust of verstopping.

          Door deze klachten kunt u afvallen. Zelden zure oprispingen, zuurbranden en winderigheid.
          Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van slokdarm, maag en darmen.
          Om maagpijn en brandend maagzuur te bestrijden, kan de arts een maagbeschermend middel voorschrijven. Door dit middel tijdens het eten in te nemen, heeft u ook minder last van uw maag.
          Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Mogelijk helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Blijft u misselijk of moet u vaker dan één keer per dag braken? Overleg dan met uw arts.
          Van overgeven en diarree kunt u uitdrogen. Heeft u diarree of moet u overgeven?
          Zorg dat u extra drinkt. Eet vezelrijke voeding. Vezels binden het vocht in de darmen, waardoor de ontlasting wat steviger wordt.
          Neem contact op met uw arts als u bovenop uw normale ontlastingpatroon 4 keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met geneesmiddelen tegen diarree of een vochtinfuus.

        • Huidreacties. U kunt u last krijgen van huiduitslag, een droge huid, jeuk en roodheid.

          Zelden ontstaan blaren of ernstige huidschilfering met griepachtige verschijnselen. Waarschuw dan uw arts.
          Huidreacties kunnen ook komen door overgevoeligheid (zie zeer zelden). Overleg daarom met uw arts bij huidveranderingen.

        • Het hand-voet-syndroom. Hierbij raken de handen en voeten rood en gezwollen met pijn, een branderig gevoel, kloven blaren, eelt en vervellingen.

          Waarschuw uw arts als u deze verschijnselen krijgt.
          Tips om deze klachten te voorkomen: gebruik een vochtinbrengende crème op uw handen en voeten. Breng de crème voorzichtig op. Wrijf hem niet in, want dan krijgt u sneller last van blaren. Draag schoenen die goed passen en niet knellen. Soms helpt het als u eelt laat verwijderen. Laat dat doen door een gespecialiseerde pedicure. Overleg dit met uw arts.

        • Haaruitval

          Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, okselhaar en schaamhaar. Na stoppen met dit medicijn gaat het haar meestal na ongeveer een maand weer groeien.

        • Vermoeidheid

        Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

        • Hoge bloeddruk. Hierdoor heeft u meer kans op hartvaataandoeningen, zoals een hartaanval.

          Uw arts zal uw bloeddruk regelmatig controleren om tijdig in te kunnen grijpen.

        • Pijn, zoals hoofdpijn, gewrichtspijn, botpijn.

        • Bloedarmoede, meer kans op infecties en meer kans op bloedingen, zoals bloedneuzen. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaasjes in de mond en keel, bloedneuzen, onverklaarbare blauwe plekken, zwarte ontlasting, onderhuidse bloedingen, bleke huid en bleke slijmvliezen en extreme vermoeidheid.
          Neem altijd contact op met uw arts bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties.

          Deze bijwerkingen ontstaan doordat het lichaam minder rode en witte bloedcellen en minder bloedplaatjes aanmaakt. Door het tekort aan witte bloedcellen bent u ook bevattelijker voor infecties door virussen, bacteriën of schimmels.
          Soms is het nodig de dosering te verlagen of de volgende toediening uit te stellen. Soms zijn er medicijnen mogelijk om de aanmaak van bloedcellen te stimuleren. De arts zal uw bloed daarom tijdens de behandeling regelmatig laten controleren. Het bloed herstelt zich weer als u stopt met de behandeling.

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Pijnlijke mond, tong of keel, droge mond, smaakstoornissen en heesheid.

          Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond en keel, slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen. Door ingrepen aan uw gebit of in uw mond kunnen de klachten verergeren. Daarom is het belangrijk om vóór u aan de behandeling begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

        • Ontstoken slijmvliezen, niet alleen van maag, darmen en mond (zie hierboven), maar ook van neus, ogen en geslachtsdelen. U merkt het aan een rode kleur en jeuk.

        • Acne (puistjes), ontstoken haarzakjes, eeltige huid.

        • Spierpijn, spierkrampen of spierzwakte.

          Meestal is dit onschuldig, maar zeer zelden kan dit wijzen op een ernstige bijwerking op de spieren. Raadpleeg een arts als u de spierpijn niet kunt verklaren.

        • Blozen

        • Koorts en griepachtige verschijnselen.

          Raadpleeg uw arts. Het kunnen verschijnselen zijn van een tekort aan witte bloedcellen.

        • Branderige pijn in armen of benen.

          Raadpleeg de arts, als u dit merkt.

        • Oorsuizen

          Raadpleeg uw arts als u dat merkt.

        • Impotentie (erectieproblemen).

        • Depressiviteit

          Overleg met uw arts als u dat merkt.

        • Huidkanker van het type plaveiselcel-carcinoom of keratoacanthoom.

          Dit type huidkanker is goed te behandelen door het weg te snijden uit de huid. Als dit op tijd gebeurt, is de kans op uitzaaiing gering. Daarom is het belangrijk elke huidverandering direct te melden aan de arts.

        • Verminderde werking van het hart. Raadpleeg uw arts bij benauwdheid of dikke enkels en voeten.

        • Verminderde werking van de nieren. Dit is te merken aan het niet of weinig moeten plassen, gewichtstoename, dikke enkels en onderbenen, kortademigheid en vermoeidheid.

          Neem bij deze verschijnselen direct contact op met uw arts.

        • Verminderde schildklierwerking. Dit merkt u onder andere aan kouwelijkheid, vermoeidheid, verstopping en gewichtstoename.

          Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Longproblemen, te merken aan benauwdheid en hoesten.

        • Borstgroei, ook bij mannen.

        • Te snelle schildklierwerking. Overleg met uw arts bij hartkloppingen en een gejaagd gevoel.

        • Ontstekingen van de alvleesklier, galwegen of lever. Raadpleeg uw arts bij hevige buikpijn en bij een gele kleur van de huid en het oogwit.

        • Hersenaandoening. Dit is te merken aan hoofdpijn, bewustzijnsverlaging, spiertrekkingen en een verminderd gezichtsvermogen.

          Bel bij deze klachten uw arts.

        • Onvruchtbaarheid of verminderde vruchtbaarheid, zowel bij vrouwen als bij mannen.

          Het is waarschijnlijk dat dit medicijn de vruchtbaarheid vermindert. Overleg met uw arts als u na gebruik van dit middel nog kinderen wilt krijgen.

        • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kan zich uiten in een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.

          Waarschuw dan onmiddellijk een arts of ga naar de Eerste-Hulpdienst.
          In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige huidaandoening met een rode huid, blaren, ontstoken ogen of koorts. De blaren komen vooral voor op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Neem dan direct contact op met uw arts of ga naar de Eerste-Hulpdienst.
          Als u overgevoelig bent voor dit medicijn mag u het niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.


        Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u te veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Soms ook zal de arts een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.

        Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Ervaart u andere bijwerkingen dan die hierboven staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.

        Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden.

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

            Hoe?
            Innemen met een half glas water.

            Wanneer?
            U kunt dit medicijn op een lege maag of met wat voedsel innemen. Neem het echter NIET in met een vette maaltijd. In combinatie met veel vet wordt het medicijn niet goed opgenomen. Na een vette maaltijd moet u minstens 2 uur wachten voor u dit medicijn inneemt.

            Bij misselijkheid kan het helpen dit medicijn met wat voedsel in te nemen. Doe dat bij voorkeur niet met de warme maaltijd, aangezien dat meestal de vetste maaltijd is.

            Hoelang?
            U kunt dit medicijn gebruiken zolang het goed werkt bij uw aandoening.

            • Het is belangrijk dat u sorafenib consequent blijft slikken. Bent u toch een dosis vergeten? Neem deze dan zo snel mogelijk in, behalve als het al bijna tijd is voor de volgende dosis:

              Als u dit medicijn 1 keer per dag gebruikt:

              • duurt het nog meer dan 8 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in.
              • duurt het nog minder dan 8 uur? Neem hierover contact op met uw arts of verpleegkundige.

              Als u dit medicijn 2 keer per dag gebruikt:

              • duurt het nog meer dan 4 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in.
              • duurt het nog minder dan 4 uur? Neem hierover contact op met uw arts of verpleegkundige

              Slik geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen.

              • autorijden?
                Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                alcohol drinken?
                Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag, darmen, mond en slokdarm. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op deze slijmvliezen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de behandeling en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

                alles eten?
                Neem samen met dit medicijn alleen een vetarme maaltijd. Dus neem het NIET in met zeer vet eten. Het wordt dan onvoldoende in het bloed opgenomen.

                Buiten de tijden van inname om kunt u alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

                Op deze site kunt u onder 'Klachten & ziektes', 'Maagklachten' adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

                • Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'Samenstelling'.

                  De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Sorafenib vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
                    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
                  • Acenocoumarol en fenprocoumon, antistollingsmiddelen. Sorafenib kan de bijwerkingen van acenocoumorol en fenprocoumon versterken. Meld het aan de trombosedienst als u sorafenib gaat gebruiken, als de dosering wijzigt of als u gaat stoppen met sorafenib.
                  • Bepaalde hiv-middelen. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
                  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

                  De volgende medicijnen verminderen de werking van sorafenib. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op sorafenib weg is.

                  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
                  • De medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
                  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressie.
                  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.

                  Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                  Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt. Er staat ook andere belangrijke informatie op. Bijvoorbeeld, of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

                  • Zwangerschap
                    Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt. Tijdens de behandeling en tot en enige tijd na de laatste tablet mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

                    Borstvoeding
                    Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt. Als het in de moedermelk komt, kan het schadelijk zijn voor het kind.

                    Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                    • Een behandeling met dit medicijn is zwaar en kan moeilijk vol te houden zijn, ook al helpt het u de ziekte te bestrijden. Wordt de behandeling u te zwaar, bespreek dat dan met uw arts of verpleegkundige. Samen kunt u de bijwerkingen bespreken en kijken of er aanpassingen of alternatieven mogelijk zijn.

                      • De werkzame stof sorafenib zit in de volgende producten:
                        • Sorafenib is sinds 2005 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in tabletten onder de merknaam Nexavar en als het merkloze Sorafenib.

                          Laatst bijgewerkt op 25-08-2021

                          Disclaimer

                          Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                          Vond u deze informatie nuttig?

                          Vind een apotheek

                          Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                          Vind een apotheek blob

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Vraag het de webapotheker

                          Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                          Meldpunt medicijnen

                          Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                          Geen ervaringen gevonden

                          Informatie wordt bijgewerkt: