MedicijnenPegasys

Pegasys | peginterferon alfa

Werkzame stof: peginterferon alfa


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof peginterferon alfa.

MedicijnenPegasys

Pegasys

Werkzame stof: peginterferon alfa


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof peginterferon alfa.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Peginterferon-alfa komt van nature voor in het lichaam. Het speelt een rol in het afweersysteem.
    • Peginterferon-alfa wordt gebruikt bij hepatitis B en hepatitis C (leverontsteking).
    • De behandeling duurt meestal een half jaar tot een jaar. Dit hangt af van het soort virus en welke andere antivirusmedicijnen u erbij gebruikt.
    • De injecties kunnen worden toegediend in het ziekenhuis, de polikliniek of door de wijkverpleegkundige. Misschien kunt u ook leren om het zelf te doen.
    • U kunt in het begin last krijgen van griepachtige verschijnselen, zoals koorts, hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn en moeheid. Meestal verdwijnen deze bijwerkingen na een paar weken. Blijft u hiervan last houden? Raadpleeg dan uw arts.
    • Pijn, zwelling, roodheid en ontsteking van de injectieplaats kunnen optreden. Kies daarom steeds een andere injectieplaats, bijvoorbeeld op buik, arm, heup of dijbeen. Ontstaat er een ernstige ontsteking? Raadpleeg dan uw arts.
    • Peginterferon-alfa behoort tot de interferonen. Interferonen komen van nature voor in het lichaam. Zij spelen een rol in het afweersysteem.

      Artsen schrijven peginterferon-alfa voor bij hepatitis B en hepatitis C. Hepatitis B en C zijn ernstige leverziekten die worden veroorzaakt door infecties met virussen.

      • Hepatitis B en hepatitis C zijn leverontstekingen veroorzaakt door een virus. Er bestaan verschillende soorten hepatitisvirussen, zoals het type A, B en C. Het gaat hier om virustype B en C, en de ziekten hepatitis B en C.

        Verschijnselen
        Bij de eerste besmetting met deze virussen kan zijn dat u geen verschijnselen krijgt. Bij hepatitis B krijgen 4 op de 10 mensen wel klachten; bij hepatitis C 1 op de 10.

        Als er klachten zijn, begint dat meestal met gebrek aan eetlust, gevoel van ziek zijn, vermoeidheid. Misselijk zijn en overgeven, buikklachten, koorts en pijn in de gewrichten. Soms wordt de huid na een paar dagen geel (geelzucht). Na een paar weken verdwijnt dat weer. De meeste ziekteverschijnselen zijn binnen een paar weken tot maanden verdwenen.

        Bij sommige mensen kan de ziekte na jaren weer opspelen, vooral bij hepatitis C. Bij mensen die hiv of aids hebben komt dat vaak voor. Door de continue ontsteking van de lever en het ontstaan van littekens kan een chronische leverziekte ontstaan. Uiteindelijk raakt de lever onherstelbaar beschadigd (levercirrose).  

        Oorzaak
        Hepatitis B en C zijn besmettelijke ziekten. U kunt de ziekte krijgen door contact met bloed van een besmet persoon. Bij hepatitis B kunt u ook besmet raken door te vrijen zonder condoom met iemand die besmet is. Bij hepatitis C gebeurt dat in zeldzame gevallen. Vaak is niet bekend of iemand het virus bij zich draagt, omdat men geen klachten heeft.

        Ook kunt u de ziekte oplopen als u zich prikt aan besmette voorwerpen, bij het zetten van tatoeages en piercings. Of bij het scheren met een gebruikt mesje, bijvoorbeeld bij de kapper. Zwangere vrouwen die het virus bij zich dragen kunnen hun kind tijdens de bevalling besmetten.

        Besmettelijkheid
        Bij hepatitis B verdwijnt het virus in 9 van de 10 gevallen binnen een half jaar vanzelf. De arts kan dit controleren met bloedonderzoek. Als de arts heeft vastgesteld dat het virus is verdwenen, bent u niet meer besmettelijk voor anderen.

        Bij de meeste mensen met hepatitis C zal de besmetting niet vanzelf overgaan. Ook al zijn de ziekteverschijnselen verdwenen, toch is het virus dan nog in het lichaam aanwezig en is men besmettelijk. Wie drager is van het virus, kan ongemerkt ook anderen besmetten, ook al heeft men zelf geen klachten.

        Besmetting voorkomen
        Besmetting door hepatitis B en C is te voorkomen door:

        • Geen naalden en scheermesjes van elkaar te gebruiken
        • Geen tatoeages te nemen
        • Medische instrumenten goed te steriliseren
        • Bloed dat wordt gebruikt voor bloedtransfusies goed te controleren

        Het is mogelijk u te laten vaccineren tegen het hepatitis B-virus. Sommige mensen hebben een verhoogd risico op hepatitis B, zoals prostituees, harddruggebruikers en werkers in de gezondheidszorg. Zij kunnen zich bij de GGD of (huis)arts laten vaccineren.

        Voor hepatitis C bestaat geen vaccin.

        Behandeling
        Hepatitis B
        Bij een chronische hepatitis B-infectie schrijft de arts meestal een kuur met peginterferon-alfa voor. Uw arts zal in uw bloed de hoeveelheid virus controleren. Na 11 maanden is de hoeveelheid virus meestal voldoende gedaald. Daarna blijft u onder controle, omdat het virus soms toch weer opspeelt. U krijgt dan opnieuw een kuur met dit medicijn of een andere virus remmer.

        Hepatitis C
        Wanneer bloedonderzoek uitwijst dat u hepatitis C heeft, hangt het af van de ernst van uw klachten of de arts een behandeling met medicijnen instelt.

        Het is ernstig als de lever niet goed werkt door hepatitis C. In dat geval schrijft de arts meestal peginterferon-alfa voor. Dit medicijn versterkt de afweer van het lichaam tegen virussen. Uw arts schrijft hierbij meestal ook andere antivirusmedicijnen voor, zoals ribavirine, boceprevir of simeprevir. Deze medicijnen versterken de werking van peginterferon-alfa.

        Werking
        Interferonen zijn natuurlijk voorkomende eiwitten. De eigen cellen maken deze interferonen aan als ze in contact komen met virussen of als ze beschadigd raken door andere oorzaak. Deze interferonen maken de aangetaste cellen beter weerbaar, remmen de groei van virussen en verbeteren de lichaamseigen afweer.

        Wanneer peginterferon-alfa via een injectie wordt toegediend, heeft het dezelfde werking als natuurlijke interferonen.  Ze maken de lichaamscellen ongevoeliger voor het virus en remmen hun groei.
        De werking van peginterferon-alfa houdt 1 week aan. Het duurt meestal meerdere maanden voor u merkt dat de behandeling effect heeft. U merkt dan dat u minder moe bent of minder buikklachten heeft.

        • Peginterferon-alfa wordt gebruikt bij de virusziekten hepatitis B en hepatitis C. Onder de aandoening Ernstige leverziekte kunt u lezen over deze aandoeningen en de behandeling ervan.

        • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

          De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

          Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

          • In het begin van de behandeling krijgen de meeste mensen griepachtige verschijnselen, zoals koorts, koude rillingen, spier- en gewrichtspijn, moe zijn en misselijk zijn.

            Deze bijwerkingen verdwijnen meestal na enkele weken. Als u hier last van heeft, kunt u een pijnstiller gebruiken die ook de koorts verlaagt, zoals paracetamol of ibuprofen. U kunt de pijnstiller ook innemen voordat u interferon-bèta injecteert.

          • Hoofdpijn, zelden migraine

          • Pijn, zwelling, roodheid en ontsteking op de plaats van de injectie

            Het helpt om direct na het prikken de huid te koelen. Bijvoorbeeld met een nat washandje of een ijsklontje.
            Pijn en roodheid verdwijnen snel. De meeste mensen wennen aan deze bijwerking en hebben na een paar maanden tot een jaar geen klachten meer. Vanwege deze bijwerking is het belangrijk steeds een andere injectieplaats te kiezen op buik, arm, heup of dijbeen. Waarschuw uw arts als u denkt dat u een zweertje of abces heeft.

          Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

          • Duizelig zijn en zelden een draaierig gevoel of flauwvallen

          • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, overgeven, buikpijn, opgeblazen gevoel en diarree . Zeer zelden een zweer of bloeding in maag of darmen, ernstige diarree.

            Waarschuw uw arts bij hevige diarree, maagpijn of bloed bij de ontlasting.

          • Verlies van eetlust, gewichtsverlies. Kinderen kunnen hierdoor een groeiachterstand oplopen.

            Ook nadat de behandeling is gestopt kan de groei nog enige jaren achterblijven.

          • Hoest en kortademigheid, vooral bij inspanning. Zeer zelden longontsteking.

            Raadpleeg uw arts als u last van benauwdheid krijgt.

          • Huiduitslag, jeuk, droge huid, haaruitval. Zelden meer last van zonnebrand door een verhoogde gevoeligheid van de huid, huidinfecties.

            Huiduitslag kan in zeldzame gevallen wijzen op overgevoeligheid (zie Zeer zelden: overgevoeligheid). Heeft u de huidziekte psoriasis? Uw klachten kunnen verergeren.

          • Minder witte bloedcellen. U merkt dan dat u vaker infecties heeft, bijvoorbeeld door bacteriën, virussen of schimmels. U kunt sneller verkouden worden (verstopte neus of loopneus, keelpijn).

          • Slaapproblemen, zoals slapeloosheid

          • Psychische klachten, zoals depressie, nervositeit, angst, hallucinaties, verward zijn, geheugenverlies en moeite om te concentreren. In zeldzame gevallen ontstaan vijandige gevoelens naar zichzelf of anderen.

            Bij depressieve mensen kunnen hun klachten verergeren. Dit kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord. Neem daarom contact op met uw arts als depressieve gevoelens ontstaan of verergeren.

          Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

          • Droge mond, smaakstoornissen, problemen met slikken, schimmelinfectie of zweertjes in de mondholte of van het tandvlees, verkleurde tong. Ook kunnen de tanden losser komen te staan.

            Door de droge mond kunt u eerder gaatjes krijgen in uw gebit. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

          • Droge neus, bloedneus

          • Droge ogen, wazig zien, ontsteking van de ogen.
            In zeer zeldzame gevallen kan het netvlies van uw oog beschadigd raken en gaan bloeden.

            Droge ogen, wazig zien, ontsteking van de ogen. Waarschuw uw arts als u pijn in de ogen krijgt of minder goed ziet. In zeer zeldzame gevallen kan het netvlies van uw oog beschadigd raken en gaan bloeden. Als dat gebeurt moet u direct stoppen en mag u dit medicijn niet meer gebruiken. De arts zal bij mensen met diabetes of hoge bloeddruk de ogen controleren voordat u dit medicijn gaat gebruiken.

          • Oorpijn, zeer zelden verslechtering van het gehoor

          • Spier- en gewrichtspijn, rugpijn en zeer zelden ontsteking van de spieren en gewrichten (reumatoïde artritis), spierzwakte en botpijn.

            Spierpijn gaat meestal vanzelf over, maar in zeer zeldzame gevallen kan dit wijzen op een ernstige bijwerking op de spieren. De verschijnselen van deze ernstige bijwerking zijn spierpijn, spierzwakte, algemeen ziek voelen, koorts, misselijkheid en braken. De spierpijn zit meestal in de kuiten of onderrug, maar ook het hele lichaam kan pijn doen. Als u last krijgt van deze verschijnselen, moet u zo snel mogelijk uw arts raadplegen.

          • Overmatig zweten, opvliegers, blozen en trillen

          • Impotentie of minder zin in seks

          • Hevig bloedverlies tijdens de menstruatie, tussentijds bloedverlies uit de vagina (doorbraakbloedingen)

          • Doof of tintelend gevoel in handen en voeten

          • Hartkloppingen, pijn op de borst en hoge bloeddruk

            Raadpleeg uw arts bij hartkloppingen of pijn op de borst. U heeft hierdoor meer kans op een hartinfarct of beroerte.

          • Hartfalen. U merkt dat aan kortademigheid, benauwdheid of het vasthouden van vocht (dikke enkels en voeten).

            Dit komt door een verminderde werking van de hartspier. Raadpleeg uw arts bij bovengenoemde verschijnselen.

          • Te langzaam of te snel werkende schildklier

            Als u een schildklieraandoening hebt: uw klachten kunnen verergeren.

          • Minder rode bloedcellen en bloedplaatjes. U merkt dit aan extreme moeheid, bleke huid en slijmvliezen en meer bloedingen, zoals bloedneuzen.
            In zeer zeldzame gevallen ontstaan bloeduitstortingen in de huid en slijmvliezen en raken de nieren beschadigd. Waarschuw uw arts als u koorts krijgt, verward bent, gezwollen enkels krijgt, benauwd wordt of als uw plas schuimt.

            Minder rode bloedcellen en bloedplaatjes. U merkt dit aan extreme moeheid, bleke huid en slijmvliezen en meer bloedingen, zoals bloedneuzen. Raadpleeg dan uw arts. In zeer zeldzame gevallen is de bloedstolling ernstig verstoord. Hierbij ontstaan bloeduitstortingen in de huid en slijmvliezen en raken de nieren beschadigd. U verliest hierdoor te veel eiwit via de urine. Waarschuw uw arts als u koorts krijgt, verward bent, gezwollen enkels krijgt, benauwd wordt of als uw plas schuimt.

          Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

          • Epileptische aanvallen (stuipen)

            Mensen met epilepsie kunnen meer aanvallen krijgen. Waarschuw dan uw arts.

          • Verergering van de leverontsteking of een ontsteking van de alvleesklier. Merkt u een gevoelige, opgezwollen buik, hevige pijn in de bovenbuik, of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid, waarschuw dan uw arts.

          • Systemische lupus erythematodes (SLE). Verschijnselen zijn: een vlindervormige rode uitslag op het gezicht, maar ook op andere plaatsen, gewrichtsklachten, gewichtsverlies, grieperig gevoel, vermoeidheid, koorts en haarverlies.

            Dit is een huidontsteking, waarbij ook ontstekingen in andere organen ontstaan. Verschijnselen zijn: een vlindervormige rode uitslag op het gezicht, maar ook op andere plaatsen, gewrichtsklachten, gewichtsverlies, grieperig gevoel, vermoeidheid, koorts en haarverlies. Raadpleeg dan uw arts.

          • Sarcoïdose (ziekte van Besnier-Boeck). Bij deze ziekte ontstaan spontaan ontstekingen in verschillende organen en weefsels, zoals longen, lymfeklieren, huid, ogen en gewrichten.

          • Te hoog bloedglucose

            Uw arts zal de hoeveelheid glucose in uw bloed regelmatig controleren.

          • Te veel vetten in het bloed (triglyceriden)

            Uw arts zal de hoeveelheid bloedvetten regelmatig controleren, zeker als u al een verhoogd vetgehalte in het bloed heeft.

          • Ernstige vorm van hoge bloeddruk in de longslagader. Waarschuw uw arts bij kortademigheid, pijn op de borst, flauwvallen en vocht in de benen.

          • Koude vingers en tenen door een verminderde doorbloeding van de huid

            Mensen met de ziekte van Raynaud kunnen hierdoor meer klachten krijgen. Neem dan contact op met uw arts.

          • Overgevoelig zijn voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk. 
            Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwd zijn, een opgezwollen gezicht of flauwvallen.
            In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. 

            Overgevoelig zijn voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.
            Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid, een opgezwollen gezicht of flauwvallen. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Waarschuw in deze gevallen direct een arts, of ga naar de Eerste-hulpdienst. Bent u overgevoelig voor peginterferon-alfa? Geef dat dan door aan uw apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.


          Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


          Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

          • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
            Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
            Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
            Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
            • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

              Hoe?

              Peginterferon-alfa wordt toegediend via injecties vlak onder de huid. Soms doet de arts of verpleegkundige dat, soms leert u uzelf te injecteren. Lees ook de instructies in de bijsluiter.

              Kies elke keer een andere injectieplaats, dat verkleint de kans op pijn en irritatie van de injectieplaats.

              Wanneer?
              Meestal moet u elke week een injectie toedienen. Doe dat op een vaste dag en vast tijdstip, dan vergeet u minder snel een dosis.

              Hoelang?
              Hoelang u dit medicijn moet gebruiken hangt af van het type virus waarmee u bent geïnfecteerd. De behandeling duurt meestal enkele maanden.

              • Bij hepatitis B: meestal 11 maanden.
              • Bij hepatitis C: 5 maanden tot 11 maanden. Maar langer of korter komt ook voor: soms is 16 weken voldoende en soms is 72 weken (=16 maanden) nodig.

              Het kan een aantal maanden duren voordat u iets van de werking van peginterferon-alfa merkt.

              • Het is belangrijk dit medicijn consequent te gebruiken. Noteer de wekelijkse injectie op een kalender, in uw agenda of op uw mobiele telefoon. Dan vergeet u het minder snel.

                Bent u het medicijn vergeten toe te dienen?

                • Bent u 1 of 2 dagen te laat? Dien de injectie dan alsnog toe. Dien de volgende injectie toe op de gebruikelijke dag van uw schema.
                • Bent u 3, 4 of 5 dagen te laat? Dien de injectie dan alsnog toe. Dien de volgende injecties dan telkens 5 dagen later toe, tot u weer uitkomt op de gebruikelijke dag van uw schema.
                • Bent u 6 dagen te laat? Sla dan de vergeten injectie over. En gebruik de volgende injectie op de gebruikelijke dag van uw schema. U mag geen extra injectie toedienen.
                • Bent u meer dan 1 week te laat? Neem dan contact op met uw arts.
                • autorijden?
                  Meestal heeft dit medicijn geen effect op de rijvaardigheid. Autorijden is dan geen probleem. Maar het kan zijn dat u als u door dit medicijn slaperig, vermoeid, duizelig, angstig, nerveus of verward bent. Heeft u hier last van? Dan kunt u beter niet autorijden.

                  Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                  alles eten?
                  U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

                  alcohol drinken?
                  Alcohol belast de lever. Drink dus geen alcohol als u een leverontsteking heeft.

                  • Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

                    • Zwangerschap
                      Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u is als u met het medicijn stopt.

                      Borstvoeding
                      Overleg met uw arts. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terecht komt en of het schadelijk is voor de baby. De kans dat het in de moedermelk komt is echter klein.

                      Het virus zelf kan ook een reden zijn om geen borstvoeding te geven. Via de moedermelk kan de baby namelijk besmet raken.

                      Als u hepatitis B heeft: borstvoeding is mogelijk als uw baby direct na de geboorte antistoffen heeft gekregen en als het direct tegen hepatitis B is gevaccineerd. Overleg met uw arts of u borstvoeding mag geven.
                      Als u hepatitis C heeft: de kans op besmetting van de baby via de moedermelk is heel klein. Maar als u tepelkloven krijgt kan de baby wel het virus binnen krijgen. Overleg met uw arts als u borstvoeding wil geven.

                      Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                      • Overleg met uw arts als u wilt stoppen met dit medicijn. Als u stopt voordat de kuur is afgelopen, zal het virus kunnen overleven en komen de verschijnselen van de infectie terug.

                        Als u een ernstige bijwerking heeft, zal u wel moeten stoppen. Waarschuw dan direct uw arts.

                        • De werkzame stof peginterferon alfa zit in de volgende producten:
                          • Peginterferon-alfa is sinds 2000 internationaal op de markt. Peginterferon-alfa is op recept verkrijgbaar in injecties onder de merknaam Pegasys.

                            Laatst bijgewerkt op 25-10-2022

                            Disclaimer

                            Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                            Vond u deze informatie nuttig?

                            Vind een apotheek

                            Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                            Vind een apotheek blob

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                            Meldpunt medicijnen

                            Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                            Informatie wordt bijgewerkt: