MedicijnenOrap

Orap | pimozide

Werkzame stof: pimozide


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof pimozide.

MedicijnenOrap

Orap

Werkzame stof: pimozide


Onderstaande tekst gaat over de werkzame stof pimozide.

Waarbij gebruik ik het?Mogelijke bijwerkingenHoe gebruik ik dit?Een keer vergeten, wat nu?Mag ik autorijden, alcohol drinken, alles eten?Gebruik met andere medicijnenGebruik bij zwangerschap of borstvoedingMag ik zomaar stoppen?Onder welke namen verkrijgbaar?Heb ik een recept nodig?
  • Pimozide hoort tot de klassieke antipsychotica. Het zorgt dat de stof dopamine, die van nature in de hersenen voorkomt, minder werkt. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.

    Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie en tics.

    • Verschijnselen
      Bij een psychose ziet iemand zichzelf en de wereld om zich heen anders dan hoe dit eigenlijk is. Dit worden wanen en hallucinaties genoemd. Psychotische mensen wantrouwen hun omgeving vaak en zijn in de war. Een psychose kan voor de patiënt en de omgeving erg beangstigend zijn.

      Oorzaken
      Psychosen kunnen in verschillende situaties optreden. Bijvoorbeeld bij schizofrenie, depressiviteit, tijdens een manie bij manische depressiviteit. Verder bij dementie, alcoholontwenning, extreme angst of bij vergiftigingen zoals van alcohol, drugs en sommige medicijnen. Het heet in de laatste gevallen ook vaak een delirium. Een delirium duurt veel minder lang dan een psychose.

      Werking
      Pimozide vermindert het effect van natuurlijk voorkomende stoffen in de hersenen, zoals dopamine. Hierdoor onderdrukt het de verschijnselen van een psychose of delirium. Pimozide zorgt dat stof dopamine, die van nature in de hersenen voorkomt, minder werkt. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.

      Een tablet werkt binnen een paar uur. En werkt minimaal 24 uur lang.

      • Verschijnselen
        Schizofrenie is een psychische aandoening. U kunt last hebben van dingen denken, zien, horen of voelen die er niet zijn. De belangrijkste verschijnselen bij schizofrenie zijn de psychoses en in de war zijn.

        Bij een psychose ziet iemand zichzelf en de wereld om zich heen anders dan hoe dit eigenlijk is. Dit worden wanen en hallucinaties genoemd.

        Mensen met schizofrenie voelen zich vaak ook depressief, angstig, schuldig of gespannen. Hierdoor kunnen zij zichzelf kunnen verwaarlozen, moeilijk sociale contacten leggen en zich afsluiten van de buitenwereld. Dit heten de 'negatieve verschijnselen' van schizofrenie.

        Werking
        Pimozide onderdrukt de verschijnselen van een psychose, maar werkt nauwelijks tegen de 'negatieve verschijnselen'. Hierboven leest u hoe pimozide werkt bij psychosen.

        • Verschijnselen
          Bij het syndroom van Gilles de la Tourette heeft iemand last van tics. Dit zijn plotselinge bewegingen die niet zijn tegen te houden en steeds weer terugkomen. Bijvoorbeeld spiertrekkingen van het gezicht, schouders of armen. En het maken van geluiden, zoals snuiven, grommen of dwangmatig vloeken.

          Behandeling
          Pimozide vermindert soms de tics. En ook angstgevoelens en de dwanghandelingen van het syndroom van Gilles de la Tourette.

          Een tablet werkt binnen een paar uur. En werkt minimaal 24 uurlang.

        • Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

          De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

          Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

          • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen en moeilijker een erectie krijgen

          Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

          • Depressie of verergering van een bestaande depressie

          • Bewegingsstoornissen, zoals rusteloosheid (akathisie), plotselinge spiertrekkingen in hoofd, mond of gezicht (dystonie) en spierstijfheid (parkinsonisme).
            Akathisie kan zich ook uiten in niet stil kunnen zitten, wiebelen met voet of hand, onrustgevoelens. En parkinsonisme in trillen, moeite met bewegen, lopen of spreken.


            Door deze bijwerkingen kunt u ook spier- of gewrichtspijn krijgen.
            Sommige bewegingsstoornissen beginnen binnen een paar dagen na de eerste dosis of na een dosisverhoging. Het kan ook na lange tijd van gebruik ontstaan, of pas na stoppen. Soms verdwijnt het binnen een paar dagen.
            Overleg met uw arts als u bewegingsstoornissen merkt. Soms kan uw arts de dosering verlagen. Of u een ander medicijn voorschrijven waar u minder last van krijgt. Ook zijn medicijnen mogelijk die de bewegingsstoornissen tegengaan.
            Zelden ontstaan 'late bewegingsstoornissen' (tardieve dyskinesie) U merkt ze eerst aan zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong en grimassen en tics van het gezicht. Of aan buig- en strekbewegingen van vingers en tenen. Of aan dansachtige bewegingen van armen en benen en zwaai- of draaibewegingen van schouders en bekken.
            Als deze bijwerkingen ontstaan is dat meestal na lange tijd van gebruik (meer maanden). Soms komen ze pas aan het licht als u met dit medicijn bent gestopt. Na stoppen nemen de verschijnselen na verloop van tijd af. Maar bij een deel van de mensen gaat deze bijwerking niet meer helemaal over.
            Overleg met uw arts als u lijdt aan de ziekte van Parkinson of als u al een bewegingsstoornis heeft. De verschijnselen kunnen door dit medicijn erger worden. Misschien kan de arts een ander medicijn voorschrijven.

          • Suf zijn, slaperig zijn en minder goed kunnen reageren, concentreren en coördineren.

            Voorkom ongelukken in het verkeer. En ook bij andere activiteiten thuis en op het werk. Bijvoorbeeld wanneer u een ladder beklimt, met apparaten werkt en op het werk iets bewaakt of controleert. Ook als u 's nachts uit bed moet om naar het toilet te gaan, kunt u minder controle over uw spieren hebben. Daardoor kunt u sneller vallen.

          • Overmatig zweten en vaker moeten plassen, ook 's nachts

            Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

          Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

          • Hoofdpijn

            Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

          • Bij vrouwen kan de menstruatie stoppen

            Dit kan geen kwaad. Na stoppen met het medicijn komt de menstruatie weer op gang. Als u het erg vervelend vindt, raadpleeg dan uw arts.

          • Moeilijk kunnen plassen

            Dit is vooral van belang als u al moeite heeft met plassen door een vergrote prostaat. Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

          • Droge mond, droge ogen en wazig zien

            Vooral mensen met het syndroom van Sjögren kunnen meer klachten krijgen. Dit is een ziekte waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal. 

            Dit medicijn vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Neem contact op met uw arts als u meer last heeft van oogirritatie of een droge mond.

          • Minder eetlust hebben

            Komt de eetlust niet vanzelf terug en u valt u veel af? Overleg dan met uw arts.

          • Verstopping (obstipatie)

            Eet vezelrijke voeding en drink veel.

          • Kwijlen, vooral tijdens de slaap

            Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

          • Vetter worden van de huid doordat de huid meer talg aanmaakt. Hierdoor kan acne ontstaan.

            Dit kunt u voor een deel voorkomen door uw gezicht goed te reinigen met lauwwarm water en een pH-neutrale zeep. Gebruik liever geen make-up op basis van olie of vet.

          Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

          • Duizeligheid of zwart voor de ogen, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel

            Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op het medicijn. Dit is meestal binnen enkele dagen tot weken.
            Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden, bespreek dit dan met uw arts. Mogelijk kunt u het medicijn 's avonds innemen, dan heeft u overdag minder last van duizeligheid.

          • Maligne neurolepticasyndroom. Dit is te merken aan onverklaarbare koorts, zeer stijve spieren, sufheid, hartkloppingen en ernstig zweten.

            Neem bij deze verschijnselen direct contact op met uw arts. Als het optreedt, is dat meestal tijdens de eerste 2 weken van het gebruik. Of binnen 2 weken na een verhoging van de dosering.

          • Bloedstolsels in de bloedbaan (trombose). Dit vergroot de kans op vaataandoeningen, zoals een trombosebeen of beroerte. De verschijnselen van trombose kunnen zijn pijnlijke zwelling van het been of plotselinge kortademigheid.

            Neem bij deze verschijnselen meteen contact op met uw arts. Mensen die al eerder trombose hebben gehad of die medicijnen gebruiken tegen trombose hebben hier meer kans op.

          • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt.

            Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.

          • Borstvorming (bij mannen) en melkafscheiding

            Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

          • Epileptische aanvallen


          Er bestaan veel verschillende soorten antipsychotica. Deze hebben wel dezelfde werking, maar verschillende bijwerkingspatronen. Mogelijk is een ander antipsychoticum voor u geschikter.

          • Regelmatig: bij meer dan 30 op de 100 mensen
            Soms: bij 10 tot 30 op de 100 mensen
            Zelden: bij 1 tot 10 op de 100 mensen
            Zeer zelden: bij minder dan 1 op de 100 mensen
            • Kijk voor de goede dosering op het etiket van de apotheek.

              Hoe?

              Innemen met een half glas water of met een andere drank.

              Hoe lang?

              Schizofrenie
              Is de psychotische periode voorbij, dan zult u dit medicijn meestal nog lange tijd moeten gebruiken. Anders is de kans op een nieuwe psychose (terugval) groot. De arts zal de dosering in die periode meestal wel verlagen.

              Als u voor het eerst een psychose heeft gehad, dan moet u dit medicijn meestal nog tot 1 of 2 jaar na uw herstel gebruiken. Daarna kunt u proberen te stoppen. Alleen in bijzondere gevallen, als u erg snel bent hersteld, kan worden geprobeerd een half jaar na herstel te stoppen. Dit moet dan wel onder goede begeleiding en de kans op terugval is dan nog steeds groter.

              Heeft u al eerder een psychose gehad, dan moet u meestal de rest van uw leven een antipsychoticum blijven gebruiken.

              Tics
              Als het medicijn goed werkt, moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.

              • Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

                U gebruikt dit medicijn 1 keer per dag: duurt het nog meer dan 8 uur voor u de volgende dosis normaal inneemt? Neem de vergeten dosis dan alsnog in. Duurt het nog minder dan 8 uur? Sla de vergeten dosis dan over.

                • autorijden?
                  Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals duizelig zijn, slaperig zijn en problemen met bewegen en coördinatie.

                  U mag de eerste 3 weken dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u 3 weken dezelfde dosering heeft gebruikt, mag u weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen. Na 3 weken dezelfde dosering gebruiken, zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten.

                  Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

                  Let op: ook psychoses, schizofrenie of autisme kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

                  Voor meer algemene informatie kunt u het thema 'Medicijnen in het verkeer' lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

                  alcohol drinken?
                  Alcohol versterkt het versuffende effect van dit medicijn. Ook als u gewend bent geraakt aan dit medicijn, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

                  alles eten?
                  Als u de tablet inneemt met wat voedsel, kan het lichaam de werkzame stof langzamer opnemen. Houd hier rekening mee, omdat het dan langer dan een uur kan duren voor het werkt.

                  Bij dit medicijn kunt u beter niet te veel grapefruit eten, of grapefruitsap drinken. Dan is de kans op bijwerkingen namelijk groter.

                  • Wilt u grapefruitsap drinken? Drink niet meer dan 2 dagen per week een glas grapefruitsap. En wacht elke keer dat u grapefruitsap heeft gedronken ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruitsap drinkt.
                    Dus: als u op maandag grapefruitsap drinkt, wacht dan tot donderdag met het opnieuw drinken van grapefruitsap.
                  • Wilt u grapefruit eten? Eet niet meer dan 2 dagen per week 1 of 2 grapefruits. En wacht na elke keer dat u grapefruit hebt gegeten ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruit eet.
                    Dus: als u op maandag grapefruit eet, wacht dan tot donderdag met het opnieuw eten van grapefruit.

                  Bent u gewend om veel of vaak grapefruits te eten, of grapefruitsap te drinken? Bespreek dit dan met uw apotheker of arts. Misschien is er een ander medicijn dat u kunt gebruiken dat wel goed samengaat met grapefruit(sap). Lees hier meer informatie over grapefruit en medicijnen.

                  • Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

                    De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

                    • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u meer van dergelijke medicijnen gebruikt.
                    • Veel medicijnen tegen de ziekte van Parkinson, en pimozide verminderen elkaars werking. Overleg met uw arts of u beide medicijnen kunt gebruiken. Mogelijk kan de arts de dosering van een van beide medicijnen verlagen. Of een ander antipsychoticum kiezen dat deze wisselwerking minder heeft.
                      Gaat u wel beide medicijnen gebruiken? Raadpleeg uw arts als u (weer) last krijgt van wanen en hallucinaties of als de verschijnselen van de ziekte van Parkinson verergeren.
                    • Medicijnen met een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Bij combinatie met pimozide kan een ernstige hartritmestoornis ontstaan. Vooral bij vrouwen of bij mensen die ouder dan 70 jaar zijn of al een hartaandoening hebben. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Mogelijk controleert de arts uw hart met een hartfilmpje. Of schrijft hij een ander medicijn voor. U merkt een hartritmestoornis aan plotselinge duizelingen of korte tijd buiten bewustzijn raken. Neem direct contact op met uw arts als u dit merkt.
                    • De medicijnen tegen depressie van het type serotonineheropnameremmer (SSRI), zoals fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline. Deze medicijnen kunnen de hoeveelheid pimozide in het bloed verhogen, waardoor er meer kans is op hartritmestoornissen. Gebruik deze medicijnen NIET samen met pimozide. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
                    • De medicijnen om in te nemen tegen schimmelinfecties itraconazol, ketoconazol en voriconazol. Deze medicijnen kunnen de hoeveelheid pimozide in het bloed verhogen, waardoor er meer kans is op hartritmestoornissen. Gebruik deze medicijnen NIET samen met pimozide. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
                    • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

                    Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

                    • Zwangerschap
                      Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Wel is bekend dat er problemen kunnen ontstaan als u dit medicijn gebruikt in de laatste periode van de zwangerschap. Het kind kan dan na de geboorte last hebben van bewegingsstoornissen en ontwenningsverschijnselen. Dit is bijvoorbeeld te merken aan slecht drinken en veel huilen. Mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

                      Borstvoeding
                      Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Het is niet bekend of het in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

                      Gebruikt u medicijnen op recept of die u zonder recept koopt? Wilt u helpen om de kennis over medicijngebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding te vergroten? Meld dan uw ervaring bij Moeders van Morgen.

                        • Stop niet zomaar met dit medicijn: veel mensen krijgen na stoppen met een antipsychoticum opnieuw een psychose. Het is daarom van belang vooraf goed met uw arts te overleggen. Bij sommige psychoses is de kans op een nieuwe psychose niet zo groot, bij andere wel.
                        • Als u gaat stoppen, bouw dan langzaam af over een periode van meerdere weken tot maanden. Als u langzaam afbouwt heeft u minder kans op meteen een nieuwe psychose. Ook voorkomt u daarmee ontwenningsverschijnselen. Zoals zweten, misselijkheid, gebrek aan eetlust, diarree, angst, slapeloosheid, onrust, loopneus, spierpijn en vreemde gevoelswaarnemingen, zoals kriebels. Zorg er ook voor dat u de voortekenen voor een nieuwe psychose kunt herkennen, zodat u onmiddellijk aan de bel kunt trekken als het toch mis dreigt te gaan.
                        • De ontwenningsverschijnselen treden vaak pas 1 tot 4 dagen na plotseling stoppen op en zijn na 2 weken meestal over. Niet iedereen heeft even veel last van ontwenningsverschijnselen. Kijk daarom hoe u reageert als u de dosering iets vermindert.
                        • Ook nadat u bent gestopt kunnen de 'late bewegingsstoornissen' aan het licht komen of erger worden. U krijgt dan last van zuig-, kauw- en smakbewegingen, bewegingen van de tong, grimassen en tics van het gezicht. En van buig- en strekbewegingen van vingers en tenen, dansachtige bewegingen van armen en benen en zwaai- of draaibewegingen van schouders en bekken. Deze verschijnselen worden binnen een paar maanden minder. En zijn na een paar jaar meestal verdwenen.
                        • De werkzame stof pimozide zit in de volgende producten:
                          • Ja, u heeft een recept nodig.

                            Pimozide is sinds 1969 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar in tabletten onder de merknaam Orap.

                            Laatst bijgewerkt op 03-10-2022

                            Disclaimer

                            Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.

                            Vond u deze informatie nuttig?

                            Vind een apotheek

                            Wilt u meer weten, of heeft u een vraag over uw eigen situatie? Dan raden wij u aan naar uw eigen apotheek te gaan. Uw eigen apotheker is op de hoogte van uw persoonlijke omstandigheden en kan u uitgebreid begeleiden bij uw medicijngebruik. Bent u niet in de buurt van uw eigen apotheek, dan kunt u hier ook andere apotheken vinden.
                            Vind een apotheek blob

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Vraag het de webapotheker

                            Het beste advies krijgt u bij uw eigen apotheek. Daar ontvangt u de zorg en begeleiding die is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kunt u een vraag stellen aan de webapotheker. Een team van apothekers beantwoordt uw vraag in principe binnen enkele werkdagen.

                            Meldpunt medicijnen

                            Werkt uw medicijn heel goed of juist niet? Wordt uw medicijn niet vergoed? Of heeft u last van een bijwerking? Meld uw ervaring

                            Geen ervaringen gevonden

                            Informatie wordt bijgewerkt: