MedicijnenSulfadiazine suspensie FNA

Sulfadiazine suspensie FNA | sulfadiazine

Werkzame stof: sulfadiazine


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof sulfadiazine.

MedicijnenSulfadiazine suspensie FNA

Sulfadiazine suspensie FNA

Werkzame stof: sulfadiazine


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof sulfadiazine.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij slechte nieren of leverMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Sulfadiazine remt de groei van bacteriën (antibioticum). Werkt binnen enkele dagen.
    • Bij toxoplasmose, een infectie met een parasiet waarmee men vooral via katten besmet kan raken.
    • Neem de drank in met wat voedsel. U heeft dan minder kans op maagklachten. Schud goed om voor gebruik. Meet de hoeveelheid af met een maatbeker of maatlepel.
    • U kunt last krijgen van misselijkheid, braken, minder eetlust en diarree. Duurt dit langer dan enkele dagen? Raadpleeg dan uw arts.
    • U kunt overgevoelig zijn voor UV-licht. Mijd de zon tussen 10.00 en 15.00 uur en gebruik een zonnebrandmiddel met minimaal factor 15. Ga niet onder de zonnebank.
    • Drink minstens anderhalve liter water per dag. Dit verkleint de kans op nierstenen door sulfadiazine.
    • U kunt allergisch zijn voor sulfadiazine. Dit merkt u aan jeukende huiduitslag, galbulten of een ernstige huidaandoening met blaarvorming. Waarschuw dan uw arts. Meld aan uw apotheker dat u allergisch bent voor sulfadiazine.
    • Maak de hele kuur af. Ook als de infectie genezen lijkt, want misschien zijn er nog parasieten over.
    • Sulfadiazine behoort tot de antibiotica van het sulfonamide-type.

      Artsen schrijven het voor bij toxoplasmose.

      • Toxoplasmose is een infectieziekte veroorzaakt door een parasiet die Toxoplasma gondii wordt genoemd. De parasiet leeft voornamelijk in katten, maar kan ook leven in de mens en andere zoogdieren zoals koeien, varkens en schapen ook als gastheer gebruiken.

        Besmetting vindt plaats door het eten van besmet vlees wat onvoldoende verhit is of ongewassen groente en fruit. Besmetting kan ook plaatsvinden door in aanraking te komen met besmette kattenpoep via de kattenbak of in de tuin.

        Verschijnselen
        De meeste mensen die met toxoplasmose besmet zijn, worden niet ziek. Klachten kunnen zijn moeheid, lusteloosheid en lichte koorts. De ziekte is niet besmettelijk en kan gemakkelijk behandeld worden.

        Bij een vrouw die zwanger is, is de ziekte wel gevaarlijk. Een zwangere vrouw kan de ziekte namelijk overdragen op het kind. In het begin van de zwangerschap kan dat een miskraam veroorzaken. De baby kan ook te vroeg geboren worden of ernstige afwijkingen krijgen aan hersenen en ogen.

        Bij mensen met een verminderde afweer, zoals  hiv-patienten en mensen die afweeronderdrukkende medicijnen moeten gebruiken (bijvoorbeeld na een transplantatie)  kan toxoplasmose wel ernstige klachten hebben. Zij kunnen hierdoor een hersenontsteking, longontsteking of oogontsteking krijgen.

        Voorkomen van een infectie
        Door te zorgen voor een goede hygiëne kan toxoplasmose voorkomen worden. Voor iedereen geldt dat voedsel hygiënisch klaargemaakt moet worden. Voor zwangere vrouwen gelden bovendien de volgende adviezen:

        • eet geen (half-)rauw vlees.
        • verhit het vlees door en door.
        • eet geen vlees van de barbecue (tenzij het is voorgegaard).
        • was alle groente zorgvuldig.
        • draag handschoenen bij het tuinieren.
        • laat de kattenbak dagelijks schoonmaken.

        Behandeling
        Meestal wordt een toxoplasmose infectie niet opgemerkt omdat er bijna nooit klachten zijn. Eventuele verschijnselen van een infectie zijn moeheid, lusteloosheid en lichte koorts. Als toxoplasmose behandeld moet worden kan dat met een antibioticum zoals sulfadiazine. Sulfadiazine wordt hierbij in combinatie met pyrimethamine en folinezuur gebruikt.

        Werking
        Sulfadiazine remt de groei van de toxoplasmoseparasiet. 

      • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

        De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

        Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

        • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, zoals jeuk en galbulten.

          In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Neem dan direct contact op met uw arts. U mag dit medicijn dan in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor sulfadiazine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of hierop lijkende medicijnen niet opnieuw krijgt.

        • Dit medicijn kan de huid gevoeliger maken voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). Blootstelling aan zonlicht, zelfs voor korte perioden, kan huiduitslag, jeuk, roodheid en andere verkleuring van de huid of ernstige verbranding door de zon geven.

          Begint u net met dit medicijn? Blijf dan uit direct zonlicht, met name tussen 10.00 en 15.00 uur, draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril, smeer zonnebrand op een met sunblock van minimaal factor 15, gebruik lippenbalsem met minstens factor 15, ga niet onder de zonnebank. Als u een ernstige reactie op de zon krijgt, staak dan meteen het gebruik en neem contact op met uw arts.

        • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, verminderde eetlust, diarree.

          Deze bijwerkingen treden vooral in het begin van de behandeling op. Meestal helpt het als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

        • Nierstenen, doordat het medicijn kristallen vormt in de nieren.

          Drink daarom veel tijdens de kuur, minstens anderhalf tot 2 liter vocht per dag, dan is de kans hierop klein.

        Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

        • Als u acute porfyrie heeft, een stofwisselingsziekte waarbij men aanvallen krijgt van buikpijn, braken, koorts en hartkloppingen: dit medicijn kan een aanval uitlokken.

          Geef aan de apotheek door dat u acute porfyrie heeft. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.

        • Bij mensen met een aangeboren tekort van het enzym G6PD kan een ernstige bloedafwijking ontstaan. U merkt deze bloedafwijking aan vermoeid zijn, duizelig zijn, bleke kleur, gele huid, donkere kleur van uw plas en kortademig zijn.

          Overleg met uw arts. Weet u dat u een G6PD-tekort heeft? Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u medicijnen die problemen veroorzaken bij G6PD-tekort niet meer krijgt.

        • Ernstige bloedafwijkingen. U merkt dat aan keelpijn, koorts en blaren in de mond, moe zijn of snel blauwe plekken krijgen. Waarschuw dan een arts.


        Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


        Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

        • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
          Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
          Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
          Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
          • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

            Hoe?
            Schud de fles voor gebruik. Meet de juiste hoeveelheid af met maatbeker of maatlepel.

            Wanneer?
            Neem het medicijn tijdens of net na een maaltijd of met wat voedsel in. U vermindert daarmee de kans op maagklachten. Verdeel de doses zo goed mogelijk over de dag om een gelijkmatig effect te krijgen.

            Hoe lang?
            Sulfadiazine gebruikt u altijd als een kuur. Hou er rekening mee dat u de kuur niet mag onderbreken en geheel moet afmaken. Ook al zijn de infectieverschijnselen al vóór afloop van de kuur verdwenen; dit betekent nog niet dat alle parasieten verdwenen zijn.

            De kuur duurt meestal 3 tot 6 weken. Bij mensen met een verminderde afweer kan de behandeling een jaar duren.

            • Het is belangrijk dit medicijn consequent te gebruiken. Probeer de toediening gelijkmatig over de dag te verdelen.

              Mocht u toch een keer vergeten zijn:

              Als u dit medicijn 4 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 2 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 2 uur? Sla de vergeten dosis dan over.

              • autorijden en alcohol drinken?
                Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                alles eten?
                Zorg dat u gedurende de hele kuur voldoende drinkt, ten minste anderhalf tot 2 liter vocht per dag. Daarmee voorkomt u dat dit medicijn neerslaat in de nieren en nierstenen veroorzaakt.

                • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'

                  De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                  • Fenytoïne, een medicijn tegen onder andere epilepsie. Sulfadiazine versterkt de bijwerkingen van fenytoïne. Uw arts zal daarom de hoeveelheid fenytoïne in het bloed extra controleren.
                  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Antibiotica versterken het effect deze medicijnen. Hierdoor kan de bloedstolling ontregeld raken. Meld direct bij de trombosedienst dat u sulfadiazine gebruikt. Meestal zal uw apotheker dit ook doorgeven aan de trombosedienst.
                  • Dit medicijn maakt buiktyfusvaccin-capsules onwerkzaam. Dit is geen probleem wanneer er drie dagen tussen toediening van het vaccin en sulfadiazine zit. Zit er minder dan drie dagen tussen beide middelen, neem dan contact op met uw arts. Het is mogelijk het vaccin via een injectie te krijgen. De wisselwerking treedt dan niet op.
                  • Methenamine, een antibioticum gebruikt bij blaasontsteking. U heeft meer kans op nierstenen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk kunt u een ander medicijn gebruiken.

                  Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                  • Zwangerschap
                    Overleg altijd eerst met uw arts, als u zwanger bent of wil worden. Toxoplasmose is een groot risico voor de ongeboren baby. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is echter nog weinig bekend. Er is daarom een risico voor het kind maar dit risico weegt meestal niet op tegen het risico van de aandoening.

                    Wel is bekend dat gebruik aan het einde van de zwangerschap schadelijk kan zijn voor de baby. Gebruik het daarom in elk geval NIET vanaf de zevende maand van de zwangerschap. Gebruikt u dit medicijn al, meld het dan aan uw arts als u binnenkort zwanger wilt worden of dat u zwanger bent.

                    Borstvoeding
                    Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Dit medicijn komt in de moedermelk terecht. Bij gezonde baby's vanaf enkele weken oud is dit meestal geen probleem en kunt u borstvoeding geven. Overleg hierover met uw arts.

                    Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                    • Nieren

                      Werken uw nieren minder goed? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat de dosering van uw medicijn aangepast moet worden.

                      Dialyseert u? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat aanpassing van uw medicijngebruik nodig is. Bijvoorbeeld:

                      • een andere dosering;
                      • een andere dag of ander tijdstip waarop u uw medicijn moet innemen;
                      • een ander medicijn.

                      Lever

                      Heeft u levercirrose? Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken. Over het gebruik van dit medicijn bij levercirrose is nog weinig bekend. Daarom is niet zeker of dit medicijn gevolgen heeft voor de werking van uw lever, of dat levercirrose invloed heeft op de werking en bijwerkingen van dit medicijn. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

                      • U moet de kuur afmaken. Als u de kuur voortijdig afbreekt, kunt u alsnog last krijgen van de infectie met de parasiet.

                        Krijgt u een ernstige bijwerking of een allergische reactie? Stop dan wel direct met het medicijn en waarschuw meteen een arts.

                        • De werkzame stof sulfadiazine zit in de volgende producten:
                          • Sulfadiazine is sinds 1947 internationaal op de markt. Sulfadiazine is op recept verkrijgbaar als het merkloze Sulfadiazine suspensie FNA in een drank.

                            Laatst bijgewerkt op 17-12-2018

                            Disclaimer

                            Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                            Vond u deze informatie nuttig?

                            Vind een apotheek

                            Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                            Vind een apotheek blob

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                            Meldpunt medicijnen

                            Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                            Geen ervaringen gevonden

                            Informatie wordt bijgewerkt: