MedicijnenAcetazolamide

Acetazolamide | acetazolamide

Werkzame stof: acetazolamide


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof acetazolamide.

MedicijnenAcetazolamide

Acetazolamide

Werkzame stof: acetazolamide


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof acetazolamide.

Belangrijkste zakenWaarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingGebruik bij slechte nieren of leverMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
    • Acetazolamide zorgt ervoor dat u minder vocht binnen het oog aanmaakt. Het zorgt er ook voor dat u meer vocht uitplast. 
    • Bij glaucoom (verhoogde oogboldruk), oedeem (als uw lichaam teveel vocht vasthoudt), epilepsie en hoogteziekte.
    • Tabletten: slikken met een half glas water.
    • Drank: de fles goed schudden. Daarna de juiste hoeveelheid afmeten met een doseerspuitje of maatbeker.
    • Bijwerkingen: dorst en vaker moeten plassen.
    • U kunt last krijgen van een suf, moe en duizelig gevoel.
    • Verder kunt u last krijgen van maagdarmklachten. Zoals misselijk zijn, diarree, overgeven en buikpijn. Gaat dit niet over? Raadpleeg dan meteen uw arts. 
    • U mag 1 week niet autorijden als u met dit medicijn begint. Daarna mag u weer autorijden als u geen last heeft van bijwerkingen.
    • Bent u zwanger? Of wilt u zwanger worden? Vraag aan uw arts of apotheker of u dit medicijn mag gebruiken. Het is niet zeker of dit medicijn veilig is voor zwangere vrouwen.
    • U mag dit medicijn gebruiken als u borstvoeding geeft. 

    Download de samenvatting
     

    • Acetazolamide heeft effect op de hoeveelheid water en zouten in het lichaam.

      Artsen schrijven acetazolamide voor bij een verhoogde oogboldruk (glaucoom), vasthouden van vocht (oedeem), de stofwisselingsziekte metabole alkalose, hoogteziekte en epilepsie.

      • Glaucoom is een beschadiging van de oogzenuw in het netvlies. De oorzaak is meestal een verhoogde druk in de oogbol. Deze ligt normaal tussen de 10 en 22 millimeter kwikdruk.

        Verschijnselen
        In het begin merkt u niets van glaucoom. Na verloop van tijd kunt u aan de randen van het gezichtsveld steeds minder zien. Als de oogboldruk plotseling toeneemt spreekt men van acuut glaucoom. U heeft dan een heftige pijn, roodheid van het oog en soms misselijkheid.

        Onbehandeld leidt glaucoom meestal tot een pijnlijk oog met steeds meer gezichtsverlies, waarbij het lijkt of u door een koker kijkt. Glaucoom kan uiteindelijk tot blindheid leiden.

        Behandeling
        Glaucoom wordt meestal behandeld met oogdruppels.

        Acetazolamide wordt soms gebruikt bij ernstige vormen van glaucoom.

        Het wordt meestal gebruikt om de tijd tot een operatie van acuut glaucoom te overbruggen. Acuut glaucoom moet snel geopereerd worden. Ter voorbereiding op deze operatie wordt dan acetazolamide gebruikt.

        Effect
        Acetazolamide vermindert de hoeveelheid vloeistof in het oog. Hierdoor daalt de oogboldruk binnen één tot twee uur.

        • Vocht vasthouden merkt u het eerst aan dikke enkels en voeten. Ook kan er vocht rond de longen blijven staan. U merkt dan dat u benauwd bent en sneller moe raakt.

          Oorzaak
          Het lichaam kan vocht vasthouden bij een verminderde pompkracht van het hart (hartfalen), een verminderde nierwerking, levercirrose (een chronische leverziekte) of het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals bijnierschorshormonen of vrouwelijke geslachtshormonen. Ook kan het lichaam vocht vasthouden voorafgaand aan de menstruatie.

          Het vocht kan zich ophopen op plaatsen waar het normaal niet of nauwelijks aanwezig is. Dit heet oedeem. U merkt oedeem het eerst aan dikke enkels en voeten. Ook kan er vocht rond de longen blijven staan. U merkt dan dat u benauwd bent en sneller moe wordt.

          Behandeling
          Acetazolamide wordt alleen kortdurend gebruikt als andere plasmiddelen onvoldoende effect hebben. Het wordt dan altijd gegeven naast andere plaspillen. Door acetazolamide scheiden de nieren meer zout uit. Het zout trekt het vocht mee, waardoor het overtollige vocht in de urine komt.

          Effect
          Het vochtafdrijvende effect begint na één tot twee uur. U merkt dit doordat u vaker moet plassen.

          De werking merkt u doordat u binnen enkele dagen minder last heeft van dikke enkels en benauwdheid.

          • Als u tijdens bijvoorbeeld bergsport of een bergvakantie te snel stijgt tot hoogtes boven 2500 meter, kunt u last krijgen van hoogteziekte. Dit komt doordat uw lichaam moet wennen aan de ijlere lucht.

            U bent dan kortademig en u heeft hoofdpijn. Verschijnselen die daarnaast veel voorkomen zijn een slechte eetlust, misselijkheid, slapeloosheid, duizeligheid, vermoeidheid, vochtophopingen rond de enkels en verminderde aanmaak van urine.

            Voorkomen
            Het beste is om hoogteziekte te voorkomen door langzaam te stijgen en telkens tijd uit te trekken om te wennen aan de nieuwe hoogte. Ook is het belangrijk om veel te drinken.

            Heeft u eenmaal hoogteziekte, dan kunt u bij milde verschijnselen een pauze inlassen van minimaal één dag. Zijn de verschijnselen ernstiger, dan is afdalen van levensbelang. Bij voorkeur zonder u verder in te spannen.

            Behandeling
            Soms is afdalen niet mogelijk, bijvoorbeeld vanwege het weer. In dat geval kan acetazolamide helpen de verschijnselen te verminderen.

            Een enkele keer gebruiken mensen acetazolamide om hoogteziekte te voorkomen. Daarbij moet u er rekening mee houden dat acetazolamide ook nadelen en risico’s heeft. Bovendien is het gebruik van acetazolamide geen garantie dat u geen hoogteziekte krijgt. Beter is dus om hoogteziekte te voorkomen door langzamer te stijgen.

            • Bij epilepsie ontstaat een soort kortsluiting in de hersenen. Dit gebeurt in aanvallen. De hersenen zijn dan even ontregeld, met bijvoorbeeld spiertrekkingen of bewusteloosheid als gevolg.

              Oorzaak
              Epilepsie kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld zuurstofgebrek tijdens de geboorte, een hersenvliesontsteking, een ongeval, een beroerte en (zelden) een hersentumor. Meestal is de oorzaak echter onbekend en is er sprake van aanleg.

              Behandeling
              Er zijn verschillende soorten anti-epileptica. Bij de behandeling van epilepsie volgt uw arts meestal een schema, waarbij anti-epileptica in een vaste volgorde worden geprobeerd.

              Acetazolamide blijkt bij sommige vormen van epilepsie de aanvallen te kunnen voorkomen. Het wordt alleen bij epilepsie gebruikt als andere epilepsiemiddelen niet of onvoldoende werken.

              • Bij metabole alkalose bevat het bloed te weinig zure stoffen. Normaal gesproken houdt het lichaam het bloed precies zuur genoeg. Een van de stoffen die hierbij betrokken is, heet bicarbonaat. Bicarbonaat maakt het bloed minder zuur. 

                Oorzaak
                Metabole alkalose kan ontstaan als uw lichaam te weinig zuur bevat. Bijvoorbeeld door veel over te geven. Het kan ook ontstaan doordat u veel zure stoffen verliest bij het plassen, bijvoorbeeld als u diuretica (plastabletten) gebruikt. 

                Plastabletten werken op de nieren en zorgen ervoor dat de nieren minder zout opnemen uit de plas. Maar hierdoor verliest u ook kalium. En uw lichaam gaat meer bicarbonaat vasthouden. Daardoor wordt het bloed minder zuur.

                Verschijnselen
                Bij metabole alkalose kunt u last krijgen van verward zijn, spierkrampen en zenuwklachten zoals een tintelend gevoel. Soms krijgt u ook een tekort aan kalium, waardoor u in ernstige gevallen last kunt krijgen van hartritmestoornissen. 

                Behandeling
                Bij metabole alkalose moet uw bloed zuurder worden gemaakt. Acetazolamide zorgt ervoor dat de nieren meer bicarbonaat uitscheiden. Hierdoor wordt het bloed zuurder.

                Acetazolamide zorgt ervoor dat u ook meer kalium uitscheidt. Daarom krijgt u acetazolamide alleen als uw bloed genoeg kalium bevat.

              • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

                De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

                Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

                • Dorst, meer en vaker moeten plassen

                • Smaakveranderingen

                   Blijft u hier last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

                • Zenuw- en spieraandoeningen, zoals tintelingen, een doof gevoel in armen of benen of spierzwakte

                  Dit treedt vooral op bij hoge doseringen (bijvoorbeeld 1000 mg per dag). Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

                • Mensen met de spierziekte myasthenia gravis kunnen extra last krijgen van hun ziekte, zoals dubbelzien en hangen van het bovenste ooglid

                  Als u merkt dat u hier last van hebt, neem dan contact op met uw arts.

                • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree, minder eetlust en gewichtsverlies

                  Meestal helpt het als u het medicijn met wat voedsel of na het eten inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

                • Stemmingsveranderingen, zoals verwarring, gejaagdheid of depressiviteit

                  Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

                • Vermoeidheid, hoofdpijn en duizeligheid

                • Tekort aan kalium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit het eerst aan spierzwakte, spierkramp of spierpijn meestal eerst te merken in de bovenbenen en armen, ernstige vermoeidheid, hartkloppingen of heftige buikklachten.

                  Als u last heeft van deze klachten, ga dan naar uw arts. Als dit kaliumtekort ontstaat is dat meestal in de eerste twee weken van de behandeling.

                • Slaperigheid, sufheid en blozen

                • Minder zin in vrijen en overgevoeligheid voor zonlicht

                   Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

                • Slecht in de verte kunnen zien (bijziendheid)

                  Bij een lagere dosering of als u stopt met het gebruik van dit medicijn gaat dit weer over. Heeft u hier veel hinder van? Overleg dan met uw arts.

                • Oorsuizingen en een verminderd gehoor

                  Raadpleeg uw arts als u dit bemerkt.

                • Bloedafwijkingen of een verminderde werking van de lever. Waarschuw direct een arts bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel.

                • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan jeukende huiduitslag, koorts of galbulten. In zeldzame gevallen ontstaat er benauwdheid, flauwvallen, blaren op de huid of een gezwollen gezicht of keel.

                  Stop bij klachten die wijzen op overgevoeligheid met het gebruik en waarschuw een arts. U mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor acetazolamide. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel of soortgelijke middelen niet opnieuw krijgt.

                • Nierstenen en gruis of bloed in de urine. Raadpleeg uw arts, vooral bij pijn bovenin de rug en bij pijn tijdens plassen.

                • Veranderingen in uw bloedglucosegehalte

                   Controleer daarom vaker uw bloedglucosegehalte als u diabetes heeft.

                • Ernstige veranderingen in het bloed (een metabole acidose). Dit kan optreden als u een hoge dosering gebruikt of als u dit medicijn langdurig moet gebruiken. Mensen met slechtwerkende nieren, lever, hart of longen hebben meer kans op deze bijwerking en moeten voorzichtig zijn met dit medicijn. De verschijnselen van een metabole acidose treden heel snel op en zijn misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, snelle ademhaling en bewustzijnsverlies. Neem bij deze verschijnselen onmiddellijk contact op met een arts.

                • Zwarte ontlasting of stuipen

                  Neem in deze gevallen meteen contact op met uw arts.


                Neem contact op met uw apotheker of arts als u te veel last heeft van deze of andere bijwerkingen waar u zich zorgen over maakt.


                Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden

                • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
                  Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
                  Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
                  Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
                  • Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

                    Hoe?

                    • Tabletten: doorslikken met een half glas water.
                    • Drank: schud de fles goed. Meet de juiste hoeveelheid af met een maatbekertje of doseerspuitje.

                      Wanneer?
                    • Neemt u dit middel 1 keer per dag? Neem het dan in de ochtend, zodat u niet in de nacht uit bed moet om te plassen.
                    • Neemt u dit medicijn 2 keer per dag? Neem de laatste dosering dan vóór 6 uur in de avond, zodat u niet in de nacht uit bed moet om te plassen.
                    • Veroorzaakt dit medicijn maagklachten bij u? Dan kunt u ze het beste na een maaltijd innemen.
                    • Om hoogteziekte te voorkomen: begin met innemen een dag voor het verblijf op grote hoogte. Probeer het middel voorafgaand aan de reis enkele keren om te zien hoe u erop reageert.
                    • Bij vochtophoping voorafgaand aan de menstruatie gebruikt u dit middel 5 tot 10 dagen voor het begin van de menstruatie.

                    Hoelang?

                    • Epilepsie: uw arts bepaalt hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. Dat hangt af van de aandoening waarvoor u dit medicijn slikt en van de resultaten. Het kan zijn dat de dosering tussentijds wordt aangepast. Verander in elk geval nooit zelf de dosering!
                    • Hoogteziekte: ga door met slikken tot 2 dagen na het bereiken van de maximale hoogte, of tot u het gevoel heeft dat uw lichaam zich aan de hoogte heeft aangepast.
                    • Metabole alkalose: u gebruikt dit medicijn zolang u last heeft van metabole alkalose.
                    • Glaucoom (verhoogde oogboldruk): de behandeling is tijdelijk. Vaak gebruikt u het tot aan de operatie.
                    • Vochtophoping (oedeem): meestal moet u het medicijn 2 dagen gebruiken, waarna u het 1 dag niet slikt. Als u het continu slikt neemt de werking na verloop van tijd af.
                    • Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten hebben, neem deze dan zo snel mogelijk in. Behalve als het bijna tijd is voor de volgende dosis. U kunt daarbij de volgende richtlijn gebruiken.

                      • Als u dit medicijn 1 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 8 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 8 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
                      • Als u dit medicijn 2 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 4 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 4 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
                      • Als u dit medicijn 3 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 2 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 2 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
                      • Als u dit medicijn 4 keer per dag gebruikt: duurt het nog meer dan 1 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 1 uur? Sla de vergeten dosis dan over.
                      • autorijden?
                        Let op: als u epilepsie heeft, mag u vaak niet autorijden. Of u mag autorijden, hangt af van bepaalde keuringseisen. Overleg hierover met uw arts. Ook heeft het Epilepsiefonds meer informatie over het deelnemen aan het verkeer met epilepsie. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

                        Heeft uw arts bepaald dat u met uw aandoening mag autorijden? Ook acetazolamide heeft invloed op uw rijvaardigheid. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals duizeligheid, slaperigheid en vermoeidheid. U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Na een week zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten. U mag dan weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

                        Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                        alcohol drinken? 
                        Alcohol kan de bijwerkingen duizeligheid en sufheid versterken. Houd hier rekening mee.

                        alles eten?
                        Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

                        • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen.

                          In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                          De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                          • Plastabletten, zoals bumetanide, chloortalidon, chloorthiazide, furosemide, hydrochloorthiazide, indapamide. Deze medicijnen geven samen met acetazolamide een grote kans op kaliumtekort. U merkt dit het eerst aan spierzwakte, spierkramp of spierpijn, meestal het eerst in de bovenbenen en armen, ernstige vermoeidheid, hartkloppingen, heftige buikklachten. Ga naar de arts als u hier last van heeft. Uw arts kan uit voorzorg een medicijn voorschrijven dat het kaliumverlies tegengaat (amiloride of triamtereen) of dat het kaliumtekort aanvult (kaliumchloride).
                          • Acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium, een pijnstiller en ontstekingsremmer, en in lage doseringen een medicijn tegen bloedstolsels. Deze wisselwerking geldt alleen bij hoge doseringen, zoals gebruikt in de pijnstiller. In combinatie met acetazolamide kunnen de bijwerkingen van beide medicijnen sterker zijn. Gebruik daarom geen acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium als pijnstiller zonder recept. Overleg met uw apotheker of arts als u een van deze medicijnen voorgeschreven heeft gekregen.
                          • Kinidine, een medicijn gebruikt bij bepaalde hartritmestoornissen. Door acetazolamide kan de hoeveelheid kinidine in het bloed stijgen. Hierdoor zijn de bijwerkingen sterker. Raadpleeg uw arts als u deze combinatie voorgeschreven heeft gekregen.
                          • Methenamine, een antibioticum gebruikt bij blaasontsteking. De werking van methenamine neemt af. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk moet u een ander medicijn gebruiken.

                          Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                          • Zwangerschap
                            Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Daarom is niet zeker of dit medicijn altijd veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

                            Borstvoeding
                            U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in een (heel) kleine hoeveelheid in de moedermelk. Dit is niet schadelijk voor de baby.

                            Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                            • Nieren

                              Werken uw nieren minder goed? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat de dosering van uw medicijn aangepast moet worden.

                              Dialyseert u? Overleg dan met uw apotheker. Het kan zijn dat aanpassing van uw medicijngebruik nodig is. Bijvoorbeeld:

                              • een andere dosering;
                              • een andere dag of ander tijdstip waarop u uw medicijn moet innemen;
                              • een ander medicijn.

                              Lever

                              Het is niet bekend of mensen met levercirrose dit medicijn veilig kunnen gebruiken.

                              • Overleg met uw arts of u in een keer met dit medicijn kunt stoppen.

                                Bij epilepsie kunt u niet in een keer stoppen met dit medicijn. U heeft dan kans op een epileptische aanval. Stop geleidelijk, in overleg met uw arts. Ook een overstap op een ander epilepsiemedicijn moet geleidelijk plaatsvinden. Overleg hierover met uw arts.

                                • De werkzame stof acetazolamide zit in de volgende producten:
                                  • Ja, u heeft een recept nodig.

                                    Acetazolamide is sinds 1954 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in tabletten en drank onder de merknaam Diamox en als het merkloze Acetazolamide.

                                    Het is ook verkrijgbaar in injecties. Deze tekst gaat alleen over de tabletten en drank.

                                    Laatst bijgewerkt op 24-10-2022

                                    Disclaimer

                                    Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                                    Vond u deze informatie nuttig?

                                    Vind een apotheek

                                    Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                                    Vind een apotheek blob

                                    Vraag het de webapotheker

                                    Vraag het de webapotheker

                                    Vraag het de webapotheker

                                    Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                                    Meldpunt medicijnen

                                    Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring
                                    Informatie wordt bijgewerkt: